Duemila S VOORAFGAANDE INFORMATIE De volgende symbolen hebben als doel de aandacht van de lezer/gebruiker te trekken en hem te wijzen op een correct en veilig gebruik van de machine. Meer in het bijzonder hebben zij de volgende betekenis: ATTENTIE: Onderlijnt gedragsvoorschriften die gerespecteerd moeten worden om schade aan de machine en gevaarlijke situaties te voorkomen.
Duemila S INHOUDSOPGAVE PAG. ALGEMEEN ..................................6 Gegevens voor identificatie van de veegmachine ......................6 TECHNISCHE EIGENSHAPPEN ........................... 7 BESTUUR - EN BEDIENINGSAPPARATUUR ....................... 10 ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN ........................... 17 VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE ....................18 • Slepen ................................... 18 •...
Pagina 12
Duemila S Pedaal voor - en achteruit rijden Regelt de rijsnelheid van de machine. Druk op de voorkant van het pedaal om vooruit te rijden en op de achterkant om achteruit te rijden. Hoe dieper u het pedaal indrukt, hoe groter de rijsnelheid wordt.
Pagina 13
Duemila S Clacson knop Hiermee activeert u de clacson. Lichtschakelaar (OPTIONEEL) Bedient het in- en uitschakelen van de voor- en achterlichten (parkeerlichten en dimlichten). Bedieningsschakelaar richtingaanwijzers (OPTIONEEL) Bedient het in- en uitschakelen van de richtingaanwijzers (pijlen). Uurteller geeft het aantal gewerkte uren aan.
Pagina 14
Duemila S Verklikker acculading Het branden van de verklikker bij draaiende motor geeft aan dat de wisselstroomdynamo de accu niet laadt. Dit kan veroorzaakt worden door een defecte riem of dynamo, een losse kabel enz. Verklikker aanzuigventilators ingeschakeld Het branden van de verklikker betekent dat de aanzuigventilators ingeschakeld zijn.
Pagina 15
Duemila S Verklikker oliedruk motor Als deze verklikker brandt, heerst er onvoldoende druk in het smeercircuit van de motor (schakel de motor uit en controleer het oliepeil van de motor). Verklikker richtingaanwijzers (OPTIONEEL) geeft aan dat de richtingaanwijzers ingeschakeld zijn.
Pagina 16
Duemila S Hendel stuurafstelling Voor het regelen van de stuurstand de hendel losdraaien, het stuur omhoog of omlaag bewegen en de hendel weer blokkeren. Zitplaats en afstellingen De zitplaats beschikt over de volgende afstellingen: • in de lengterichting (hendel A) •...
Duemila S ALGEMENE VEILIGHEIDSNORMEN De machine die in deze handleiding beschreven wordt, is geproduceerd overeenkomstig de EEG Richtlijn machines CEE/98/37(Machine richtlijn). en latere wijzigingen. Degene die verantwoordelijk is voor het beheer van de machine, is verplicht zich te houden aan de EEG richtlijnen en aan de landelijk geldende wetten inzake de werkomgeving om zodoende de veiligheid en de gezondheid van de operators te verzekeren.
Duemila S VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE De machine kan op twee verschillende manieren verplaatst en vervoerd worden: de machine op een geschikt vervoermiddel slepen. de machine optillen en op de gewenste plaats zetten. SLEPEN Wanneer de veegmachine geduwd of gesleept moet worden als volgt te werk gaan: •...
Duemila S OPTILLEN Voor het optillen van de veegmachine gebruikmaken van de ankergaten: • hijsoog voorzijde 2 (tek. 5) • ankerpunten 3 (tek. 6) aan de achterkant TEK.6 Het gewicht van de veegmachine wordt als volgt verdeeld: 230 kg circa op het hijsoog voorzijde 2 515 kg circa op elk van de ankerpunten 3 In het voorste hijsoog kunt u een normale kraanhaak gebruiken.
Duemila S GEBRUIK VAN DE VEEGMACHINE Noodzakelijke voorzorgsmaatregelen De veegmachine dient alleen gebruikt te worden door bevoegd en vakbekwaam personeel. Wanneer u de veegmachine onbemand laat staan, dient u de contactsleutel te verwijderen en de machine op de parkeerrem 31 (tek. 3 ) te zetten De machine niet op een helling stilzetten of voor deuren of brandblussers.
Duemila S NORMEN VOOR OPSTARTEN VAN DE VEEGMACHINE Starten van de motor • Plaats de gashendel 7 (tek. 3) op ¾ van zijn bereik. • Steek de startsleutel 14 in de schakelaar. • Draai kloksgewijs totaan de tweede inkeping (stand II).
DENKT U EROM GEEN WIJZIGINGEN OP DE VEEGMACHINE AAN TE BRENGEN. ONDER WIJZIGING WORDT OOK VERSTAAN HET VERVANGEN VAN EEN ONDERDEEL DOOR EEN ANDER MET VERSCHILLENDE EIGENSCHAPEN. GEBRUIK ALTIJD ORIGINELE ONDERDELEN, BIJ TWIJFEL CONTACT OPNEMEN MET DE SERVICE-AFDELING VAN RCM S.p.A.
Duemila S ONDERHOUD Motor De instructies uit het boekje GEBRUIK EN ONDERHOUD van de motor FORD VSG 413 nauwkeurig opvolgen. Smering Elke 8 uur het oliepeil van de motor controleren met behulp van peilstok 5 (tek. 8). Elke 125 uur oliefilter 2 vervangen en de motorolie door afvoerleiding 6 laten aflopen en vervangen (tek. 8).
Duemila S Voeding van de motor De motor wordt gevoed door een brandstofpomp. Elke 8 werkuren de luchtfilters 1 en 2 (Tek.9) demonteren en reinigen met een luchtstraal. Als de filters verschillende keren gereinigd zijn of teveel vervuild zijn, dienen ze vervangen te worden.
Duemila S ZIJBORSTELS EN HOOFDBORSTEL De borstels worden door de hydraulische motoren 1 en 2 aangedreven (tek. 11) die op hun beurt bediend worden door hendel 4 op de verdeler (tek. 3). Het opheffen en omlaagbrengen van de borstels wordt geregeld met behulp van de hendels 8 en 9 (tek. 3).
Duemila S Afstelling zijborstels De zijborstels moeten op de grond een spoor achterlaten zoals in tekening 12 te zien is. Naarmate de borstelharen versleten raken, dient u de hoogte vanaf de vloer bij te stellen zodat het spoor gelijk blijft.
Duemila S Hoofdborstel De hoofdborstel veegt stof en afval in de afvalbak aan de achterkant van de machine. ATTENTIE! GEEN TOUW, DRADEN, IJZERDRAAD E.D. OPVEGEN DAAR DEZE IN DE BORSTEL VERSTRIKT KUNNEN RAKEN EN DE BORSTELHAREN BESCHADIGEN Afstelling hoofdborstel De hoofdborstel dient de grond net te raken en over de gehele lengte een spoor van 6 tot 8 cm breed achter te laten.
Duemila S Schoonmaken stofdeflector Wanneer de veegmachine buiten gebruikt wordt (parkeerplaats, pleinen, enz. ..) waar het terrein niet altijd droog is, kan zich na verloop van tijd aan de voorkant van de deflector van de hoofdborstel een vuilkorst vormen (tek. 17), dit vuil belemmert een goede werking van de veegmachine.
Duemila S AANDRIJFSYSTEEM De veegmachine wordt aangedreven door een hydrostatisch systeem gevormd door een regelbare pomp 1 (tek. 20) aangedreven door een verbrandingsmotor en door een hydraulische motor die het voorwiel bedient. Onderhoud en afstelling aandrijfsysteem De werkdruk van het aandrijfsysteem ligt tussen 40 en 80 bar (Max. afgestelde circuitwaarde : 200 bar) Vooruit- en achteruit rijden wordt bestuurd door pedaal 2.
Duemila S HYDRAULISCH OPHEF EN ROTATIE SYSTEEM Het hydraulische systeem dat de borstels draaien laat en de afvalbak opheft en opent, wordt bediend door een enkele tandwielpomp 5 (tek. 20) die aangedreven wordt door de verbrandingsmotor. De rotatie van de borstels wordt rechtstreeks bestuurd door hydromotoren die in serie geschakeld zijn.
Duemila S Koeling drukolie In het hydraulische systeem bevindt zich radiator 1, deze zorgt ervoor dat de olie in het circuit gekoeld wordt. De oliekoeling in de radiator geschiedt met behulp van elektroventilator 2. Wanneer de olietemperatuur in tank 7 (tek. 21) boven 60° C stijgt, wordt dit door temperatuursensor 1 (tek.
Duemila S AFVALBAK De afvalbak dient voor het opvangen van het vuil dat door de borstels verzameld wordt. Wanneer het afval in de afvalcontainers geloosd dient te worden, gaat u als volgt te werk: Hef de afvalbak met behulp van hendel 1 (stand A);...
Duemila S Veiligheidsbeugels voor opgeheven afvalbak ATTENTIE! WANNEER DE AFVALBAK OPGEHEVEN WORDT VOOR HET UITVOEREN VAN BEPAALDE WERKZAAMHEDEN, IS DE BEDIENER VERPLICHT DE VEILIGHEIDSBEUGELS 1 OP DE STANGEN VAN DE OPHEFCYLINDERS RECHTS EN LINKS 2 TE PLAATSEN. ATTENTIE! NA HET BEËINDIGEN VAN DE WERKZAAMHEDEN DE BEUGELS 1 VERWIJDEREN.
Duemila S REMMEN De remmen dienen om de rijdende veegmachine te stoppen en de machine stil te houden op hellende oppervlakten. Noodrem (tek.27): Het remsysteem werkt met interne remschoenen op de achterwielen, pedaalbediening 1 is hydraulisch met een pomp en cylinder 2. De afstelling van de remblokken geschiedt automatisch en heeft geen handmatige interventie nodig Het ontlasten van het hydraulische remsysteem geschiedt door de twee schroeven nr.
Duemila S Parkeerrem (tek.28): Het remsysteem werkt met interne remschoenen op de achterwielen. De bediening van parkeerremhendel 1 is mechanisch met behulp van kabels. Wanneer de remschoenen de veegmachine niet meer voldoende blokkeren dient u de rem af te stellen met behulp van de handgreep van remhendel 1 die aangeschroefd moet worden.
Duemila S STOFFILTERS De stoffilters verwijderen het stof uit de lucht die door de ventilators aangezogen wordt en moeten altijd in perfecte staat gehouden worden. Filter reiniging Stop de ventilators door schakelaar 15 (tek. 3) in de middenstand te zetten.
Duemila S Patroonstoffilters (tek.30) (OPTIONAL) • Het deksel optillen • Schuddersteunen 2 demonteren • Filterpatronen 1 eruit trekken • De patronen met een luchtstraal van buiten naar binnen reinigen. Nooit houten of ijzeren pinnen gebruiken. • Patronen 1 weer monteren, let erop dat de pakkingsringen correct op hun plaats gemonteerd worden.
Nooit wijzigingen op de machine aanbrengen. Ook vervanging van onderdelen door onderdelen met andere kenmerken wordt als wijziging beschouwd. Gebruik altijd originele onderdelen (geleverd door RCM S.p.A. of door het verkoopnet van de fabrikant). Bij twijfel altijd contact opnemen met het RCM servicecentrum.
Pagina 39
De aanwezige veiligheidsvoorzieningen zijn beschreven in deze handleiding voor gebruik en onderhoud; bij twijfel niet aarzelen om contact op te nemen met het RCM servicecentrum. Controleer tijdens het testen altijd de staat van de beveiligingen. Vervang de veiligheidsvoorzieningen (zo nodig) alleen door originele onderdelen.
Pagina 42
Duemila S CRUSCOTTO TEK.32 ELEKTRISCH SYSTEEM DASHBOARD PANEL TABLEAU DU BORD INSTRUMENTEBRETT CENTRALINA MOTORE ENGINE CONTROL UNIT UNITÉ DE CONTRÔLE MOTEUR MOTORKONTROLLEINHEIT CONTROLE EENHEID MOTOR UNIDAD DE CONTROL MOTOR LINEA ALIMENTAZIONE SUPPLY CONNECTIONS ALIMENTATION ALIMENTACIÓN SPEISUNG...
Pagina 43
Duemila S CRUSCOTTO DASHBOARD PANEL TABLEAU DU BORD INSTRUMENTEBRETT FANALI ANTERIORI FANALI POSTERIORI HEADLIGHT REAR LIGHT FAROS DELANTERO FAROS POSTERIOR PHARES AVANT PHARESARRIÈRE VORDERER SCHEINWERFEREN HINTERER SCHEINWERFEREN ACHTERLICHT VOORLICHT CABINA CABINE KABINE LINEA MOTORE ENGINE MOTOR MOTEUR...
Duemila S PERIODIEK ONDERHOUD EN CONTROLES EN VEILIGHEIDSCONTROLES 1) de veegmachine dient in de volgende gevallen door een gespecialiseerde technicus geïnspecteerd te worden, deze monteur controleert de veiligheidsvoorzieningen en de aanwezigheid van beschadigingen of slijtage: voor het opstarten na wijzigingen en reparaties periodiek, volgens tabel “Periodiek onderhoud en controles“.
Duemila S OPZOEKEN EN OPLOSSEN VAN STORINGEN STORING OORZAAK OPLOSSING Veegt zwaar materiaal niet op Te trage borstelrotatie. Motorsnelheid - verhogen. of laat vuilspoor achter tijdens Te hoge rijsnelheid. Rijsnelheid - verlagen. werk. Te licht spoor. Spoor afstellen. Versleten borstel.
Duemila S VEILIGHEIDSINFORMATIE ATTENTIE! Explosieve atmosfeer: de machine is niet ontworpen voor het werken in ruimten met mogelijke aanwezigheid van explosief gas, stof of damp, gebruik van de machine in explosieve atmosfeer is derhalve VERBODEN Afvoer van schadelijke stoffen: Voor afvoer van verzameld vuil, machinefilters en afgewerkt materiaal als accu’s, motorolie e.d. dient u...