Skipfrequentie 2 bovengr.
P519
(Skipfrequentie 2 bovengr.)
0.0 ... 50.0Hz
Skipbandbreedte voor de >skipfrequentie 2< P518. Deze frequentiewaarde wordt bij de
skipfrequentie opgeteld en ervan afgetrokken.
{ 2,0 }
Skipbandbreedte 2: P518 - P519 ... P518 + P519
Vangschakeling
P520
(Vangschakeling)
0 ... 4
Deze functie is nodig om de frequentieomvormer bij reeds of nog draaiende motoren te kunnen
inschakelen, bijvoorbeeld bij ventilatoraandrijvingen. Motorfrequenties >100Hz worden alleen in de
{ 0 }
toerentalgeregelde modus ondersteund (Servomodus P300 = AAN).
AANWIJZING:
OPMERKING:
Resolut. vangschak.
P521
(Resolutie van vangschakeling)
0,02 ... 2.50Hz
Met deze parameter kan de stappenresolutie bij het zoeken van de vangschakeling worden
gewijzigd. Te grote waarden gaan ten koste van de nauwkeurigheid en laten de omvormer uitvallen
{ 0,05 }
met een overstroommelding. Bij te lage waarden wordt de zoektijd veel langer.
Resolut. vangschak. offset
P522
(vangschakeling offset)
-10.0 ... 10.0Hz
Een frequentiewaarde die bij de gevonden frequentiewaarde kan worden opgeteld om bijvoorbeeld
altijd het motorische bereik te kunnen halen en zo het generatorische bereik en daarmee het
{ 0,0 }
chopperbereik te vermijden.
BU 0250 nl-3920
0 = Uitgeschakeld, geen vangschakeling.
1 = 2 draairichtingen, de frequentieomvormer zoekt naar een toerental in beide
draairichtingen.
2 = In richting instelwaarde, zoekt alleen in de richting van de actuele regelwaarde.
3 = 2 draairicht. na fout, zoals { 1 }, maar alleen na netstoring en fout
4 = Regelwaarde na fout als { 2 }, maar alleen na stroomuitval en storing
Om fysieke redenen werkt de vangschakeling pas boven 1/10 van de nominale
motorfrequentie (P201), maar niet onder 10 Hz.
(P201)
f=1/10*(P201)
Vergelijking f vs. f
min
met: f
=10Hz
min
Resultaat f
=
vang
PMSM: De vangfunctie bepaalt automatisch de draairichting. Wanneer functie 2
is ingesteld, gedraagt het apparaat zich dus identiek aan functie 1. Als functie 4
is ingesteld, gedraagt het apparaat zich identiek aan functie 3.
In het CFC-bedrijf met Closed-Loop-modus kan de vangschakeling alleen
worden uitgevoerd als de rotorpositie ten opzichte van de incrementele encoder
bekend is. Om dit te bereiken mag de motor niet draaien als het apparaat voor
de eerste keer wordt ingeschakeld na "power on".
Voorbeeld 1
50Hz
f=5Hz
5Hz < 10Hz
De vangschakeling
werkt vanaf f
=10Hz.
vang
5 Parameter
S
P
S
P
Voorbeeld 2
200Hz
f=20Hz
20Hz > 10Hz
De vangschakeling
werkt vanaf f
=20Hz.
vang
S
P
S
P
139