j De zelfontspanner gebruiken
Met <q> kan het interval tussen de verschillende opnamen worden verlengd afhankelijk
van de instellingen voor opnamefuncties, zoals de opnamekwaliteit of gebruik van de flitser.
Nadat u opnamen met de zelfontspanner hebt gemaakt, dient u te controleren
of de scherpstelling en de belichting van de opname juist zijn (pag. 58).
Als u niet door de zoeker kijkt bij het indrukken van de ontspanknop, kunt u het
beste de oculairdop bevestigen (pag. 205). Als er licht in de zoeker komt wanneer
een opname wordt gemaakt, kan dit een negatief effect hebben op de belichting.
Als u met de zelfontspanner een foto van uzelf maakt, vergrendelt u de scherpstelling (pag. 48)
op een onderwerp dat zich tijdens de opname ongeveer op dezelfde afstand als u bevindt.
Druk op de knop <YiQ> om de zelfontspanner uit te schakelen nadat het aftellen is begonnen.
Druk op de knop <Yi
1
Selecteer de zelfontspanner.
2
Druk op de toets <U> om de gewenste
instelling voor de zelfontspanner te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Q: Zelfontspanner (10 sec.)
U kunt ook de afstandsbediening gebruiken. (pag. 204)
l: Zelfontspanner: (2 sec.)N (pag. 106)
q: Zelfontspanner (10 sec.) en
continue opnamen
Maak de opname.
3
Kijk door de zoeker, stel scherp op het
onderwerp en druk de ontspanknop helemaal in.
U kunt in de gaten houden hoe lang het nog duurt
voor de zelfontspanner de opname maakt door
middel van het bijbehorende lampje, de pieptoon en
de aftelweergave (in seconden) op het LCD-scherm.
Twee seconden voordat de opname wordt
gemaakt, blijft het lampje van de zelfontspanner
branden en klinkt de pieptoon sneller.
Q
Druk op de toets <V> om het
aantal (2 - 10) opnamen in te stellen dat
u met de zelfontspanner wilt maken.
>.
71