10) Snelheidsschakelaar
Dient voor het instellen van de snelheid tijdens vervoer of werk.
Zet de schakelaar op het "schildpad" symbool voor het instellen van een lage snelheid voor een zorgvuldige
reiniging.
Zet de schakelaar op het "haas" symbool voor het verhogen van de snelheid tijdens het rijden.
Zet de schakelaar tussen de twee symbolen voor het werken bij een gemiddelde snelheid.
11) Knop om de borstels te bedienen
Zet de draaimotoren van de borstels aan en laat de borstels zakken.
Stand "stop", motoren uit, borstels naar boven.
Stand "borstel", motoren aan, borstels naar onder.
12) Vulopening reinigingsvloeistoftank
Dient voor het bijvullen van reinigingsvloeistof.
13) Alarmknop
Dient voor het gelijktijdig uitschakelen van alle bedieningscontacten. In noodgevallen op deze knop drukken.
Voor het opnieuw inwerking stellen de knop een kwartslag naar links draaien.
14) Keuzeknop voorwaarts/achterwaarts
Bepaalt het vooruit of achteruit rijden van de machine.
Stand "A": de machine gaat vooruit.
Stand "B": de machine gaat achteruit.
Opgelet!
1) – Als op de modellen "Drive T" de keuzeknop op "B" wordt gezet, dient u eerst te
controleren of u de zuigfunctie hebt uitgezet met de knop 4 afb.3 en of de vloerwisser
naar boven staat en het controlelampje "achteruit" 16 afb. 3 uit is.
Met deze procedure voorkomt u dat het rubber van de vloerwisser wordt beschadigd.
2) – Als op de modellen "Drive S/2 – RS/2" de keuzeknop op "B" wordt gezet, gaat de
vloerwisser automatisch naar boven.
A19.1830 - 10/2005 - 158969
DRIVE
23