Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

P220
Param. identificatie
(parameter identificatie)
0 ... 2
Bij apparaten tot 7.5 KW vermogen worden de motorgegevens via deze parameter automatisch door
het apparaat bepaald. Met de ingemeten motorgegevens wordt in veel gevallen een beter
{ 0 }
aandrijfgedrag mogelijk gemaakt.
De identificatie van alle parameters neemt enige tijd in beslag. Schakel in de tussentijd niet de
netspanning uit. Wanneer na de identificatie een ongunstig motorgedrag optreedt, kiest u een
passende motor in de P200 of moeten de parameters P201 t/m P208 handmatig worden ingesteld.
0 = Geen identificatie
1 = Identificatie R
2 = identificatie motor:
Let op! Voer de identificatie van motorgegevens alleen uit als de motor koud is (15 ... 25°C). Tijdens het
bedrijf wordt rekening gehouden met de motoropwarming.
De FO moet zich in de toestand "bedrijfsklaar" bevinden. Bij BUS-bedrijf moet de BUS storingsvrij
en in bedrijf zijn.
Het motorvermogen mag maximaal één vermogentrap hoger of drie vermogentrappen lager zijn
dan het nominale vermogen van de omvormer.
Voor een betrouwbare identificatie moet een maximale lengte van de motorkabel van 20m in acht
worden genomen.
Alvorens met de motoridentificatie te beginnen, moeten de motorgegevens volgens het typeplaatje
of P200 vooraf worden ingesteld. Minstens de nominale frequentie (P201), het nominale toerental
(P202), de spanning (P204), het vermogen (P205) en de motorschakeling (P207) moeten bekend
zijn.
Men dient erop te letten dat gedurende het hele meetproces de verbinding met de motor niet wordt
verbroken.
Kan de identificatie niet met succes worden afgesloten, dan wordt de foutmelding E019
gegenereerd.
Na de parameteridentificatie is P220 weer = 0.
P240

EMK spanning PMSM

(EMK spanning PMSM)
0 ... 800 V
De EMK-constante beschrijft de tegeninductiespanning van de motor. De in te stellen hoeveelheid
kan uit het motorinformatieblad of uit het typeplaatje worden gehaald en wordt op 1000 min
{ 0 }
geschaald. Aangezien het nominale toerental van de motor normaal gesproken niet 1000 min
moeten de gegevens overeenkomstig worden geconverteerd:
Voorbeeld:
E (EMK-constante, typeplaatje):
Nn (nominaal motortoerental):
Waarde in P240
0 = ASM wordt gebruikt, "Asynchrone machine wordt gebruikt": Geen compensatie
BU 0250 nl-3920
:
S
De statorweerstand (weergave in P208) wordt door meervoudige meting bepaald.
Deze functie is alleen bij apparaten tot 7.5 KW bruikbaar.
ASM: alle motorparameters (P202, P203, P206, P208, P209) worden bepaald.
PMSM: de statorweerstand (P208) en de inductiviteit (P241) worden bepaald.
5 Parameter
S
89V
2100 min
-1
P240 = E * Nn/1000
P240 = 89 V * 2100 min
-1
/ 1000 min
P240 = 187 V
P
P
-1
is,
-1
-1
101

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sk 250e-fdsSk 260e-fdsSk 270e-fdsSk 280e-fds

Inhoudsopgave