Therapie-typen en applicatiemodi
O
-therapie
2
O
-therapie kan worden toegepast bij patiënten
2
met onafhankelijke ademhaling. De continue flow
wordt toegediend via een zuurstofmasker, een kap
of een neusbril. De O
2
kunnen worden aangepast.
Niet-invasieve beademing (NIV)
Niet-invasieve beademing via een masker voor
patiënten met een spontane ademhaling
Lekkages zijn groter bij niet-invasieve beademing
dan bij invasieve beademing. Savina 300 houdt
navenant rekening met de lekkages in de NIV
applicatiemodus. De inspiratoire trigger wordt
automatisch aangepast aan de gemeten lekkage.
Op die manier wordt auto-triggering als gevolg van
een te laag ingestelde flowtrigger en verlengde
inspiraties vermeden.
Kenmerkend is dat het gemeten inspiratoire
teugvolume aanzienlijk hoger is dan het werkelijke
teugvolume van de patiënt. Het gemeten
expiratoire teugvolume is iets lager dan het
teugvolume van de patiënt. De gemeten waarden
van het teugvolume worden voor lekkage
gecompenseerd en tonen het werkelijke
teugvolume van de patiënt. In de beademingsmodi
met AutoFlow worden de gecorrigeerde
meetwaarden ingesteld. Tijdens volume-
gecontroleerde beademing wordt het inspiratoire
volume dat via de lekkage ontsnapt,
gecompenseerd.
Bewaking tijdens NIV
De volgende alarmgrenzen kunnen worden
gedeactiveerd om artefacten bij zeer hoge lekkage
te voorkomen:
–
MV
– VT
– T
apn
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 5.n
-concentratie en de flow
Om de alarmmelding Ademwegdruk laag met hoge
prioriteit te vertragen, kan de vertragingstijd
T
worden ingesteld tussen 0 en 60 seconden
loskopp.
voor de alarmondergrens van de ademwegdruk.
Het minuutvolume van de lekkage MV
in het dialoogvenster Trends/Data weergegeven als
een percentage van het gemeten minuutvolume.
Het teugvolume VT geeft het volume weer dat de
patiënt daadwerkelijk bereikt. VT is het toegediende
teugvolume minus het volume dat tijdens de
inspiratie als gevolg van lekkage verloren is gegaan.
Werkingsprincipe
wordt
lekkage
251