NORDAC LINK (Serie SK 250E-FDS) – Handboek voor frequentieomvormers als veldverdelers
8.7 Energie-efficiëntie
WAARSCHUWING
Onverwachte beweging door overbelasting
Door een overbelasting van de aandrijving bestaat het risico dat de motor "kantelt" (= plotseling
optredend verlies van het koppel). Een overbelasting kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door
onderdimensionering van de aandrijving of een plotselinge lastpiek. Plotselinge lastpieken kunnen een
mechanische oorsprong hebben (bijv. klemzitten), maar kunnen ook door extreem steile
acceleratiecurven (P102, P103, P426) worden veroorzaakt.
Het "kantelen" van een motor kan - afhankelijk van de aard van de toepassing - tot onverwachte
bewegingen leiden (bijv. een val van lasten bij hefinstallaties).
Ter vermijding van risico's dient men het volgende in acht te nemen:
•
Voor hefinrichtingtoepassingen of toepassingen met frequente of sterke lastwisselingen moet de
parameter P219 dwingend in de fabrieksinstelling (100%) worden gelaten.
•
Aandrijving niet te klein bemeten, voorzien in voldoende overbelastingsreserves.
•
Evt. valbescherming (bijv. bij hefinstallaties) of vergelijkbare veiligheidsmaatregelen voorzien.
NORD-frequentieomvormers onderscheiden zich door een laag eigen energieverbruik en daarmee door
een hoog rendement. Bovendien biedt de frequentieomvormer voor bepaalde toepassingen (met name
toepassingen in het deellastbedrijf) met behulp van de "Automatische magnetiseringsaanpassing"
(parameter (P219)) een mogelijkheid om de energie-efficiency van de gehele aandrijving te verbeteren.
Afhankelijk van het benodigde koppel wordt de magnetiseringstroom (resp. Het motorkoppel) door de
frequentieomvormer zover verlaagd als noodzakelijk is voor de momentele aandrijvingbehoefte. De
daarmee gepaard gaande, vaak aanzienlijke verlaging van de stroombehoefte draagt net als de
optimalisatie van de cos φ tot de nominale waarde van de motor ook in deellastbedrijf bij aan energetisch
en nettechnisch optimale verhoudingen.
Een van de fabrieksinstelling afwijkende parameterinstelling (fabrieksinstelling = 100%) is hierbij echter
slechts toegestaan voor toepassingen die geen snel veranderende koppelbehoeften hebben. (zie voor
details parameter (P219))
U
I
S
I
SD
Motor onder volle last
I
=
Motorstroomvector (strengstroom)
S
I
=
Magnetiseringsstroomvector (magnetiserende stroom)
SD
I
=
Laststroomvector (laststroom)
SQ
Afbeelding 8: Energie-efficiëntie door automatische aanpassing van de magnetisatie
196
U
I
S
I
SQ
geen magnetiseringaanpassing
I
U
SQ
I
SD
Motor onder deellast
I
S
I
SQ
I
SD
met magnetiseringaanpassing
BU 0250 nl-3920