Airconditioning
Airco : Druk hierop om de aircondi-
tioning in of uit te schakelen. Er gaat
een controlelampje branden. Als de
ventilator is uitgeschakeld of de
buitentemperatuur tot onder het
vriespunt daalt, zal de airco niet
functioneren, maar brandt het
controlelampje.
De airconditioning kan automatisch
worden ingeschakeld als
geselecteerd.
: Druk op de knop om de recir-
culatiefunctie in te schakelen. Er
gaat een controlelampje branden.
De lucht wordt in de auto gerecircu-
leerd. Dit helpt om de lucht in de
auto te koelen of de buitenlucht en
eventuele geurtjes tegen te houden.
Als de circulatiestand actief is terwijl
de airconditioning is uitgeschakeld,
dan neemt de vochtigheid toe en
kunnen de ruiten beslaan.
De recirculatiefunctie is niet
beschikbaar in de ontdooi- of ontwa-
semstand.
Voor een beter brandstofverbruik en
snellere koeling van de auto kan de
recirculatie bij warm weer automa-
tisch worden geselecteerd. Het
recirculatielampje gaat niet branden.
Druk op
functie te kiezen; druk nogmaals op
de knop om voor luchtaanvoer van
buiten te kiezen.
Achterruitverwarming
0
wordt
1
: Druk op de knop om de achter-
ruitverwarming aan of uit te zetten.
Aan een brandend controlelampje
op de knop is te zien dat de achter-
ruitverwarming aan is. De ontwase-
ming schakelt uit als het contact in
de stand ACC/ACCESSORY of OFF
wordt gezet.
De ontwaseming van de achterruit
kan worden ingesteld op Automati-
sche regeling. Zie "Klimaat- en
luchtkwaliteit" onder Personalisering
voertuig 0 142. Wanneer u hebt
gekozen voor automatische achter-
ruitverwarming, wordt de achterruit-
verwarming automatisch
ingeschakeld bij een lage binnen-
temperatuur en een buitentempera-
tuur van 7 °C (44 °F) of lager.
Bedieningsorganen voor klimaatregeling
om de recirculatie-
De buitenspiegelverwarming gaat bij
inschakeling van de achterruitont-
waseming aan om de buitenspiegels
condens- of ijsvrij te maken.
Rijd niet weg voordat alle ruiten
vrij zijn.
Voorzichtig
Gebruik geen scheermesje of
scherp voorwerp om de achterruit
vanbinnen vrij te maken. Plak
niets vast aan de verwarmings-
draden in het glas van de achter-
ruit. Hierdoor kan de
achterruitontwaseming worden
beschadigd. Reparaties vallen
niet onder de garantie van
de auto.
of
(indien aanwezig) : Druk
op
of
om de bestuurders- of
passagiersstoel te verwarmen.
Druk op
of
, indien aanwezig,
om de verwarming van de bestuur-
ders- en de passagiersstoel in te
schakelen. Zie Voorstoelen met
stoelverwarming en -ventilatie 0 60.
165