Inhoudsopgave
Advertenties
systeem geen sportief rijgedrag
meer detecteert, wordt het systeem
uitgeschakeld en schakelt de auto
weer op de normale wijze.
Schakelaar voor regeling bestuur-
dersmodus
De regeling bestuurdersmodus heeft
drie of vier modi: Tour, Sport, Snow/
Ice en Track. U selecteert de
gewenste modus met de
op de schakelaar MODE op de
middenconsole. Wanneer u op de
schakelaar drukt, ziet u een grafi-
sche weergave van alle beschikbare
rijmodi en gaat u naar de volgende
modus. De Tour- en Sport-modi
zullen op een egaal wegdek
hetzelfde aanvoelen. Selecteer een
nieuwe instelling wanneer de rijom-
standigheden veranderen.
Tour-modus
Gebruikt in normaal stads- en
snelwegverkeer voor een soepele,
zachte rijstijl.
Bij deze optie licht het lampje
Tourmodus op het Driver Information
Center (DIC) op.
Sportmodus
Te gebruiken waar wegomstandig-
heden of persoonlijke voorkeuren
een meer beheerste reactie
vereisen.
Bij deze optie licht het lampje Sport-
modus op het DIC op.
In de Sportmodus schakelt de auto
automatisch, maar de auto blijft
«
z
of
langer in een lagere versnelling
rijden dan normaal is voor de
actuele stand van het rempedaal,
dat van en het gaspedaal en de
dwarsversnelling van de auto. Zie
Automatische transmissie 0 191. De
stuurinrichting schakelt over op een
meer precieze besturing. Als de
Rijden en bedienen
auto is uitgevoerd met Magnetic
Ride Control, levert de wielophan-
ging betere prestaties bij het nemen
van bochten. Als de auto is uitgerust
met Active Exhaust, gaan de uitlaat-
kleppen vroeger en vaker open. U
kunt Competitive Driving Mode
openen via deze modus door
twee keer op de knop met het picto-
gram
te drukken.
Sneeuw/ijs-modus
Gebruiken als er bij een glad
wegdek meer tractie nodig is.
Onderweg schakelt de auto normaal
op. De versnelling wordt aangepast
om vlotter optrekken mogelijk te
maken. De transmissie schakelt
bovendien anders voor het behoud
van de tractie.
Bij deze optie licht het lampje
Sneeuw/ijs-modus op het DIC op.
Deze functie moet niet worden
gebruikt wanneer de auto in zand,
modder, ijs, sneeuw of kiezel is
vastgeraakt. Als de auto vastraakt,
zie Als de auto vast is komen te
zitten 0 180.
203
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
