156
Verlichting
Interieurverlichting
Interior Spectrum Lighting
Met deze functie, indien de auto
hiermee is uitgerust, kunt u de kleur
van de interieurverlichting kiezen.
Druk op
op het voorpaneel om de
functie te openen en raak
LIGHTING aan om het instelscherm
weer te geven.
Kies uit de volgende opties door ze
aan te raken:
OFF (uit) : Schakelt de functie uit.
LIGHT STRIPS (lichtstrips) :
Schakelt de standaardmodus in.
Raak de lichtstripkleur aan om de
kleur van de interieurverlichting te
kiezen.
SHOW MODE (SHOWMODUS) :
Bedien deze functie wanneer de
schakelhendel in stand P (Parkeren)
staat (automatische versnellingsbak)
of de handrem is aangetrokken
(handgeschakelde versnellingsbak)
om hem in te schakelen in de door
de auto gekozen kleuren. Wanneer
de schakelhendel niet in stand P
(Parkeren) staat of de handrem niet
is aangetrokken, verandert de kleur
van de interieurverlichting standaard
in de laatste actieve kleur die in de
lichtstripmodus was geselecteerd.
LINK TO DRIVE MODE
(AANPASSEN AAN RIJMODUS) :
De lichtkleur wordt aangepast aan
de kleur die wordt gebruikt voor de
rijmodus.
Leeslampen
De leeslampen bevinden zich in de
dakconsole. Bij het openen van een
portier gaan de lampen branden.
Wanneer de portieren gesloten zijn,
drukt u op de knop
of
lamp in te schakelen.
Extra verlichting
Instapverlichting
In het donker of op slecht verlichte
plaatsen lichten sommige lampen
van de rijverlichting en de interieur-
verlichting kort op wanneer u
de RKE-zender indrukt. Wanneer
een portier wordt geopend, gaat de
interieurverlichting branden. Ze
blijven ongeveer 20 seconden
branden. Als alle portieren zijn
gesloten of als het contact naar ON/
RUN is gedraaid, gaan ze geleide-
lijk uit.
U kunt deze functie naar wens confi-
gureren. Zie "Voertuig vinden met
lichtsignaal" onder Personalisering
voertuig 0 142.
Uitstapverlichting
De koplampen, achterlichten,
parkeerlichten, buitenspiegellichten
en kentekenplaatverlichting gaan
om elke
aan bij de volgende acties:
1. Verwijder de sleutel uit het
contact.
op