Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of de
gasdruk in de tank, afhankelijk van de
geselecteerde brandstof.
Bij een te laag brandstofpeil brandt
controlelamp Y. Meteen tanken wan‐
neer deze knippert.
Bij rijden op aardgas schakelt het sys‐
teem automatisch over op benzine
3 87.
Instrumenten en bedieningsorganen
Bij rijden op aardgas en een laag
brandstofpeil in de benzinetank ver‐
schijnt de melding LoFuEL. Bevestig
de melding door de resetknop in te
drukken 3 86.
Tank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Brandstofkeuzeschake‐
laar
Door toets Y in te drukken kunt u wis‐
selen tussen het gebruik van benzine
en aardgas. Wisselen is niet mogelijk
bij zware belading (vb. sterk versnel‐
len, rijden met plankgas). De LED-
status toont de huidige werkingsmo‐
dus.
Rijden op aardgas = Led uit.
Rijden op benzine = Led aan.
Zodra de aardgastanks leeg zijn,
wordt tot aan het uitschakelen van de
ontsteking automatisch op benzine
overgeschakeld.
87