Nederlands
BEHANDELING VAN DE APPARATUUR
PLAATS
Zet het apparaat op een goed geventileerde piaats, die niet te
warm of te vochtig is.
Let er bij het uitkiezen van een plaats op dat het apparaat niet staat
blootgesteld aan direkt zonlicht of de warmte van een verwarming
e.d. Buitensporige hitte kan de behuizing en inwendige onderde-
len beschadigen.
Houd het apparaat ook uit de buurt van vochtige of stoffige plaat-
sen om
een defekt of kortsluiting te voorkomen.
(Vermijd
opstelling in de buurt van een fornuis of op andere plaatsen waar
veel oliedampen, stoom of hitte is.)
VOORZORGSMAATREGELEN BETREFFENDE
DE OPSTELLING
De stereo tunerversterker heeft aan de achterzijde een venti-
lator. Zorg er voor dat minimaal
5 cm ruimte rondom
de
tunerversterker vrijgehouden wordt, om te voorkomen dat de
ventilatie-openingen
geblokkeerd
worden
met eventuele
beschadigingen als gevolg.
Opstelling en langdurig gebruik van het apparaat op andere
apparatuur die hitte opwekt, zoals een versterker, zal resulteren
in inferieure prestaties. Zet het apparaat daarom niet op dit
soort apparatuur.
@
Plaats het apparaat zo ver mogelijk van uw TV-toestel vandaan.
Indien het apparaat erg dicht bij het TV-toestel staat, kan dit
resuiteren in ruis of een slechte beeldkwaliteit. Dit soort storin-
gen is sterker bij gebruik van een binnenantenne. Gebruik
daarom een buitenantenne of schakel het apparaat uit als deze
storingen optreden.
KONDENSVOCHT
Als het apparaat van een koude naar een warme ruimte wordt
gebracht of als de temperatuur in de kamer plotseling verhoogd
wordt, kan zich kondensvocht in het inwendige van het apparaat
afzetten. Hierdoor zal het apparaat niet meer juist funktioneren.
Om deze situatie te voorkomen, dient u het apparaat ongeveer één
uur ongebruikt te laten staan of u lJaat de temperatuur in de kamer
geleidelijker hoger worden voordat u het apparaat.inschakelt.
BEHANDELING VAN COMPACT DISCS
@
Met dit apparaat mogen uitsluitend platen voorzien van het
onderstaande merkteken worden afgespeeld.
@
Bij het vastpakken van de plaat mag de kant met de muzieksig-
nalen niet worden aangeraakt.
@
Plak geen labels of plakband op de plaat. Let er ook op de plaat
niet te bekrassen of op andere wijze te beschadigen.
@
De plaat draait met hoge sneltheid in het apparaat rond.
Gebruik daarom
geen
beschadigde
(gebarsten
of krom-
getrokken) platen.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
REINIGEN VAN COMPACT DISCS
Houd de platen goed schoon door deze regelmatig met een zacht
doekje van het midden naar de buitenkant schoon te vegen.
Als de plaat erg vuil is, kan deze met een zacht doekje,
bevochtigd
met
wat
water
maar
goed
uitgewrongen,
voorzichtig afgeveegd worden. Verwijder eventuele achterge-
bleven waterdruppels met een andere droge doek.
@
Gebruik op compact discs geen reinigingssprays of anti-sta-
tische middelen bestemd voor gram-
mofoonplaten.
Maak
de platen ook
nooit met benzine, terpentijn of andere
sterke chemische
middelen
schoon,
aangezien deze het opperviak van de
plaat kunnen aantasten.
MATERIAAL VAN COMPACT DISCS
Compact discs zijn van hetzelfde soort plastic gemaakt als
grammofoonplaten.
Wees
voorzichtig dat de platen niet
kromtrekken. Berg de platen altijd in de biibehorende doosjes
op en zet deze rechtop. Vermijd plaatsen met hoge of lage tem-
peraturen of met een hoge vochtigheidsgraad. Laat de com-
pact discs ook niet op de zittingen van de auto liggen,
aangezien de temperatuur in de auto zeer hoog kan oplopen
wanneer deze in de zon geparkeerd staat.
Neem de waarschuwingen die op het label van de compact disc
vermeld staan in acht.
REINIGEN VAN DE PICKUP-LENS
Onder normale omstandigheden wordt de pickup-lens van de spe-
ler niet erg vuil. Mochten er echter storingen optreden als gevolg
van vuil op de lens, neem dan kontakt op met een erkend PIONEER
service-centrum. Lensreinigings-discs voor CD-spelers zijn in uw
audiozaak verkrijgbaar. Let er goed op welke reinigingsdisc u
gebruikt, aangezien sommige beschadigingen aan de lens kun-
nen veroorzaken of de disc mogelijk niet meer uit het apparaat kan
worden verwijderd.
BEHANDELING VAN CASSETTES
Neem het volgende in acht voordat u de cassette in
het apparaat plaatst.
Zijn er lussen in de band of steekt de band uit de cassette?
Steek een potlood in een van de spoeltjes en trek de lus strak (Afb.
A).
Is de cassette beveiligd tegen abusievelijk wissen?
Als de wispreventielipjes in de rugzijde van de cassette met een
schroevedraaier e.d. worden uitgebroken, kan er niet meer op de
cassette worden opgenomen (Afb. B). Op deze wijze kunt u een
belangrijke opname beveiligen tegen abusievelijk wissen. Bedek
de ontstane uitsparingen met een dubbele laag plakband om de
cassette weer voor opnemen geschikt te maken (Afb. C).
Afb. B
Voor kant B
Afb. C
Let er op dat de bandsoortdetektie-
openingen niet worden afgedekt.
Bij TYPE 1! (High/CrO:) cassettes dient u er goed op te letten
dat de bandsoortdetektie-openingen niet worden afgedekt.
Indien deze openingen zijn afgedekt, zal de automatische
bandsoortselektor niet juist werken.
Nuttige wenken betreffende cassettes
@
Wees voorzichtig de biootgestelde band niet aan te raken. Berg
de cassettes na gebruik op in de bijbehorende doosjes zodat
er geen lussen in de band komen en er geen stof of vuil op
de band komt.
Leg de cassettes op een plaats vrij van magnetische invioe-
den. Vermijd ook plaatsen waar de cassettes
blootgesteid
staan aan stof, vuil, olie en dergelijke.
@ Gebruik geen cassettes langer dan C-90
De band van
cassettes langer dan C-90 kan
gemakkelijk
tussen de aandrukrol en capstan gewikkeld raken of andere
problemen veroorzaken zoals ongelijkmatig opspoelen. Het
wordt afgeraden deze cassettes te gebruiken. Gebruik cas-
settes met een speelduur van 90 minuten of korter.
7
<ARE7026>
Du