HET GEBRUIK VAN DE SCHROBZUIGMACHINE
Noodzakelijke voorzorgsmaatregelen
1. De schrobzuigmachine mag alleen door bevoegd e verantwoordelijk personeel gebruikt worden.
2. Als u de schrobzuigautomaat onbewaakt achterlaat, dient u de contactsleutel 5 (fi g.3) eruit te halen en
de rempedaal 1 fi g. 3 te blokkeren in de parkeerstand met het blokkeerhendeltje
2 afb. 3 (zie het hoofdstuk REMMEN)
3. Wanneer de schrobzuigmachine niet gebruikt wordt, moeten de borstels opgeheven worden om te
voorkomen dat de haren vervormen.
4. De machine niet op een helling stilzetten.
Attentie!
Controleer het vloeistofniveau van de batterij's voordat u de machine gebruikt.
Normen voor het starten van de schrobzuigmachine
1. Controleer of afvoertank 2 (zie fi g.. onderaan de pagina) leeg is.
2. Vul reinigingsvloeistoftank 1 (zie fi g. onderaan de pagina).
3. Controleren of de borstels van de vloer geheven zijn (knop 11 - "stop" fi g. 3).
4. Controleer of de rem ontgrendeld is.
5. Steek sleutel 5 (fi g. 3) in het contact en draai naar rechts (op deze manier krijgt de hoofdbediening
stroom).
6. Schakel de aanzuiging in met drukknop 4 (fi g. 3).
7. Schakel de borstelrotatie en het verminderen in met knop 11 - "borstel" (fi g. 3).
8. Open de vloeistofkraan met hendel 3 (fi g. 3).
9. Activeert bedieningsknop 14 (fi g. 3) op pos.A
Attentie!
Op de modellen "Drive S/2 - RS/2" dient u binnen zes seconden op het gaspedaal te
drukken anders gaan de borstels automatisch omhoog, druk opnieuw op het pedaal
om ze omlaag te brengen.
10. Voor het regelen van rijrichting en rijsnelheid, bij uitvoering rustig op gaspedaal 2 (fi g. 3) drukken.
Attentie!
De vloerreinigingsmachine werkt slechts als de bediener correct op de bestuurdersplaats
zit en de alarmknop uitgeschakeld is. Alvorens te beginnen te werken de machinefuncties
volgens programma vertraagd.
A19.1830 - 10/2005 - 158969
DRIVE
31