Het gebruikte cuvettetype selecteren
1 De toets Sensors... in de hoofdmenubalk
aantippen.
2 Tabblad CO
(A) aantippen.
2
De pagina Nulpunt kal. aan/uit (B) wordt
standaard weergegeven.
Sensors
A
C
3 Tip de Herbruikb. (C)- of Wegwerp-toets (D)
aan en bevestig met de draaiknop.
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 5.n
B
D
Informatie over het controleren van de
CO
-sensor
2
De CO
-sensor is vanaf fabriek gekalibreerd en
2
kan worden gebruikt bij elk Savina 300
beademingsapparaat.
Informatie inzake het controleren van de
CO
-nulindicatie en de CO
2
Bij het controleren of uitvoeren van de nulindicatie
of nulkalibratie mag u niet op of in de cuvette of de
schacht van de cuvette ademen. Dergelijk ademen
veroorzaakt een ongewenste verhoging van de
CO
-concentratie in de cuvette.
2
De volgende controles zijn vereist voor de
CO
-sensor:
2
Controle
Wanneer vereist?
Controleer het
Vereist voorafgaand aan het
CO
-nulpunt in
meten en bij het vervangen
2
omgevingslucht
van de CO
ander beademingsapparaat.
Voer een CO
-
Als de CO
2
nulkalibratie uit
omgevingslucht niet tussen
0 en 1 mmHg (of 0 en
0,1 Vol% of 0 en 0,1 kPa) ligt.
Controleer de
Eenmaal per maand.
kalibratie van de
CO
-sensor met
2
behulp van een
testfilter
Controleer de
Wanneer de controlewaarden
kalibratie van de
niet worden gehaald tijdens
CO
-sensor met
kalibratiecontrole met een
2
behulp van
testfilter.
testgas
Voer een
Als de controlewaarden niet
kalibratie uit van
worden gehaald tijdens
de CO
-sensor
kalibratiecontrole met testgas.
2
CO
-nulkalibratie in omgevingslucht,
2
kalibratiecontrole met testfilter of testgas en
kalibratie van de CO
-sensor kunnen tijdens de
2
beademing worden uitgevoerd.
Bewaking
-nulkalibratie
2
-sensor naar een
2
-nulindicatie in
2
129