NORDAC LINK (Serie SK 250E-FDS) – Handboek voor frequentieomvormers als veldverdelers
P241
Inductiviteit PMSM
[-01]
[-02]
(inductiviteit PMSM)
0.1 ... 200.0 mH
Deze parameter wordt gebruikt om de voor PMSM kenmerkende asymmetrische reluctanties te
compenseren. De statorinductiviteiten kunnen worden ingemeten door de frequentieomvormer
{ allen 20,0 }
(P220).
[-01] = d-as (L
P243
Reluctant.hoek IPMSM
(Reluctantiehoek IPMSM)
0 ... 30°
Synchrone machines met ingebedde magneten hebben naast het synchrone koppel ook een
reluctantiekoppel. De reden hiervoor is de anisotropie (ongelijkheid) tussen de inductiviteit in d- en
{ 0 }
q-richting. Door de superpositie van deze twee koppelcomponenten ligt het maximale effectieve
rendement niet bij een lasthoek van 90° zoals bij de SPMSM, maar bij hogere waarden. Via deze
parameter wordt rekening gehouden met deze extra hoek, die voor NORD-motoren kan worden
verondersteld 10° te zijn. Hoe kleiner de hoek, des te lager het aandeel van de reluctantie.
De reluctantiehoek die specifiek is voor de motor kan als volgt worden bepaald:
•
•
P244
Piekstroom PMSM
(Piekstroom PMSM)
0.1 ... 1000.0 A
Deze parameter bevat de piekstroom van een synchroonmotor. De waarde kan worden ontleend aan
het motorinformatieblad.
{ 5.0 }
P245
Osc demping PMSM VFC
(Oscillatiedemping PMSM VFC)
5 ... 250 %
PMSM-motoren hebben de neiging om te oscilleren in VFC-open-loop-bedrijf vanwege onvoldoende
zelfdemping. Met behulp van "oscillatiedemping" wordt deze neiging tot oscilleren tegengegaan door
{ 25 }
elektrische demping.
P246
Massatraagheid PMSM
(Massatraagheid PMSM)
0,0 ... 1000,0 kg*cm²
In deze parameter kan de massatraagheid van het aandrijfsysteem worden ingevoerd. De
standaardinstelling is voor de meeste toepassingen voldoende, maar voor hoogdynamische
{ 5,0 }
systemen moet liefst de werkelijke waarde worden ingevoerd. De waarden voor de motoren zijn te
vinden in de technische gegevens. Het aandeel van de externe massatraagheid (transmissie,
machine) moet worden berekend of experimenteel worden bepaald.
Omsch.freq. VFC PMSM
P247
(Omschakelfrequentie VFC PMSM)
1 ... 100 %
Om ervoor te zorgen dat bij spontane lastwisselingen, vooral
bij lage frequenties, direct een minimaal koppel beschikbaar
{ 25 }
is, wordt de instelwaarde van I
de
(veldversterkingsmodus) geregeld. De hoogte van de extra
veldstroom wordt door de parameter (P210) bepaald. Deze
neemt lineair af tot de waarde "nul", die met de door (P247)
bepaalde frequentie wordt bereikt. 100 % komt overeen met
de nominale motorfrequentie van (P201).
102
)
d
Laat de aandrijving met een gelijkmatige belasting ( > 0,5 M
draaien.
Reluctantiehoek (P243) stapsgewijs verhogen tot de stroom (P719) zijn minimum heeft bereikt.
VFC-modus
als
functie
[-02] = q-as (L
(magnetiserende stroom) in
d
van
de
frequentie
S
)
q
S
) in de CFC-modus (P300 ≥ 1)
N
S
S
S
S
BU 0250 nl-3920
P
P
P
P
P
P