Werkingsprincipe
VC-SIMV
Volume Control-Synchronized Intermittent
Mandatory Ventilation
Intermitterende, getriggerde, volume-
gecontroleerde beademing die de mogelijkheid
biedt tot spontane ademhaling tijdens de
expiratoire fase
Niet-gesynchroniseerde
machinale beademing
Paw
FlowAcc
PEEP
Triggervenster
Volume-gecontroleerde beademing
Het teugvolume van de machinale beademingen
wordt bepaald door het volume VT.
De druktoename wordt bepaald door de
flowacceleratie FlowAcc. Het aantal machinale
beademingen wordt bepaald door de
beademingsfrequentie RR.
Als de flowacceleratie zo hoog is dat het ingestelde
teugvolume wordt bereikt voordat de ingestelde
inspiratietijd T
volledig is verstreken, wordt er een
i
inspiratiepauze ingelast. De inspiratiepauze is te
herkennen aan het plateau P
Paw (t).
Als de inspiratie pauzetijd Plateau is
gedeactiveerd, schakelt de Savina 300 onmiddellijk
over op expiratie zodra het ingestelde teugvolume
VT is toegediend.
Wanneer de beademingsfunctie Drukbegrenzing
is geactiveerd, is de therapie-instelling P
Het ingestelde teugvolume VT wordt gehandhaafd
en drukpieken worden vermeden.
234
T
plat
P
plat
T
Spontane
i
ademhalingstijd
1
RR
in de curve
plat
actief.
max
Gesynchroniseerde
machinale beademing
P
max
Spontane
ademhalingstijd + T
1
RR
Tijdens spontane ademhaling op PEEP-niveau kan
de patiënt worden ondersteund met PS.
Synchronisatie
De machinale beademingen kunnen worden
getriggerd door de inspiratoire inspanningen van
de patiënt op PEEP-niveau.
Een machinale beademing kan alleen worden
geactiveerd binnen een "triggervenster" door de
flowtrigger, synchroon met de inspiratie van de
patiënt. Hierdoor wordt voorkomen dat de
beademing wordt toegepast gedurende de
expiratie.
Het triggervenster heeft een maximale duur van
5 seconden. Voor expiratoire tijden van minder dan
5 seconden dekt het triggervenster de volledige
expiratoire tijd minus een minimale periode van
500 ms voor de komende expiratie.
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 5.n
t