a: Manual exposure
U kunt zowel de sluitertijd als het diafragma handmatig naar wens
instellen. Bij gebruik van de flitser wordt de flitsbelichting automatisch
zodanig ingesteld dat deze overeenkomt met het ingestelde diafragma.
De flitssynchronisatietijd kan worden ingesteld op een waarde tussen
1/200 seconde en 1/30 seconde of op bulb.
* <a> staat voor Manual (handmatig).
<6>
<O> + <6>
Standaardbelichtingsindex
Markering belichtingsniveau
Als [2 Auto Lighting Optimizer/Auto Helderheid Optimalisatie]
(pag. 103) is ingesteld op iets anders dan [Deactiveren], kan de opname
nog steeds licht zijn, zelfs wanneer er een kortere belichting is ingesteld.
Stel het programmakeuzewiel in
1
op <a>.
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
2
Draai aan het instelwiel <6> om de
sluitertijd in te stellen.
Houd de knop <O> ingedrukt en
draai aan het instelwiel <6> om het
diafragma in te stellen.
Stel de belichting in en maak de
3
opname.
Op de indicator voor het
belichtingsniveau in de zoeker wordt
het belichtingsniveau aangegeven tot
±2 stops vanaf de standaard-
belichtingsindex in het midden.
De belichtingsniveaumarkering
verschuift wanneer u de sluitertijd en het
diafragma wijzigt. U kunt zelf bepalen
welk belichtingsniveau u instelt. Indien
het ingestelde aantal hoger ligt dan
±2 stops, wordt bij het uiteinde van de
indicator voor het belichtingsniveau <I>
of <J> weergegeven.
83