Configuratie
Startinstellingen voor een nieuwe patiënt
definiëren.
Voorwaarde: De pagina Systeemconfiguratie >
Startinstellingen > Instellingen 1 (A) wordt
geopend.
Systeemconfiguratie
B
C
E
F
De volgende instellingen kunnen worden
geconfigureerd:
B Startconfiguratie
C Gebaseerd op:
– Patiëntcategorie
– Patiëntgewicht
D Startwaarden voor VT, RR, FlowAcc, Trigger
E Startmode
F Dräger standaard
De startconfiguratie in of uitschakelen
1 De betreffende toets onder de rij (B) aantippen.
2 Bevestigen met de draaiknop.
138
A
D
Startwaarden instellen afhankelijk van de
patiëntcategorie
Als de patiëntcategorie wordt geselecteerd voor de
berekening van de startwaarden kunnen de
startwaarden voor VT, RR, FlowAcc en Trigger
worden ingesteld.
1 Tip op de toets Patiëntcategorie in rij (C).
2 Bevestigen met de draaiknop.
3 De betreffende toets aantippen (D).
4 Stel de waarde in door de draaiknop te draaien
en bevestig deze.
Startwaarden instellen afhankelijk van het
lichaamsgewicht
Als het lichaamsgewicht voor de berekening van de
startwaarden wordt geselecteerd, kan de
parameter VT / ILG [mL/kg] worden ingesteld. Zie
"De startwaarden berekenen" op pagina 139 voor
meer informatie.
1 Tip op de toets Patiëntgewicht in rij (C).
2 Bevestigen met de draaiknop.
Systeemconfiguratie
3 Tip op de toets in rij VT / ILG [mL/kg] (G).
4 Stel de waarde in door de draaiknop te draaien
en bevestig deze.
De startmodus selecteren
1 Tip op de toets onder rij (E).
2 Selecteer de beademingsmodus met de
draaiknop en bevestig deze.
Gebruiksaanwijzing Savina 300 SW 5.n
G