Het systeem wordt geactiveerd en
gedeactiveerd door een van de
peddels met de aanduiding REV
MATCH op het stuurwiel in te
drukken. Het systeem moet bij
iedere nieuwe contactcyclus
opnieuw worden geactiveerd.
Een versnellingsindicator in de
instrumentengroep geeft aan welke
versnelling momenteel gekozen is:
Als ARM geactiveerd is, is het
versnellingsnummer geel.
Als ARM gedeactiveerd is, is het
versnellingsnummer wit.
Als geen versnellingsnummer
wordt weergegeven terwijl de
schakelhendel in versnelling
staat, is service vereist. ARM
wordt uitgeschakeld en het
storingsindicatielampje gaat
branden. Zie Storingsindicatie-
lampje (Storingsindicatielampje
motor) 0 118. De koppeling en
handgeschakelde versnel-
lingsbak blijven normaal
doorwerken.
ARM zal ook:
actief zijn boven 25 km/h
(16 mph).
het motortoerental aanpassen
tot 5.400 1/min.
niet actief zijn als het gaspedaal
wordt ingetrapt.
worden uitgeschakeld als de
koelvloeistoftemperatuur lager is
dan 0 °C (32 °F).
Rijden en bedienen
Remsysteem
ABS-systeem
De auto is uitgerust met een
antiblokkeersysteem (ABS). Dit is
een geavanceerd elektronisch
remsysteem dat voorkomt dat de
wielen slippen tijdens het remmen.
Wanneer de auto begint te rijden,
voert het ABS een zelfcontrole uit.
Tijdens deze test kunt u een kort
motor- of klikgeluid horen en kunt u
merken dat het rempedaal een
beetje beweegt. Dit is normaal.
Als er een probleem is met ABS,
gaat het waarschuwingslampje
branden. Zie ABS-systeem,
waarschuwingslampje 0 121.
Als u op een nat wegdek rijdt en
plotseling bruusk moet remmen en
blijven remmen om een onverwacht
197