Inhoudsopgave
Advertenties
Présentation / Voorstelling
C
Mise en place du capteur de vitesse
L'information vitesse peut être réalisée soit :
Par la roue de l'épandeur,
Par information radar pour les tracteurs pré-équipés et
compatibles.
Par antenne GPS.
a) Par la roue de l'épandeur
Le capteur de vitesse est placé sur l'arbre d'entraînement
du réducteur DPA, ou sur l'essieu (montage usine).
La distance de réglage entre l'extrémité du capteur et la
couronne de détection doit être comprise entre 2 et 4mm.
b) Capteur de vitesse par GPS
- Raccorder le capteur à la prise RS232 de la console
prévue à cet effet qui est située derrière la console Vision
(sur le port du haut )
C
X
C
Plaatsing van de snelheidssensor
De snelheidsinformatie kan worden doorgegeven:
Via het wiel van de gierverdeler,
Via radarinformatie voor de vooruitgeruste en compa-
tibele tractoren.
Via GPS-antenne.
a) Via het wiel van de gierverdeler
De snelheidssensor wordt op de aandrijfas van de DPA
reductor of op de wielas (fabrieksmontage) geplaatst.
De afstellingsafstand tussen het uiteinde van de sensor en
de detectiekroon moet tussen 2 en 4 mm liggen.
b) Snelheidssensor per GPS
- Verbind de sensor met het daartoe voorziene contact
RS232 van de console, dat zich achter de Vision-console
bevindt (op de poort bovenaan)
c) Par la console de guidage Teejet MATRIX 840 GS
avec le Smart Boom ECONOV.
- Utiliser le câble RS 232 du smart boom ECONOV et
effectuer le branchement avec la console Vison, sur la
prise RS 232 située sur le port du haut.
c) Via de Teejet MATRIX 840 GS stuurconsole met de
ECONOV Smart Boom.
- Gebruik de RS 232 kabel van de ECONOV smart boom
en sluit deze aan op de Vision-console op contact RS 232
dat zich op de poort bovenaan bevindt.
FR
1
NL
13
Advertenties
Inhoudsopgave
