Selecteren van het therapietype en de applicatiemodus
Savina 300 biedt de mogelijkheid om te kiezen
tussen de therapietypen beademing en
O
-therapie.
2
De Tube applicatiemodus wordt gebruikt voor
beademing van geïntubeerde patiënten. De NIV
applicatiemodus wordt gebruikt voor niet-invasieve
beademing.
Het therapietype en de applicatiemodus kunnen
alleen worden gewijzigd in de Standby-modus.
Het dialoogvenster openen
De toets
Start/Standby indrukken.
De Savina 300 opent de pagina Start/Standby (A).
A
B
C
B Tube applicatiemodus
C NIV applicatiemodus
D O
-therapie
2
O
-therapie selecteren
2
Voorwaarde: De Savina 300 staat in de Standby-
modus.
1 Tip de toets O
-therapie (D).
2
2 Bevestigen met de draaiknop.
3 De O
-therapie gebruiken, zie pagina 99.
2
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 5.n
D
Applicatiemodus voor de beademing
selecteren
WAARSCHUWING
Risico op lichamelijk letsel bij de patiënt
Als de alarmgrenzen en beademingsinstellin-
gen niet worden aangepast nadat er van appli-
catiemodus NIV naar Tube is overgeschakeld,
kan Savina 300 de beademing niet volledig be-
waken.
Controleer de alarmgrenzen en beademings-
instellingen en pas deze zo nodig aan.
LET OP
Risico op lichamelijk letsel bij de patiënt
In de NIV applicatiemodus kan de Savina 300
geïntubeerde patiënten niet adequaat bewaken.
Gebruik voor geïntubeerde patiënten de applica-
tiemodus Tube.
LET OP
Risico op lichamelijk letsel bij de patiënt
Als er een tube zonder cuff wordt gebruikt, of de
cuff niet is opgeblazen, kunnen zeer hoge lekk-
ages optreden.
Activeer de lekkagecompensatie
(zie "Beademingsfuncties configureren"
op pagina 136).
Selecteer een applicatiemodus
Voorwaarde: De Savina 300 staat in de Standby-
modus.
1 De tab voor de bijbehorende applicatiemodus
aantippen.
2 Bevestigen met de draaiknop.
In bedrijf stellen
81