10.5
AFSTELLING VAN DE VLAM
Als de vlam zwak is en/of oranje kleurt, betekent dit dat de verbranding niet optimaal is; de afstelling van de
snelheid van de rookgassenafzuiger moet worden uitgevoerd met de ondersteuning van een erkende technicus.
Telkens u van pelletkwaliteit verandert, kan het nodig zijn om opnieuw af te stellen.
10.6
GEEN ONTSTEKING
Als de pellets niet ontstoken worden, wordt dit gesignaleerd door het alarm "ALAR NO FIRE"
• Als de omgevingstemperatuur lager is dan 10°C is de bougie niet in staat de ontstekingsfase te activeren.
Om de bougie in deze fase te helpen, moet u nog wat pellets in de vuurpot doen en een stukje brandend
ontstekingsmateriaal op de pellets leggen (zoals bijvoorbeeld het Italiaanse product Diavolina).
Na een mislukte ontsteking moeten de opeengehoopte pellets uit de vuurpot gehaald
worden alvorens de kachel opnieuw te starten.
• Teveel pellets in de vuurpot, of vochtige pellets, of een vuile vuurpot, maken het ontsteken moeilijk, veroorzaken
witte, dichte rook die schadelijk voor de gezondheid is en kunnen explosies in de verbrandingskamer tot
gevolg hebben. Men dient daarom tijdens de ontstekingsfase niet voor de kachel te blijven staan als witte,
dichte rook waargenomen wordt.
Als de vlam na enkele maanden zwak is en/of oranje van kleur, of als het glas de neiging
vertoont steeds erg zwart te worden, of de vuurpot de neiging vertoont een aanslag te
vormen, reinig dan de kachel, reinig de rookleiding en reinig het rookkanaal.
10.7
GEEN ENERGIE
• Na een black-out van de elektrische energie zal de kachel bij de hernieuwde inschakeling daarvan "ALAR
NO RETE" (geen net) tonen.
• De kachel start de uitschakelfase door de rookgassenafzuiger te activeren, die gedurende circa 15 minuten
het rookresidu zal uitstoten.
• Verricht een reset van de fout met toets P4.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
10.8
SET TEMPERATUUR
• Om de omgevingstemperatuur te wijzigen, volstaat het op toets P3 te drukken en op hetzelfde moment de
temperatuur te regelen met de toetsen P1 en P2.
• De geselecteerde temperatuur en de omgevingstemperatuur worden weergegeven op display B.
• Als de waarde van de omgevingstemperatuur de limiet overschrijdt die bij set temperatuur ingesteld is, gaat
het warmtevermogen op het minimum staan tot de waarde weer onder de vastgestelde drempel komt die
aangeduid wordt met de tekst "RIS".
10.9
TEMPERATUUR ROOKGASSEN
Om de temperatuur van de rookgassen bij de uitgang van de afvoerpijp te controleren, volstaat het toets P1
ingedrukt te houden.
10.10
UITSCHAKELING
Om de kachel uit te schakelen, houdt u toets P4 ingedrukt: op display A verschijnt de tekst "OFF". Na circa 15-20
minunten gaat ook de rookgassenafzuiger uit (dit gebeurt altijd, onafhankelijk van het feit of de kachel warm
of koud is):
Als de pellets van slechte kwaliteit zijn (ze bevatten lijm, olie, lak, residu van plastic of zijn
kruimig), kan tijdens de werking een residu langs de pelletafvoerleiding gevormd worden. Is
de kachel eenmaal uitgeschakeld dan kan dit residu hele kleine gloeiende kooltjes vormen
die opwaarts langs de leiding de pellets in de voorraadbak kunnen bereiken, deze kunnen
doen verkolen en zo een dichte, schadelijke rook in het vertrek kunnen veroorzaken. Houd
de voorraadbak altijd afgesloten met diens deksel. Mocht de buis vuil blijken te zijn, reinig
deze dan (zie INLEIDING op pag. 57).
FAMILY
NL
53