Inhoudsopgave
Advertenties
NORDAC LINK (Serie SK 250E-FDS) – Handboek voor frequentieomvormers als veldverdelers
Afschakelmodus
P108
(Afschakelmodus)
Deze parameter bepaalt de manier waarop de uitgangsfrequentie na het "blokkeren"
0 ... 13
(regelaarvrijgave low) wordt verlaagd:
{ 1 }
0 = Spanning blokkeren: Het uitgangsignaal wordt zonder vertraging uitgeschakeld. De
1 = Ramp: De actuele uitgangsfrequentie wordt gereduceerd in overeenstemming met de nog
2 = Vertraagde ramp: zoals 1 "ramp", maar bij generatorwerking wordt de deceleratietijd
3 = Direct DC-remmen: De frequentieomvormer schakelt meteen over naar de gepreselecteerde
4 = Const. remweg, "Constante remweg": De deceleratiecurve begint tijdvertraagd, wanneer niet
5 = Gecombineerd remmen. "Gecombineerd remmen": Afhankelijk van de tussenkringspanning
6 = Kwadratische acc.: De deceleratie heeft geen lineair verloop, maar daalt kwadratisch.
7 = Kwadr. dec. + vertr., "Kwadratische deceleratie met vertraging": Combinatie van functie 2 en
8 = Kwad. Acc. + rem, "Kwadratisch accelereren + remmen": Combinatie van functie 5 en 6.
9 = const. acc. verm., "Constant acceleratievermogen": geldt alleen in het
10 = Wegberekening: constant traject tussen actuele frequentie / snelheid en de ingestelde
11 = const.acc.verm. +ver, "Constant acceleratievermogen met vertraging": Combinatie van 2
12 = const.acc.verm.mode 3, "Constant acceleratievermogen mode 3": als 11, maar met extra
13 = Afschakelvertraging, "Curve met uitschakelvertraging": als 1 "Curve", maar de aandrijving
92
frequentieomvormer levert geen uitgangsfrequentie meer. De motor wordt alleen door de
mechanische wrijving afgeremd. Een onmiddellijke herinschakeling van de
frequentieomvormer kan een foutmelding tot gevolg hebben.
resterende deceleratietijd (uit P103/P105). Na afloop van de curve volgt de DC-naloop (→
P559).
verlengd of bij statisch bedrijf wordt de uitgangsfrequentie verhoogd. Deze functie kan onder
bepaalde voorwaarden de overspanninguitschakeling verhinderen of zij reduceert het
vermogenverlies bij de remweerstand.
AANWIJZING:
Deze functie mag niet worden geprogrammeerd wanneer een
gedefinieerde deceleratie vereist is zoals bij hefinstallaties.
gelijkstroom (P109). Deze gelijkstroom wordt geleverd gedurende de nog resterende >Tijd
DC-rem< (P110). Afhankelijk van de verhouding tussen de actuele uitgangsfrequentie en de
max. frequentie (P105) wordt de >Tijd DC-rem< ingekort. De motor stopt binnen een van de
toepassing afhankelijke tijd. Deze is afhankelijk van het massatraagheidmoment van de last,
de totale systeemwrijving en de ingestelde DC-stroom (P109).
Bij deze remmethode wordt geen energie teruggevoerd naar de frequentieomvormer.
Warmteverlies ontstaat in principe in de rotor van de motor.
Niet voor PMSM-motoren!
wordt gewerkt met de maximale uitgangsfrequentie (P105). Dit leidt tot een vrijwel gelijke
remweg vanuit verschillende actuele frequenties.
OPMERKING:
Deze functie is niet bruikbaar als nauwkeurige positioneerfunctie. Deze
functie kan beter niet worden gecombineerd met een S-curve (P106).
(UZW) wordt een hoogfrequente spanning omgezet naar de basisfrequentie (alleen bij
lineaire karakteristieken, P211 = 0 en P212 = 0). De remtijd P103 wordt zoveel mogelijk
aangehouden. bijkomende opwarming in de motor!
Niet voor PMSM-motoren!
6.
Niet voor PMSM-motoren!
veldverzwakkingbereik! De aandrijving wordt verder versneld of geremd met constant
elektrisch vermogen. Het verloop van de curven is afhankelijk van de last.
minimale uitgangsfrequentie (P104).
en 9
ontlasting van de remchopper
blijft gedurende de in parameter (P110) ingestelde tijd op de ingestelde absolute
minimumfrequentie (P505), voordat de rem reageert.
Toepassingsvoorbeeld: Herpositionering voor kraanbesturing.
S
P
BU 0250 nl-3920
Advertenties
Inhoudsopgave
