Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

INGEBRUIKSTELLINGSVOORSCHRIFTEN
NORDAC vector frequentieomvormer
NORD Aandrijvingen Benelux
Nederland B.V.
Volstraat 12 - 2181 AH Hillegom
Postbus 136 - 2180 AC Hillegom
Tel.: 0252529544
Fax: 0252522222
E-mail: info@nord-nl.com
SK 1500/3 CT ... SK 132000/3 CT
SK 2200/3 VT ... SK 37000/3 VT
Boutersemsedreef 24
E-mail: info@nord-be.com
Aandrijvingen N.V.
B - 2240 Zandhoven
Tel.: 034845921
Fax: 034845924
BU 4000/99 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor nord NORDAC SK 1500/3 CT

  • Pagina 1 INGEBRUIKSTELLINGSVOORSCHRIFTEN NORDAC vector frequentieomvormer SK 1500/3 CT ... SK 132000/3 CT SK 2200/3 VT ... SK 37000/3 VT BU 4000/99 NL NORD Aandrijvingen Benelux Nederland B.V. Aandrijvingen N.V. Volstraat 12 - 2181 AH Hillegom Boutersemsedreef 24 Postbus 136 - 2180 AC Hillegom B - 2240 Zandhoven Tel.: 0252529544...
  • Pagina 3: Veiligheids- En Toepassingsvoorschriften Voor Aandrijfomvormers

    NORDAC vector frequentieomvormer Veiligheids- en toepassingsvoorschriften voor aandrijfomvormers (volgens: laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG) 1. Algemeen 4. Montage Tijdens bedrijf kunnen aandrijfomvormers, afhankelijk van de Montage en koeling van de apparaten voldoen aan de eisen beschermingsklasse, spanningvoerende, onafgeschermde en van de betreffende ingebruikstellingsvoorschriften. bewegende of roterende delen hebben, zowel als hete oppervlakken.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE NORDAC vector INGEBRUIKSTELLINGSVOORSCHRIFTEN ALGEMEEN ................................ 6 Levering................................6 Leveromvang............................... 6 Veiligheids- en installatieaanwijzingen ........................ 6 MONTAGE EN INSTALLATIE ..........................8 AFMETINGEN ..............................9 Maten van de frequentieomvormers ........................9 AANSLUITING ..............................10 Vermogensdeel SK 1500/3 CT tot en met SK 132000/3 CT ................10 4.1.1 Kabelingangen ................................
  • Pagina 6: Algemeen

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Algemeen Nordac vector frequentieomvormers zijn spanningstussenkringomvormers basis microprocessortechniek voor het aansturen van draaistroommotoren. Veelzijdige aansturingsmogelijkheden, optimale aandrijfeigenschappen, eenvoudige bediening, een plaatsbesparende bouwvorm en een buitengewoon hoge betrouwbaarheid zijn karakteristieke eigenschappen van deze omvormer. NORDAC vector frequentieomvormers zijn leverbaar als CT - (Constant Torque) of als VT- (Variable Torque) omvormer.
  • Pagina 7: Voor De Noord-Amerikaanse Markt

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften • daarom pas 5 minuten nadat de netspanning uitgeschakeld is geopend worden. Voor het inschakelen van de netspanning dient men alle afdekkingen weer aangebracht te hebben. • Ook bij motorstilstand (bijv. door het wegnemen van de elektronische vrijgave, door een geblokkeerde motoras of door kortsluiting van de uitgangsklemmen) kunnen...
  • Pagina 8: Montage En Installatie

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Montage en installatie De omvormers hebben voldoende ventilatie nodig. Hiervoor worden richtwaarden gegeven voor de ruimte tussen boven- en onderkant van omvormers in groepsopstelling. Dit zijn minimale afstanden die beslist in acht genomen moeten worden. Aan de zijkanten is geen extra ruimte nodig. De omvormers kunnen direct naast elkaar geplaatst worden.
  • Pagina 9: Afmetingen

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Afmetingen 3.1 Maten van de frequentieomvormers Afgebeeld is uitvoering IP 20 Type SK 1500/3 CT SK 2200/3 CT SK 3000/3 CT SK 4000/3 CT SK 5500/3 CT SK 7500/3 CT SK 11000/3 CT SK 15000/3 CT SK 22000/3 CT SK 30000/3 CT SK 37000/3 CT SK 45000/3 CT...
  • Pagina 10: Aansluiting

    Om te voldoen aan de gangbare EU-richtlijnen met betrekking tot de EMC-richtlijn (m.i.v. 01.01.96) is het nodig een door NORD aanbevolen netfilter aan te brengen en afgeschermde motorkabels te gebruiken. Zie toe op een perfecte aansluiting van de leidingen en op een goede aardverbinding op een centraal aardpunt (zie hoofdstukken 1.3 en 10.1).
  • Pagina 11: Elektrische Aansluiting

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Voor SK 45000/3 CT tot en met SK 75000/3 CT: De net- en motoraansluitingen geschieden via rechthoekige uitsparingen van ca. 25mm x 83 mm elk, de remweerstand via een uitsparing van ca. 17,5mm x 45mm. De aansluitklemmen bevinden zich direct achter deze uitsparingen.
  • Pagina 12: Stuurgedeelte

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 4.2 Stuurgedeelte Aansluiting voor de stuurleidingen: 29-polige stuurklemmenstrook, verdeeld over 5 blokken Omschakelaar voor analoge regelwaarde: 2-polige DIP-schakelaar op de stuurkaart Afsluitweerstand voor RS485: Jumper schakelt de afsluitweerstand in i n c r e m e n t e l e e n c o d e r i n g a n g * ( o p t i e ) *) uitsluitend indien de optie incrementele encoderingang beschikbaar is! (zie hoofdstuk 7.2.5) 4.2.1 Kabelingangen...
  • Pagina 13: Stuurklemmenstrook

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 4.2.2 Stuurklemmenstrook Maximale aansluitdiameter: - 1,5 mm voor analoge en digitale in- en uitgangen - 2,5 mm voor relais-uitgangen Kabel: - van net- en motorleidingen gescheiden aanleggen, zo nodig afschermen i n c r e me n t e l e e n c o d e r i n c r e m e n t e l e e n c o d e r t .
  • Pagina 14: Stuuringangen

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 4.2.3 Stuuringangen Klem Functie / opmerkingen Gegevens Schakeling/schakelvoorbeeld maximaal Relais 1, maakcontact 240V~ / 60V= Contact staat open: 0,8A • omvormer niet op het net aangesloten Klemmen: 2,5mm • storing omvormer • geprogrammeerde grenswaarde of instelling is bereikt Contact is gesloten: •...
  • Pagina 15 LET OP: Het draaiveld van de incrementele encoder moet met dat van de motor overeenkomen. Is dit niet het geval (bijvoorbeeld bij NORD motoren met HG 660 encoder, dan moeten de sporen A+ en A- omgewisseld worden. LET OP: alle GND's van de stuurkaart zijn intern met elkaar verbonden en moeten daarom...
  • Pagina 16 NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 4.2.3.1 Kleur- en contacttoewijzing voor incrementele encoder Functie Kleur Ingangen Ingangen NORDAC vector NORDAC vector (voor incrementele encoder HG 660) POSICON 5 V-spanning rood 0 V-spanning blauw Spoor A Spoor A invers bruin Spoor B roze Spoor B invers zwart Spoor 0 violet...
  • Pagina 17: Bediening En Display

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Bediening en display Algemeen: LCD-display, 2 regels met elk 16 tekens Bediening door middel van 5 toetsen 5.1 Display Het display toont na inschakeling netspanning omvormertype. Bijvoorbeeld: NORDAC vector SK 2200/3 CT Na vrijgave van het apparaat worden belangrijkste bedrijfsgegevens getoond.
  • Pagina 18: Ingebruikstelling

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Ingebruikstelling 6.1 Minimale configuratie van de stuuraansluitingen Voor het werken met de NORDAC vector in een minimale configuratie, moet na het inschakelen van de netspanning: a) de elektronische vrijgave ingeschakeld worden (stuurklem 15 op high-signaal [puls], bijvoorbeeld klem 13, leggen) en b) een analoge spanningsregelwaarde (0 tot 10V) tussen de stuurklemmen 7 en 8 ingesteld worden.
  • Pagina 19: Parametrering Bij De Eerste Ingebruikstelling

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 6.3 Parametrering bij de eerste ingebruikstelling P1 F / Hz U / V I / A F / Hz P / kW cos NORDAC vector SK ../ 3 CT Extra funktion Informatieparameter Basisparameter Stuurparameter Stuurklemmen Service Motorparameter Taal Aktuele storing...
  • Pagina 20: Taalkeuze

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften De “statorweerstand” kan door de omvormer automatisch gemeten worden indien de betreffende parameter op nul is ingesteld en de 'enter-toets' ingedrukt wordt. Voor een correcte meting is het belangrijk de motor eerst op de juiste wijze aan te sluiten (ster of driehoek) voordat de meting wordt uitgevoerd. 6.4 Taalkeuze Voor de taalkeuze dienen de volgende stappen in het display te worden uitgevoerd.
  • Pagina 21 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften F / Hz P / kW cos P1 F / Hz U / V I / A NORDAC vector SK ../ 3 CT Extra funktion Informatieparameter Basisparameter Stuurparameter Stuurklemmen Service Motorparameter Taal Aktuele storing Service code Stroombegr.
  • Pagina 22: Parametertabellen

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 7.1 Parametertabellen De afzonderlijke parameters kunnen door het kiezen van de menugroep en door het indrukken van de enter- toets bewerkt worden. Door beide veld-toetsen in te drukken wisselt het display weer terug naar de ringstructuur van menugroepen en bedrijfswaardenuitlezing. In de afzonderlijke menugroepen kan met de veld-toetsen ook gebladerd worden.
  • Pagina 23: Motorgegevens

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Maximale uitgangsfrequentie “Maximale Freq .” minimale frequentie ... 999Hz 70,0Hz is de frequentie die door de frequentieomvormer 0,1Hz uitgestuurd wordt wanneer maximale regelwaarde wordt aangestuurd (zie afijken 1: 100% in de menugroep stuurklemmen).
  • Pagina 24: Stuurparameters

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte 0 ... 30.000min Nominaal toerental "Nom. toerental" 1min "Nom. stroom” 0 ... 1,5 ⋅ I Nominale stroom N Fo 0,1A "Nom. spanning” 0 ... 460V 400V Nominale spanning "Nom.
  • Pagina 25 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in diplay” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte 1,4 ⋅ I 0 ... stroomgrens 2 Stroomgrens 1 “Stroomgrens 1” N FO voor stroombegrensde acceleratie. 0,1A Uitsluitend met stroombegrensde acceleratie AAN. Verder toenemen van de frequentie wordt verhinderd. Stroomgrens 1 ...
  • Pagina 26 NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in diplay” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte DC-rem “DC-rem” UIT /AAN/direct uitsluitend met deceleratie modus AAN Met deze functie kan in plaats van een frequentie een gelijkspanning op de motor gezet worden. Als gevolg van een koppel op de motoras wordt een tegenkoppel opgebouwd.
  • Pagina 27 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in diplay” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Vangschakeling “Vangschakeling” AAN (R+L) Na afschakelen (R+L) AAN (R/L) Na afschakelen Bijvoorbeeld ten behoeve van ventilatoren (R/L) Bij een draaiende motor wordt door de frequentieomvormer de draaiveldfrequentie gemeten. De omvormer start met de daarmee overeenkomende frequentie en accelereert dan tot aan de gewenste regelwaarde.
  • Pagina 28: Stuurklemmen

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in diplay” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte P-factor voor de automatische „P-fac.frequ. verh.“ 0 ... 32766 1000 frequentieverhoging Uitsluitend met automatische frequentieverhoging Voor het aanpassen van de regeldynamiek van de automatische frequentieverhoging aan de belasting. Hogere waarden hebben een snellere, lagere waarden een langzamere reactie tot gevolg.
  • Pagina 29 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display“ Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Afijken van de analoge ingangen Door deze vereffening (voor ingang 1 en 2) is het mogelijk de omvormer aan elke gebruikelijke regelwaarde aan te passen. Bijv. 0 ...10V begrensd: Bijv.
  • Pagina 30 NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display“ Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte IJken van de analoge regelwaarde-ingang 2: 0% 0V of 0mA “Afijken2: 0%→ → → → ” De ingetoetste spannings- of stroomwaarde wordt als 0% waarde = minimale frequentie in het geheugen opgeslagen.
  • Pagina 31 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display“ Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Koppelgrens voor 100%-afijken, ingang 2 10 ... 400% 100% “Koppel 100%” Bemeten naar het nominale motorkoppel. Uitsluitend met de functie koppelgrens. Programmeren van de analoge uitgang “Analoge Uitgang” Uitgangsfrequentie Uitgangsfrequentie PA Het instellen van een koppelgrens is alleen met de...
  • Pagina 32 NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display“ Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Programmeren van de digitale ingang 6 “Digitale ingang 6” Storings-reset Instelling van mogelijke functies. *** is afhankelijk van de „modus“ in de basisparameters (zie hoofdstuk 7.1.1/7.2.1, modus). Flank / niveau Flank Functie van de regelaar vrijgave “Vrijgave actief”...
  • Pagina 33 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display“ Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte 0 ... 2 · I Stroomgrens MFR1 “Relais 1 stroom” Uitsluitend met programmering op stroomgrens. 0,1A 0 ... 20% Hysterese Stroomgrens MFR1 “Relais 1 I-hyst.” Uitsluitend met programmering op stroomgrens. Verschil tussen het in- en uitschakelpunt van het relais (stroommelding).
  • Pagina 34: Extra Functies

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in display“ Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Koppelgrens MFR2 “Relais 2 koppel” 0 ... 400% 300% Uitsluitend met programmering op koppelgrens. 7.1.5 Extra functies Functie “Uitlezing in Display” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Duits Engels Duits Taal “Taal”...
  • Pagina 35 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in Display” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Wordt 16kHz gebruikt, dan moet de thermische belasting van de omvormer gereduceerd worden. Dit kan bereikt worden door intermitterend bedrijf, of door de omvormer qua omgevingstemperatuur of overstroom niet volledig te belasten.
  • Pagina 36 NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in Display” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Absolute minimale frequentie “Abs. min. Frequ.” 0,1 ... 10,0Hz 1,0Hz 0,1Hz Deze parameter bepaalt de kleinste door de omvormer leverbare frequentie. Tussen 0 en de ingestelde waarde wordt geen uitgangssignaal geleverd. Deze waarde is ook bepalend voor de frequentie waarbij de motorrem actief is (zie hoofdstuk 7.1.3, stuurparameters).
  • Pagina 37 Deze kan ingesteld worden met de betreffende instelbare grenswaarde. 3. Het draaiveld van de incrementele encoder moet met dat van de motor overeenkomen. Wanneer dit niet het geval is (bijvoorbeeld bij NORD motoren met een HG 660 encoder), moeten de sporen A+ en A- omgewisseld worden.
  • Pagina 38: Informationsparameter

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing in Display” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Maximaal mogelijke spanningsverandering door de 0 ... 400V 100V stroomregelaar “Grens stroomreg.” Uitsluitend met servo-modus = AAN P-Aandeel veldverzwakkingsregelaar “Veldverzw. P” 0 ... 400% Uitsluitend met servo-modus = AAN I-Aandeel veldverzwakkingsregelaar “Veldverzw.”...
  • Pagina 39: Serviceparameters

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Functie “Uitlezing display” Instelbereik Standaard- instelling Opmerkingen Stapgrootte Uren : minuten : seconden Bedrijfsurenteller “Bedrijfstijd” De bedrijfstijd gaat in zodra de omvormer op het net aangesloten en bedrijfsklaar is. Melding MFR1 “Melding MFR1” De afkortingsletter van de aangesproken functie wordt getoond.
  • Pagina 40: Toelichting Op De Paramaters

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 7.2 Toelichting op de paramaters In dit hoofdstuk worden enkele belangrijke parameters en menugroepen toegelicht. 7.2.1 Modus (basisparameters) Via de parameter modus in de basisparameters worden de programmeermogelijkheden van de digitale stuuringangen en de fabrieksinstelling bepaald. In de onderstaande tabellen zijn de instelbare functies met een * gekenmerkt, de in de fabrieksinstelling geprogrammeerde functies zijn met een o aangegeven.
  • Pagina 41: Opmerkingen Met Betrekking Tot De Modi

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 7.2.1.2 Regelwaardemodus: „motorpotentiometer“ De motorpotentiometer-functie wordt veel voor de aansturing van kranen gebruikt. Daarbij kan door middel van een tweetrapsdrukknop de omvormer vrijgegeven en de frequentie verhoogd worden. De frequentie kan tot de ingestelde maximale frequentie stijgen. De eerste trap stuurt de DI1 of DI2 aan (vrijgave rechts- of linksom) en de tweede trap de functie frequentie verhogen.
  • Pagina 42: Sturing Via Toetsen (Extra Functies)

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 7.2.2 Sturing via toetsen (extra functies) Door het activeren van de toetsbesturing kan de omvormer direct via de toetsen aangestuurd worden. Verandering van de aansturing is alleen bij de standaard bedrijfswaarden-uitlezing mogelijk. Daarbij dient de enter-toets voor de start/stop-functie; de instel-toetsen gebruikt men voor de regelwaarden (inclusief draairichting).
  • Pagina 43: Uss Modus

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 7.2.4 USS modus Via de RS485-interface is communicatie met de frequentieomvormer volgens het master-slave principe mogelijk. Het USS-protocol (Universele Seriële Schnittstelle) is het standaard communicatie protocol. De frequentieomvormer kan daarbij dienst doen als slave of als master. Vraag zonodig aanvullende informatie aan over het USS-protocol.
  • Pagina 44: Toerentalregelaar

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 7.2.5 Toerentalregelaar Voor het regelen van het toerental van de aangesloten motor bestaan twee varianten. 1. Met een analoog meetwaarde-signaal, via de standaard geïntegreerde PI- of PID-regelaar. 2. Met een aan de motor gemonteerde incrementele encoder en de optioneel leverbare incrementele encoder-ingang (CT-D) met PI-regeling.
  • Pagina 45 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Zijn de regel- en de meetwaarde gelijk, dan moet de maximale frequentie van de betreffende parameterset ingesteld worden. PI-regelaar P: frequentiesprong bij regelafwijking, bemeten naar het regelverschil. PI-regelaar I : frequentieverandering / tijd, bemeten naar het regelverschil. PI-regelaar D: frequentieverandering x tijd, bemeten naar het regelverschil, uitsluitend bij de functie PID- regelaar.
  • Pagina 46: Regeling Met Digitale Meetwaarde (Optie)

    (zie hoofdstuk 4.2). Het draaiveld van de incrementele encoder moet met dat van de motor overeenkomen (bijvoorbeeld bij NORD motoren met HG 660 encoder). Is dit niet het geval dan moeten de encodersporen A+ en A- omgewisseld worden.
  • Pagina 47 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften...
  • Pagina 48: Instelling Na Ingebruikname

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Instelling na ingebruikname Hieronder dienen na ingebruikname alle relevante instellingen genoteerd te worden. Daarbij dient men te bedenken dat, afhankelijk van de parametrering, enkele parameters niet zichtbaar zijn (arcering). Niet van parametersets afhankelijke parameters zijn in onderstaande tabellen te herkennen aan het ontbreken van parameterkolommen.
  • Pagina 49: Stuurklemmen

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 0.0s Motorremvertraging 0.0s Afronding Vangschakeling Vangsch. offset 0,4Hz Vangsch.stapgrootte Slipcompensatie Auto freq.verhoging 1000 [100%] Koppelgrens 8.4 Stuurklemmen Parameter Fabrieksinstelling Parameterset 1 Parameterset 2 Parameterset 3 Parameterset 4 0..10V beg. Modus anal.ingang 1 IJken 1: 0% → → → → ..V 0.00V IJken 1: 100% →...
  • Pagina 50: Extra Functies

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Stroom: UIT Relais 1 functies Storing Storing Storing Storing Frequentie:UIT Rem: UIT Temperatuur: UIT Overstroom: UIT Acceleratie: UIT Slip: UIT Slip: UIT Koppelgrens: UIT Gen. Koppel: UIT S = F:UIT Inactieve storing Relais 1 logica Relais 1 stroom ...A Relais 1 hysterese 50.5Hz...
  • Pagina 51 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Skip 2 boven Snelstop bij storing 0,1s Snelstoptijd Autoreset storing 1.0Hz Abs. min. frequentie Netspanning Auto USS – modus Slave Lokaal Interface 9600 Baud Baudrate BUS-adres Telegramuitvaltijd R stator adaptie Servo modus Pulstal incr. encoder 4096 Imp./omw. Toerentalregelaar P 100% 10%/s...
  • Pagina 52: Waarschuwingen En Storingen

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Waarschuwingen en storingen Vrijwel alle functies van de frequentieomvormer en de meeste bedrijfsgegevens worden voortdurend bewaakt en met grenswaarden vergeleken. Wordt er een afwijking vastgesteld, dan reageert de omvormer met een waarschuwing of met een storingsmelding. Deze mededeling verschijnt onmiddellijk in het display. Zodra de melding verdwijnt of begint te knipperen, kan de omvormer zijn werk voortzetten.
  • Pagina 53 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften Waarschuwingen (W) Oorzaak Maatregelen en storingen (S) • • Overtemperatuur van de omvormer Te hoge omgevingstemperatuur. Ventilatie van de schakelkast controleren/verbeteren. • Ventilatie, luchtinlaat verstopt. (W / S) • Omgevingstemperatuur van de • Niet loodrecht gemonteerd. temperatuurgrens 1 omvormer controleren, maximaal 40°C.
  • Pagina 54: Mogelijke Overstroom (W/S)

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Waarschuwingen (W) Oorzaak Maatregelen en storingen (S) • • USS telegramuitval Fout in de transmissie van de USS- Telegramuitvaltijd controleren, gegevens. zonodig verlengen. • gebruik NORDCON software dient deze bewaking uitgeschakeld te zijn. • • Systeemstoring 1 - 13 Storing in de interne programma- Zie hoofdstuk 9.4 afloop.
  • Pagina 55: Emc-Maatregelen

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 10 EMC-maatregelen 10.1 Hoogfrequent-ontstoringsgraad Aan de eisen voor hoogfrequent-ontstoring volgens EN 55011 respectievelijk EN 50081 grenscurve B wordt voldaan indien een door ons aanbevolen netfilter is aangebracht en indien afgeschermde motor-, remweerstand- en netleidingen zijn toegepast tussen filter en omvormer voor omvormers tot 37kW waarbij de pulsfrequentie op 8kHz ingesteld moet zijn.
  • Pagina 56: Extra Maatregelen (Opties)

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 12 Extra maatregelen (OPTIES) 12.1 Netfilters Voor de verschillende nominale stroomsterkten zijn netfilters verkrijgbaar voor de vereiste hoogfrequent- ontstoorgraad. Aanbevolen netfilters Type omvormer Spanning Vermogen Type filter Nominale filterstroom SK 1500/3 CT + SK 2200/3 CT HFD 511 - 460 / 8 380 ...
  • Pagina 57 NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften HFD 511, FS 3981 en N 258 FN 359...
  • Pagina 58: Gegevens En Afmetingen Van De Remweerstanden

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 12.3 Gegevens en afmetingen van de remweerstanden Onderstaande informatie heeft betrekking op remweerstanden in de uitvoering IP 20*). Bij een cyclus van 120s geldt voor deze remweerstanden een maximale inschakelduur van 3,4%. Type omvormer Remweerstand Aansluit- klemmen Weerst./continu vermogen SK 1500/3 CT t/m 120 Ω...
  • Pagina 59: Uitgangssmoorspoel

    Een te grote kabelcapaciteit aan de uitgang van de frequentieomvormer kan een overstroommelding of een moduul-fout tot gevolg hebben. Neem voor verdere informatie contact op met de betreffende NORD vestiging of vertegenwoordiging. 12.5 Sinus-uitgangsfilter Om het uitgangssignaal van de omvormer te filteren kunnen sinus-filters aangebracht worden. Bij gebruik van een sinus-filter is het niet nodig afgeschermde motorkabels te gebruiken.
  • Pagina 60: Nordac Vector Voor Kwadratisch Lastmoment (Vt)

    NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften 14 NORDAC vector voor kwadratisch lastmoment (VT) Naast de NORDAC vector frequentieomvormer (CT) voor gebruik met constante koppelkarakteristiek staat er een serie omvormers ter beschikking voor kwadratische karakteristieken (VT). Bij deze uitvoering is bewust van enkele parameters afgezien en enkele instelbereiken zijn beperkt. Dit heeft tot resultaat dat specifieke instelbereiken gerealiseerd zijn voor ventilatoren en centrifugaalpompen, zodat deze optimaal aangedreven kunnen worden.
  • Pagina 61: Technische Gegevens

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 15 Technische gegevens 15.1 Algemene technische gegevens Functie Instelbereik Uitgangsfrequentie 0 Hz ... 999 Hz Frequentie stapgrootte 0,1 Hz Maximale lengte van de leidingen ca. 150m zonder extra uitgangssmoorspoel, bij gebruik van standaard kabels aan de uitgang ca.
  • Pagina 62 NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften Typ SK ... 11000/3CT 15000/3CT 22000/3CT 30000/3CT 37000/3CT 11,0 15,0 22,0 30,0 37,0 Max. motorvermogen, 4-polig Continu uitgangsvermogen 16,8 22,2 31,5 41,5 49,2 400V 24,3 32,0 45,5 60,0 71,0 Max. continue uitgangsstroom Overbelastbaarheid 150 % van de continue uitgangsstroom gedurende 30 seconden Uitgangsspanning 3-fasen, 380 V -20% ...
  • Pagina 63: Technische Gegevens, Variabel Koppel (Vt → Variable Torque)

    NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften 15.3 Technische gegevens, variabel koppel (VT → → → → Variable Torque) Typ SK ... 2200/3VT 3000/3VT 4000/3VT 5500/3VT 7500/3VT 11000/3VT 15000/3VT Max. motorvermogen, 11,0 15,0 4-polig Continu uitgangsvermogen, 11,3 16,8 20,4 bij 400V Maximale continue 12,4 16,3 24,3 29,5...
  • Pagina 64: Nord Aandrijvingen

    Wij zijn altijd in de buurt - world wide → → → → NORD AANDRIJVINGEN Vestigingen in Duitsland: Getriebebau NORD Getriebebau NORD Getriebebau NORD Schlicht + Küchenmeister GmbH & Co. Schlicht + Küchenmeister GmbH & Co. Schlicht + Küchenmeister GmbH & Co.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nordac sk 2200/3 vtNordac sk 132000/3 ctNordac sk 37000/3 vt

Inhoudsopgave