Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toerentalregeling Mot.rem; Overbrenging Encoder (Overbrenging Encoder) - nord SK 250E-FDS Series Handboek

Inhoudsopgave

Advertenties

NORDAC LINK (Serie SK 250E-FDS) – Handboek voor frequentieomvormers als veldverdelers
Veldverzwakkingregelaar I)
P319
(Veldverzwakkingregelaar I)
0 ... 800 % / ms
Oefent alleen invloed uit op het veldverzwakkingbereik, zie P318 >Veldverzwakkingsregelaar P<
{ 20 }
Veldverzw. grens
P320
(Veldverzwakkingsgrens)
0 ... 110 %
De grens voor de veldverzwakking legt vast, vanaf welk toerental/welke spanning de regelaar de
magnetische veldsterkte in de motor begint te verzwakken. Bij een ingestelde waarde van 100 %
{ 100 }
begint de regelaar de veldsterkte ongeveer bij het synchrone toerental te verzwakken.
Wanneer er bij P314 en/of P317 veel grotere waarden dan de standaardwaarden worden ingesteld,
dan dient de grenswaarde voor de veldverzwakking overeenkomstig te worden verlaagd, zodat het
regelbereik daadwerkelijk ter beschikking staat aan de stroomregelaar.

Toerentalregeling mot.rem

P321
(Toerentalregelaar I motorrem)
0 ... 4
Tijdens de lichttijd van een (motor)rem (P107/P114) wordt het I-aandeel van de toerentalregelaar
verhoogd. Dit leidt tot een betere overname van de last, met name bij verticale bewegingen.
{ 0 }
0 = P311 toerentalr.l. x 1
1 = P311 toerentalr.l. x 2
2 = P311 toerentalr.l. x 4
Functie incr. enc.
P325
(Functie incrementele encoder)
0 ... 4
De toerentalwaarde die door de incrementele encoder wordt geleverd, kan voor verschillende
functies in de frequentieomvormer worden gebruikt.
{ 0 }
0 = Toerentalmeting servomodus, "Toerentalmeting servomodus": De toerentalmeetwaarde van
1 = PID actuele frequentie: De toerentalmeetwaarde van een installatie wordt gebruikt voor de
2 = Frequentie optellen: het vastgestelde toerental wordt bij de actuele regelwaarde opgeteld.
3 = Frequentie aftrekken: het vastgestelde toerental wordt van de actuele regelwaarde
4 = Maximale frequentie: De mogelijke maximale uitgangsfrequentie/toerental wordt door het
Overbrenging encoder
P326
(Overbrenging encoder)
0.01 ... 100,0
Is de incrementele encoder niet rechtstreeks op de motoras gemonteerd, dan moet de juiste
overbrengverhouding van motortoerental naar encodertoerental worden ingesteld.
{ 01:00 }
alleen bij P325 = 1, 2, 3 of 4, dus niet in de servomodus (motortoerentalregeling)
106
de motor wordt gebruikt voor de servomodus van de omvormer. In deze functie is de ISD-
regeling niet uitschakelbaar.
toerentalregeling. Met deze functie kan ook een motor met lineaire karakteristiek worden
geregeld. Het is ook mogelijk om een incrementele encoder die niet rechtstreeks op de
motor is gemonteerd, voor een toerentalregeling te gebruiken. P413 – P416 bepalen de
regeling.
afgetrokken.
toerental van de incrementele encoder beperkt.
3 = P311 toerentalr.l. x 8
4 = P311 toerentalr.l. x 16
Motortoerental
P326 =
Encodertoerental
S
P
S
P
S
P
S
S
BU 0250 nl-3920

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sk 250e-fdsSk 260e-fdsSk 270e-fdsSk 280e-fds

Inhoudsopgave