96
Stoelen en veiligheidssystemen
Positioneer de ontgrendelknop
van het gordelslot zodanig uit
de buurt van het kinderveilig-
heidssysteem dat u de gordel
zo nodig snel kunt losmaken.
5. Trek de schoudergordel
helemaal uit de oprolautomaat
om de blokkering te activeren.
Wanneer de blokkering is
geactiveerd, kan de gordel
strak maar niet uit de oprolau-
tomaat worden getrokken.
6. Trek de gordel strak door het
kinderzitje omlaag te duwen,
trek aan de schoudergordel om
de heupgordel strak te trekken
en laat de schoudergordel
teruglopen in de oprolauto-
maat. Wanneer u een
voorwaarts gericht kinderzitje
monteert, kan het helpen dat u
dit met uw knie omlaag duwt
terwijl u de gordel aanhaalt.
Probeer de gordel uit de oprol-
automaat te trekken om te
controleren of deze geblok-
keerd is. Als de oprolautomaat
niet geblokkeerd is, herhaalt u
stap 5 en 6.
7. Zorg dat het kinderzitje stevig
vastzit voordat u er een kind in
zet. Kijk of het kinderzitje goed
vastzit door het alle kanten op
te duwen en te trekken.
Zijn de airbags uitgeschakeld, dan
zal de UIT-indicatie op de statusindi-
catie van de passagiersairbag
oplichten en blijven branden
wanneer u de auto start.
Zie "Als het AAN-lampje voor een
kinderzitje brandt" onder Passa-
giersdetectiesysteem 0 75 als er
een kinderzitje is gemonteerd en het
AAN-lampje brandt.
Om het kinderzitje te verwijderen,
neemt u de veiligheidsgordel los laat
u deze terugrollen.