DRIVE
1) CONDENSATORS LEEG
Deze test wordt uitgevoerd tijdens de initiële diagnosefase. Dit alarm verschijnt indien de condensators
meer dan twee seconden nodig hebben om zich op te laden. Waarschijnlijk ligt een defect aan de
krachteenheid of een verkeerde aansluiting van de motor aan de oorzaak.
2) ALARM VMN
Deze test wordt uitgevoerd tijdens de werking. Indien de VMN (nominale gemiddelde spanning) niet
overeenstemt met de PWM die de mos bestuurt, treedt er een alarm op.
Mogelijke oorzaken:
a) motor verkeerd aangesloten;
b) controleer of er een lek van de motor naar de aarding is;
c) de chopper is stuk, vervang hem.
3) VMN LAAG
Deze test wordt uitgevoerd bij de opstarting. Indien de VMN (nominale gemiddelde spanning) lager is dan
1/3 van de VBATT (batterijspanning), treedt er een alarm op.
Mogelijke oorzaken:
a) motor verkeerd aangesloten;
b) controleer of er een lek van de motor naar de aarding is; zo ja moet de motor vervangen worden;
c) de chopper is stuk, vervang hem.
4) VMN HOOG
Deze test wordt uitgevoerd bij de opstarting en tijdens de rustfase. Indien de VMN (nominale gemiddelde
spanning) hoger is dan 2/3 van de VBATT (batterijspanning), treedt er een alarm op.
Mogelijke oorzaken:
a) motor verkeerd aangesloten;
b) de chopper is stuk, vervang hem.
5) VELDSPANNING IN RUST
Deze test wordt uitgevoerd bij de opstarting en tijdens de rustfase en signaleert een defect in het
generatiecircuit van het veldsignaal.
Mogelijke oorzaken:
a) bekabeling veld niet aangesloten;
b) defect in de krachteenheid van het veld.
6) VMN VENTILATORS
Dit is een alarm dat verwijst naar de spanning op de motor van de aanzuigventilatie. Duidt op een defect in
de chopper van de aanzuigventilatie of op een probleem ter hoogte van het systeem chopper + motor.
Mogelijke oorzaken:
a) kortsluiting mos van de chopper: het alarm verschijnt bij de opstarting of tijdens de rustfase;
b) mos van de chopper open: het alarm verschijnt wanneer er gevraagd wordt de motor op te starten;
c) motor geblokkeerd: het alarm verschijnt wanneer er gevraagd wordt de motor op te starten;
d) defect op de terugkoppelingsbesturingslus van de microprocessor: het alarm kan verschijnen bij de
opstarting, tijdens de rustfase en wanneer gevraagd wordt de motor op te starten.
In de gevallen a, b en d kan best de installatie vervagen worden.
7) HOGE STROOM IN RUSTFASE
Test uitgevoerd in de rustfase. Controleert of het stroomsignaal 0 bedraagt. Zo niet treedt er een alarm op
dat de bewerkingen van de machine verhindert.
Mogelijke oorzaken:
a) stroomsensor stuk;
b) logica defect.
64
BESCHRIJVING ALARMEN
(modellen Drive S/2 - RS/2)
A19.1830 - 10/2005 - 158969