INHOUDSOPGAVE {1/2} Pagina INFORMATIE VOORAF ALGEMEEN • Gegevens voor de identifi catie van de machine INTERVENTIEAANVRAGEN RESERVEONDERDELEN ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN NORMEN DIE TIJDENS DE WERKING GEVOLGD MOETEN WORDEN NORMEN VOOR HET ONDERHOUD VERPLAATSING VAN DE VERPAKTE MACHINE AANWIJZINGEN OM DE MACHINE UIT TE PAKKEN VERPLAATSING VAN DE UITGEPAKTE MACHINE DE MACHINE OPTILLEN TRANSPORT VAN DE MACHINE...
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE {2/2} Pagina • Vloerzwabber • De vloerzwabber reinigen • Vervanging van de droogboord |vervanging rubbers van de vloerzwabber. AANZUIGMOTOR RIJSYSTEEM • Handmatige verplaatsing van de machine wanneer het niet mogelijk is om te rijden (tractie) STUUR REMSYSTEEM • De elektrische rem uitschakelen ELEKTRISCH SYSTEEM 33 - 39 •...
INFORMATIE VOORAF De volgende symbolen zijn bedoeld om de aandacht van de lezer/gebruiker te trekken teneinde de machine correct en veilig te gebruiken. Meer bepaald hebben ze de volgende betekenis: Opgepast! Dit symbool wijst op de gedragsnormen die gerespecteerd moeten worden om schade aan de machine en het ontstaan van gevaarlijke situaties te vermijden.
ALGEMEEN {AFB.1} Gegevens voor de identifi catie van de machine Plaatje met overzicht van het type machine INTERVENTIEAANVRAGEN Eventuele interventieaanvragen moeten ingediend worden na een aandachtige analyse van de problemen en hun oorzaken. Ver- meld bij uw aanvraag aan de bediende de volgende gegevens: •...
ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN De machine beschreven in deze handleiding werd gebouwd in overeenstemming met de communautaire richtlijn betref- fende machines 2006/42/EG (Machinerichtlijn). De verantwoordelijke voor het beheer van de machine moet zich verplicht aan de communautaire richtlijnen en aan de geldende nationale wetten houden wat betreft de werkomgeving, teneinde de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te vrijwaren.
NORMEN DIE TIJDENS DE WERKING GEVOLGD MOETEN WORDEN Laat geen onbevoegde personen de machine naderen. Alleen bedieners die hiervoor toestemming kregen van de verantwoordelijke voor het beheer van de machine, die de inhoud van deze handleiding perfect kennen, mogen de machine gebruiken. Deze personen moeten mensen zijn die lichamelijk en intellectueel geschikt zijn, die niet onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen verkeren.
VERPLAATSING VAN DE VERPAKTE MACHINE De machine wordt verpakt op een pallet geleverd. Het gewicht en de afmetingen staan vermeld in de TECHNISCHE KENMERKEN. De vorken van de heftruck of transpallet moeten geplaatst worden zodat het midden van de verpakking ongeveer met het midden van de vorken overeenkomt.
TECHNISCHE KENMERKEN {3/3} Versies GIGA 702 R GIGA 802 GIGA 902 Gewicht van de machine Leeg gewicht zonder bediener, zonder batterij 259 kg 258 kg 268 kg Leeg gewicht zonder bediener, met 4 batterijen 6 V - 180 Ah 395 kg 398 kg 406 kg Leeg gewicht zonder bediener, met 4 batterijen 6 V - 205 Ah...
COMMANDO'S EN COMPONENTEN {AFB.3} Stuur / instrumentenbord met commando’s Stoel met veiligheidsmicro LED-lamp Knop om de machine te laden Opvangtank (vuil water) Watervulbuis (optie) Noodstopknop Vuldop Werkschijnwerper water/oplossing Tank met oplossing (zuiver water) Stootopvangrol Waterniveaubuis (tank met oplossing) Voorwiel Rempedaal Steun van de stoel Batterijencompartiment Ingebouwde batterijlader (optie)
3. Display Bij inschakeling van de machine verschijnt de volgende informatie tijdelijk op het display: 1a. Scherm: • Logo RCM / Naam en model van de machine 2a. Scherm: • Urenteller (gedeeltelijk en volledig) • Type geïnstalleerde batterij •...
12. Knop instelling snelheid (*) Het vooruit rijden van de machine kan op drie snelheden worden ingesteld, die via het toetsenbord geselecteerd kunnen worden. De instelling wordt op het display aangegeven. 13. Knop “GO GREEN”-werkwijze Wanneer u op deze knop drukt, worden alle functies, borstels en de aanzuiging geactiveerd en automatisch ingesteld (zie hoofd- stuk “GO GREEN”-WERKWIJZE).
Pagina 16
17. Opvangtank (vuil water) Deze tank bevat het vuile water dat door de vloerzwab- ber wordt aangezogen van de wasborstels. Aan het ein- de van iedere wasbeurt moet u het vuile water uit deze tank afl aten en daarna de tank schoonmaken (zie “WATER AFLATEN EN REINIGING VAN DE OPVANGTANK”).
Pagina 17
28. Afvoerslang vuil water De slang dient om het vuile water uit de opvangtank af te laten. Zie “WATER AFLATEN EN REINIGING VAN DE OPVANGTANK” voor een zorgvuldige reiniging van de opvangtank.
GEBRUIK VAN DE VLOERREINIGINGSMACHINE Nodige voorzorgsmaatregelen • De vloerreinigingsmachine mag alleen door bekwaam en verantwoordelijk personeel worden gebruikt dat hiervoor toe- stemming werd verleend. • Wanneer u de vloerreinigingsmachine onbewaakt achterlaat, moet u de sleutel van de schakelaar 23 {afb.4} naar buiten trekken.
WATER VULLEN EN WASFASE {AFB.5} Water vullen Vóór iedere wasbeurt moet u de tank voor de oplossing 1 vullen met de juiste hoeveelheid water* (*Maximumtemperatuur van het water 50 °C) en schoonmaakproduct. Dit doet u door dop 2 te openen. De tank is uit polyethyleen vervaardigd, dat niet door zure of basische producten kan worden aangetast, noch door het me- rendeel van de oplosmiddelen.
“STANDAARD”-WERKWIJZE {AFB.6} Inschakeling van de machine Wanneer het elektrische systeem wordt ingeschakeld door de contactsleutel 23 {afb.4} op pos.1 te zetten, verschijnt het logo. Daar- na wordt achtereenvolgens het machinetype, de softwareversie, het type batterij en de urenteller op het display weergegeven, daarna verschijnt het scherm met betrekking tot de staat van het systeem met het oplaadniveau van de batterij, de verschillende actieve functies en de betreff ende instellingen en eventuele alarmen.
“GO GREEN”-WERKWIJZE {AFB.7} Via deze werkwijze kunt u het verbruik van water, schoonmaak- product en energie verminderen. Om de “GO GREEN”-werkwijze te activeren, drukt u gewoon op de knop , de bediener kan nu de wasfase onmiddellijk uit- voeren zonder afstellingen uit te voeren op de functies, zoals borstels, het openen van de waterstroom, het aanzuigen en de vloerzwabber.
BEHEER VAN ACCESSOIRES EN PARAMETERS | NIVEAU (ERKENDE) DEALERS {AFB.9 - 1/2} In de tabellen hierna worden de belangrijkste instellingen weergegeven. Om naar de instellingen te gaan en ze te wijzigen, drukt u tegelijk op de knoppen “1” en “2” en draait u de contactsleutel “3”...
Pagina 23
BEHEER VAN ACCESSOIRES EN PARAMETERS | NIVEAU (ERKENDE) DEALERS {AFB.9- 2/2} Belangrijkste instellingen default 1. Model selection (selecteert het type machine) NB: in te stellen in geval van andere modellen dan 802 {default} 702R Waarden default minimum maximum 2. DeterSaver Func. {detersaver-functie “optie”} JA (YES) (Activeert de optie) 3.
EINDE VAN DE WASFASE Na de wasfase onderbreekt u de functies via dezelfde knoppen die beschreven werden in de verschillende werkwijzen. Ga naar de plaats voor de opslag van de machine en zet de machine uit, neem de contactsleutel weg, maak de machine leeg en reinig hem. Opgepast! Gevaar voor vorst Bij temperaturen van 0°C of lager, moet het water in de tanks en de bijbehorende leidingen na iedere werkdienst, of wanneer de machine gedurende bepaalde tijd blijft stilstaan, gecontroleerd worden...
WATER AFLATEN UIT DE TANK VAN DE OPLOSSING EN REINIGING VAN HET WATERFILTER {AFB.11} Water afl aten uit de tank van de oplossing (zuiver water) Verwijder de dop 2 om het water uit de tank van de oplossing 1 af te laten. Het is aanbevolen het water uit de tank af te laten wanneer de machine niet vaak wordt gebruikt.
ONDERHOUD {AFB.12 - 1/4} Opgepast! Alle onderhoudswerken mogen ALLEEN door de bediener of door bevoegd, gekwalifi ceerd personeel worden uitge- voerd. Voordat u verdergaat, en om in veilige condities te werken, neemt u de contactsleutel weg om onopzettelijk inschakelen van de machine of van een motor te vermijden. Opgepast! Voordat onderhoud op de “wassende”...
ONDERHOUD {AFB.12 - 2/4} Opgepast! Voordat onderhoud op de “wassende” rollenborstels uitgevoerd wordt, moet u controleren of er geen touwen, stukken ijzerdraad of andere voorwerpen tussen de aandrijfnaven 6 en de borstels 4 zitten Controleer de slijtage van de aandrijfnaven 6 van de borstels 4. Controleer de reiniging van het compartiment, van de borstels en het afvalbakje 5, maak ze indien nodig met water schoon.
ONDERHOUD {AFB.12 - 3/4} Opgepast! Omwille van de verpakking kan het voorvallen dat de vloerzwabber gedemonteerd van de machine geleverd wordt. In dat geval moet die op de steunplaat van de vloerreinigingsmachine worden aangebracht. Vloerzwabber Handel als volgt om de vloerzwabber te monteren: •...
ONDERHOUD {AFB.12 - 4/4} De vloerzwabber reinigen Demonteer de vloerzwabber door de instructies in het deel “ONDERHOUD {AFB.12 - 3/4} IN OMGEKEERDE VOLGORDE TE VOLGEN.Demonteer de rubbers van de vloerzwabber (zie vol- gende paragraaf ) en reinig deze rubbers en de binnenkant van de vloerzwabber met een waterstraal.
AANZUIGMOTOR {AFB.13} De aanzuigmotor 1 dient om het water, opgevangen door de vloerzwabber, aan te zuigen middels bediening van de knop 6 {afb. 4}. Deze motor moet elke dag gecontroleerd worden, en telkens wanneer het aanzuigfi lter 6 {afb. 10} wordt gereinigd. Handel als volgt voor de controle van de aanzuigmotor: •...
RIJSYSTEEM {AFB.14} De vloerreinigingsmachine wordt voortbewogen door een elektrisch systeem bestaande uit een diff erentiaal met elektri- sche motor 1 en elektrische rem op de achterwielen, en een elektronische centrale 2 die het rijsysteem controleert (zie hoofdstuk “ELEKTRISCH SYSTEEM - elektronische centrale ITAL- SEA 7CFX1000 {AFB.17 - 1/5} De machine is voorzien om vooruit te rijden door het versnel- lingspedaal 3 in te drukken.
STUUR {AFB.15} Het stuur wordt bediend via een ketting 1, die de beweging naar de stuurkolom 2 en naar de kroon 3 op het voorwiel overbrengt. Om de speling af te stellen, die op het stuur kan ontstaan, moet u de schroeven 4 lossen om de spanning van de ketting te regelen. REMSYSTEEM {AFB.16} Het remsysteem van de vloerreinigingsmachine dient om de rijdende machine af te remmen en op hellende oppervlakken geblokkeerd te houden.
Als op de machine een lood-zuur-batterij is geïnstalleerd en u die door een gel-batterij wilt vervangen, of omgekeerd, dan moet u de para- meter wijzigen met betrekking tot het type batterij, zoals beschreven wordt in “AFB.9”. DEZE HANDELING MAG ALLEEN DOOR “RCM” OF DOOR EEN “ERKENDE” DEALER WORDEN UITGEVOERD. Aansluit...
ELEKTRISCH SYSTEEM {AFB.17 - 2/5} Ingebouwde batterijlader (optie) Opgepast! Niet gebruiken met gepantserde batterij De batterijlader 1, “indien aanwezig”, bevindt zich onder de steun van de stoel 2. Handel zoals beschreven wordt in het hoofdstuk “ELEKTRISCH SYSTEEM - Installatie batterijen” om bij de batterijlader te komen. Batterijen opladen met ingebouwde batterijlader (optie) Opgepast!
ELEKTRISCH SYSTEEM {AFB.17 - 3/5} Confi guratie “DIPSWITCH” op de ingebouwde batterijlader om lood-zuur-batterijen of gelbat- terijen (optie) op te laden De ingebouwde batterijlader CBHD3 is voorzien om lood-zuur-batterijen of gelbatterijen op te laden. Afhankelijk van het type batterij moeten de instellingen wor- den uitgevoerd via de schakelaars (dipswitch) 1 (zie foto) vol- gens de aanwijzingen in de “Tabel voor confi guratie dipswitch voor batterijlader CBHD3 24 V - 25 A”.
ELEKTRISCH SYSTEEM {AFB.17 - 4/5} Diagnostiek alarmen In geval van storing(en) of slechte werking van de machine, geeft de centrale 8 {afb.17 - 1/5} op het display het alarm weer, zoals bijvoorbeeld aangegeven wordt in de volgende afbeelding: Raadpleeg de volgende tabel voor de volledige lijst van de alarmen: TABEL DIAGNOSTIEK ALARMEN CENTRALE (ITALSEA 7CFX1000) {1/3} Alarm Oorzaak...
Pagina 37
TABEL DIAGNOSTIEK ALARMEN CENTRALE (ITALSEA 7CFX1000) {2/3} Alarm Oorzaak Beschrijving AL_45: Function Hoofdafstandschakelaar defect CC Alarm gegenereerd in geval het hoofdrelais van de functies al gesloten blijkt bij de inschakeling. AL_46: Function Te hoge stroom uitgangen borstels 1-2-3 Controle hardware die in werking treedt bij kortslui- ting op de uitgang, op circa 300 A gedurende 10 us.
Pagina 38
TABEL DIAGNOSTIEK ALARMEN CENTRALE (ITALSEA 7CFX1000) {3/3} Alarm Oorzaak Beschrijving AL_69: Function Amperometrische beveiliging aandrij- Controle software die in werking treedt als de ving 3 stroom, gelezen op de uitgang, boven de parame- ter Nominale Stroom blijft gedurende de tijd die ingesteld is in de parameter Nominale Tijd.
PERIODIEKE HANDELINGEN VOOR CONTROLE EN ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSCONTROLES De machine moet door een gespecialiseerde technicus gecontroleerd worden, die de veilige condities van de machine controleert en nagaat of er geen schade of defecten zijn in de volgende gevallen: » Vóór de inwerkingstelling. »...
DEFECTEN OPSPOREN {1/2} Defect Oorzaak Oplossing De vloerzwabber droogt niet Rubbers van de vloerzwabber versleten Vervang de rubbers Vloerzwabber verstopt Reinig de vloerzwabber Er zit een vreemd voorwerp vast in de vloerzwabber Verwijder het vreemde voorwerp Aanzuigslang verstopt Reinig de leiding Vloerzwabber niet goed afgesteld Regel de inclinatie (zie “ONDERHOUD {AFB.12 - 3/4}) Dop van de leiding om water af te laten staat open...
DEFECTEN OPSPOREN {2/2} Defect Oorzaak Oplossing De machine rijdt niet vooruit en ook niet achteruit. Connector versnellingspedaal losgekoppeld Sluit de connector opnieuw aan Veiligheidsmicroschakelaar onder de stoel is stuk Vervang de microschakelaar Diff erentiaal met elektrische tractiemotor beschadigd Vervang de motor of de kooltjes of kooltjes versleten.
INFORMATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID Reiniging Tijdens de handelingen om de machine te reinigen en te wassen, moeten agressieve, zure, enz. schoonmaakproducten met grote omzichtigheid worden gebruikt. Houdt u aan de instructies van de fabrikant van het schoonmaakproduct en draag indien nodig een beschermende uitrusting (overall, handschoenen, bril, enz.).