178
Rijden en bedienen
Wegen in heuvel- en
bergachtig gebied
Rijden door een heuvel- of
bergachtig landschap is anders dan
rijden door een vlak of glooiend
gebied. Enkele tips:
Laat het benodigde onderhoud
aan de auto uitvoeren.
Controleer alle vloeistofpeilen,
de remmen en banden, het
koelsysteem en de transmissie.
Schakel terug bij het oprijden
van steile of lange heuvels.
Waarschuwing
Bij gebruik van de remmen om op
een lange neerwaartse helling
snelheid te minderen, kunnen de
remmen oververhit raken. De
remwerking neemt dan mogelijk
af of de remmen vallen zelfs uit.
Schakel op een lange
neerwaartse helling naar een
lagere versnelling om gebruik te
maken van de motorrem.
Waarschuwing
De auto in de stand N (vrij) laten
uitrollen, met het contact uit, is
gevaarlijk. De remmen kunnen zo
oververhit raken en u verliest
mogelijk de macht over het stuur.
Laat de motor altijd draaien en
schakel een versnelling in.
Rijd op snelheden waarbij de
auto binnen de eigen rijstrook
blijft. Neem bochten niet te ruim
en overschrijdt de midden-
streep niet.
Wees alert boven aan een
helling; er kan iets gebeurd zijn
op uw rijstrook (zoals een
stilstaande auto met pech of een
ongeval).
Let in het bijzonder op speciale
bewegwijzering (zoals vallende
rotsen, bochtige wegen, lange
afdalingen, wel of geen inhaal-
verboden).
Rijden in de winter
Ritten op sneeuw of ijs
Sneeuw of ijs tussen de banden en
het wegdek zorgt voor minder tractie
of grip, zodat u in dergelijke
gevallen voorzichtig moet rijden. Bij
temperaturen rond 0 °C (32 °F)
wanneer onderkoelde regen kan
vallen, is nat ijs mogelijk. Vermijd
ritten op nat ijs of in onderkoelde
regen, totdat er gestrooid is.
Voor ritten op gladde wegen:
Trek voorzichtig op. Bij te snel
optrekken treedt wielspin op,
waardoor het oppervlak onder
de banden glad wordt.
Schakel de tractieregeling in. Zie
Tractieregeling/Elektronische
stabiliteitsregeling (ESC) 0 200.
Het antiblokkeersysteem (ABS)
verbetert de rijstabiliteit welis-
waar tijdens hard remmen, maar
de remmen moeten sneller
worden aangezet dan bij ritten
op droge wegen. Zie ABS-sys-
teem 0 197.