NORDAC LINK (Serie SK 250E-FDS) – Handboek voor frequentieomvormers als veldverdelers
P401
[-01]
Modus an. ingang
...
(Modus analoge ingang)
[-06]
Deze parameter bepaalt hoe de frequentieomvormer moet reageren op een analoog signaal, dat
0 ... 5
onder de 0%-instelling (P402) ligt.
{ allen 0 }
[-01]
[-02]
[-03]
[-04]
[-05]
[-06]
0 = 0 - 10V begrensd: Een analoge regelwaarde kleiner dan de geprogrammeerde inregeling 0
1 = 0 – 10V: Wanneer een instelwaarde, welke lager is dan de geprogrammeerde ijking 0 %
2 = 0 - 10V bewaakt: Wordt de minimaal
114
Ext. analoge ing. 1, AIN1 van de eerste I/O-uitbreiding
Ext. analoge ing. 2, AIN2 van de eerste I/O-uitbreiding
Ext. a.in. 1 2e IOE, "Externe analoge ingang 1 2e IOE", AIN1 van de tweede I/O-
uitbreiding
Ext. a.in. 2 2e IOE, "Externe analoge ingang 2 2e IOE", AIN2 van de tweede I/O-
uitbreiding
Analoge ingang 1, Analoge ingang 1
Analoge ingang 2, Analoge ingang 2
% (P402) heeft niet tot gevolg dat de geprogrammeerde minimumfrequentie (P104) wordt
onderschreden, d.w.z. ook niet tot een draairichtingsomkering.
(P402), actief is, leidt dat eventueel tot een draairichtingomkeer. Hierdoor laat zich een
draairichtingsomkering realiseren met een eenvoudige spanningsbron en een potentiometer.
Bijvoorbeeld interne instelwaarde met draairichtingomkeer: P402 = 5 V, P104 = 0 Hz,
potentiometer 0-10 V verandering van draairichting bij 5 V in middelste stand van de
potentiometer.
Op het moment van draairichtingsomkeer (Hysterese = ± P505), staat de aandrijving stil,
wanneer de minimale frequentie (P104) lager dan de absolute minimale frequentie (P505) is.
Een (motor)rem die door de frequentieomvormer wordt aangestuurd, valt binnen het bereik
van de ingestelde hysterese in.
Is de minimale frequentie (P104) hoger dan de absolute minimale frequentie (P505), dan keert
de aandrijving de draairichting om bij het bereiken van de minimale frequentie. In het bereik
van de hysterese ± P104 levert de FO de minimale frequentie (P104), een door de FO
aangestuurde rem wordt niet aangelegd.
vergeleken regelwaarde (P402) met
10% van de verschilwaarde uit P403
en P402 onderschreden, dan wordt
de FO-uitgang uitgeschakeld. Zodra
de nominale waarde weer hoger dan
[P402 - (10% * (P403 - P402))] is,
levert hij weer een uitgangsignaal.
Met de verandering naar
firmwareversie V 2.0 R0 verandert
het gedrag van de FO, zodat de
functie alleen nog actief is als voor
de betreffende ingang in P400 een
functie is geselecteerd.
Bijv. regelwaarde 4-20 mA: P402: ijking 0% = 1V; P403: Instelling 100 % = 5 V; -10 % komt
overeen met -0,4 V; d.w.z. 1...5 V (4...20 mA) normaal werkbereik, 0,6...1 V = minimum
frequentieregelaarde, onder 0,6 V (2,4 mA) wordt de uitgang uitgeschakeld.
f / Hz
P105
(fmax)
P104
(fmin)
= 8.0V
S
U/V
BU 0250 nl-3920