7
Service en foutcodes
Foutgeheugen
7
Service en foutcodes
7.1
Foutgeheugen
7.2
Foutcodes
Foutmelding Foutcode
Statuswoord,
als bit Xy = 1
Regelaar-
dec
weergave
"O-I"
1
"h-OI"
1
"I.t-trP"
8
"OI-b"
4
64
Technische handleiding – MOVITRAC
In de parametermodus krijgt parameter
beurtenissen die zijn opgetreden. De desbetreffende meldingen worden in afgekorte
vorm weergegeven. De meest actuele melding staat hierbij op de eerste positie (bij
het oproepen van P00-28); de vorige gebeurtenissen schuiven een positie naar bene-
den.
Bij het optreden van een nieuwe melding wordt de oudste melding uit het foutgeheu-
gen verwijderd.
AANWIJZING
Als de laatste uitschakeling bijvoorbeeld vanwege onderspanning optrad, worden er
geen andere onderspanningsfouten in het foutgeheugen opgenomen. Hierdoor wordt
voorkomen dat het foutgeheugen wordt gevuld met onderspanningsfouten die altijd
optreden als de regelaar wordt uitgeschakeld.
CANopen
Emergency
Code
hex
hex
0x1
0x2303
Overstroom op de uitgang van
de regelaar naar de motor
Overbelasting aan de motor
Overtemperatuur in het koelli-
chaam van de regelaar
0x1
0x230F
Hardware-overstroomfout aan
de regelaaruitgang (IGBT-be-
veiliging bij overbelasting)
0x08
0x1004
Overbelastingsfout. Treedt op
als de regelaar gedurende
een bepaalde periode meer
dan 100 % van de nominale
stroom (vastgelegd in P-08)
heeft geleverd. Het display
knippert om de overbelasting
weer te geven.
0x04
0x2301
Overstroom remkanaal
Overstroom in het remweer-
standscircuit
®
LTE-B+
P00-28
Betekenis
Fout tijdens constant toerental:
• Overbelasting of storing controleren
Fout bij de vrijgave van de regelaar:
• Controleren of de motor kantelt of blokkeert
• Controleren op fout bij de aansluiting: ster-driehoek
• Controleren of de kabellengte overeenkomt met de
voorschriften
Fout tijdens bedrijf:
• Controleren op plotselinge overbelasting of storingen
• Kabelverbinding tussen regelaar en motor controleren
• De acceleratie-/deceleratietijd is eventueel te kort en
vereist te veel vermogen. Als P-03 of P-04 niet vergroot
kan worden, moet u een grotere regelaar gebruiken.
• Acceleratie-integrator P-03 vergroten of belasting van
de motor verkleinen.
• Controleren of de kabellengte overeenkomt met de
voorschriften.
• Belasting mechanisch controleren om ervoor te zorgen
dat deze soepel kan bewegen en dat er geen blokkerin-
gen of andere mechanische storingen aanwezig zijn.
• Kabel naar remweerstand controleren
• Remweerstandswaarde controleren
• De minimale weerstandswaarden in de nominale tabel-
len in acht nemen
een dataset met de laatste vier ge-
Maatregel