Dit hoofdstuk is een aanvulling op het vorige hoofdstuk. U leest in dit
hoofdstuk op welke manieren u nog meer creatief kunt fotograferen.
In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wordt uitgelegd
hoe u de modi <s> <f> <a> <8> op het
programmakeuzewiel kunt gebruiken. Met uitzondering van
<8> kunnen alle opnamemodi worden gebruikt in
combinatie met de functies die in hoofdstuk 3 zijn besproken.
In het tweede gedeelte van dit hoofdstuk, dat begint met 'De
lichtmeetmethode wijzigen', wordt uitgelegd hoe de belichting
en beeldstijlen kunnen worden aangepast. Alle functies die in
dit hoofdstuk worden besproken, kunnen ook worden
gebruikt met de modus <d> (Program AE) uit hoofdstuk 3.
c De instelwielwijzer
Geavanceerde
De instelwielwijzer <c> wordt samen
met de sluitertijd, het diafragma of de
waarde voor belichtingscompensatie
weergegeven en geeft aan dat u het
instelwiel <6> kunt draaien om de
desbetreffende instelling aan te passen.
4
opnamen
77