Technische gegevens
Alarmsysteem van Savina 300
Het alarmsysteem van de Savina 300 voldoet aan
de vereisten van de norm IEC 60601-1-8.
De volgende optische en akoestische alarmen zijn
aanwezig:
– knipperende LED's
– weergave op het scherm van alarmberichten
– akoestisch hoofdalarm en akoestisch hulpalarm
(tevens gebruikt als alarm bij stroomuitval).
Het alarmsysteem werd zodanig ontworpen dat de
gebruiker alarmberichten op een afstand van 1 m
(39 in) kan herkennen. De aangegeven
alarmtoonvolumes zijn geldig binnen een afstand
van 1 m (39 in) vanaf de voorzijde van het apparaat
en op een hoogte van 1,5 m (59 in). Voor de
volumes van het akoestische hoofdalarm met
betrekking tot de individuele alarmprioriteiten
raadpleegt u "Bewaking" op pagina 216.
Het alarmsysteem beschikt over configureerbare
voorinstellingen of standaardinstellingen.
Raadpleeg pagina 141 voor de
"fabrieksinstellingen".
De Savina 300 heeft twee interfaces (MEDIBUS of
MEDIBUS.X, oproepsignaal) die kunnen worden
gebruikt voor een gedistribueerd alarmsysteem.
Volgens IEC 60601-1-8 is dit gedistribueerde
alarmsysteem niet geschikt voor veilige overdracht
van alarmen. Gegevensoverdracht via MEDIBUS
of MEDIBUS.X, of gebruik van het oproepsignaal
dienen niet ter vervanging van regelmatige controle
van de bewaking op het beeldscherm. Elk apparaat
in het alarmsysteem dat met deze interfaces is
verbonden, moet worden voorzien van de
waarschuwing dat de veilige ontvangst van
alarmsignalen door het verbonden apparaat niet
kan worden gegarandeerd.
De alarmen worden onmiddellijk na detectie van
een alarmtoestand akoestisch en optisch
weergegeven zonder extra vertraging.
224
OPMERKING
Bepaalde alarmtoestanden zijn gebaseerd op
tijdsafhankelijke parameters en worden niet on-
middellijk gedetecteerd. Voor aanvullende infor-
matie, zie hoofdstuk "Bewaking" op pagina 216.
Conform IEC 60601-1-8 geeft het intelligente
Savina 300 alarmsysteem altijd het alarm met de
hoogste prioriteit op het scherm weer als meerdere
alarmen met dezelfde prioriteit gelijktijdig actief zijn.
Voor een lijst met alarmtoestanden, hun prioriteiten
en, indien van toepassing voor individuele
alarmberichten, hun escalatie of deëscalatie,
raadpleegt u hoofdstuk "Alarm – Oorzaak –
Oplossing" op pagina 149.
Alle alarmgrenzen die door de gebruiker kunnen
worden ingesteld, worden weergegeven in het
dialoogvenster Alarmen. Voor een beschrijving
van de werking van het alarmsysteem, zie
hoofdstuk "Alarmen" op pagina 109.
Alle automatisch ingestelde alarmgrenzen worden
weergegeven in het hoofdstuk "Automatische
alarmgrenzen" op pagina 225.
Het akoestische alarmsignaal kan maximaal
2 minuten worden onderdrukt door op de toets
Audio paused 2 min. te drukken, zie hoofdstuk
"Alarm onderdrukken" op pagina 112. Een
gedeactiveerd alarmsignaal wordt weergegeven in
de bovenste schermbalk met behulp van een
overeenkomstig symbool uit tabel C.1 van de norm.
Als een alarm met een hogere prioriteit optreedt
gedurende deze tijd, klinkt eenmaal het
akoestische alarmsignaal, waarmee de gebruiker
op de hoogte wordt gesteld van het alarm.
Het alarmsysteem wordt geactiveerd tijdens de
systeemstart van de Savina 300.
Nadat de systeemstart is voltooid, start de Savina
300 met de therapie, waarbij gebruik wordt
gemaakt van de als laatste ingestelde
alarmgrenzen en beademingsparameters. Het
hoofdscherm voor de beademing wordt getoond.
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 5.n