Instellen: automatische
programma's met
Voedselsensor
De kerntemperatuur van het gerecht is
standaard en kan in programma's met de
vleesthermometer niet worden veranderd.
Het programma eindigt wanneer het
apparaat de ingestelde kerntemperatuur
heeft bereikt.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik herhaaldelijk op
display
weergeeft.
3. Installeer de vleesthermometer.
Raadpleeg "Vleesthermometer".
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Voedselsensor
Voedselsensor - meet de temperatuur
binnenin het voedsel. Wanneer het
voedsel de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, wordt de oven uitgeschakeld.
Stel 2 temperaturen in:
• De oventemperatuur: minimaal 120 °C,
• de kerntemperatuur van het voedsel.
Voor de beste kookresultaten:
• Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
• Voedselsensor - niet gebruiken bij
vloeibare gerechten.
• Voedselsensor - tijdens het koken moet
het in de schaal blijven.
De oven berekent de geschatte
bereidingstijd, maar dit kan veranderen
tijdens het koken.
Wanneer u het accessoire in het contact
van het apparaat steekt, annuleert u de
instellingen voor de klokfuncties.
Voedselcategorieën: vlees,
gevogelte en vis
1. Schakel het apparaat uit.
totdat het
4. Tik op
of
voor de vleesthermometer in te stellen.
Op het display verschijnt de kooktijd,
en
.
5. Tik op
. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal.
6. Raak een tiptoets aan, of open de deur
om het geluidssignaal te stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
2. Plaats de punt van de
vleesthermometer (met
handvat) in het midden van het vlees
of de vis, indien mogelijk in het dikste
gedeelde. Zorg ervoor dat ten minste
3/4 van de vleesthermometer in het
gerecht zit.
3. Steek de stekker van de
vleesthermometer in de aansluiting
aan de voorkant van het apparaat.
Het display toont
standaard ingestelde kerntemperatuur. De
temperatuur is 60°C voor de eerste
bewerking en de laatst ingestelde waarde
voor elke volgende bewerking.
4. Raak
of
kerntemperatuur in te stellen.
Progress 19
om het programma
knippert.
op het
knipperend en de
aan om de