C Creatieve automatische opnamen
Sluitertijd en diafragma
(1) Flitsen
<a> (Autom. flits), <D> (Flitser aan) of <b> (Flitser uit) kunnen
worden geselecteerd.
Zie 'De flitser uitschakelen' op pagina 49 als u <b> (Flitser uit) wilt
instellen.
(2) De achtergrond onscherper/scherper maken
Als u de indexmarkering naar links beweegt, wordt de achtergrond
minder scherp weergegeven. Als u de markering naar rechts beweegt,
wordt de achtergrond scherper weergegeven. Zie 'Portretfoto's
maken' op pagina 50 als u de achtergrond onscherp wilt weergeven.
Afhankelijk van het objectief en de opnameomstandigheden ziet de
achtergrond er niet zo onscherp uit. U kunt deze instelling niet
wijzigen (grijs weergegeven) zolang de ingebouwde flitser omhoog
staat. De instelling wordt niet toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
(3) De helderheid van een opname aanpassen
Als u de indexmarkering naar links beweegt, wordt de opname
donkerder weergegeven. Als u de markering naar rechts beweegt,
wordt de opname lichter weergegeven.
56
(6)
(1)
Batterijniveau
(2)
(3)
(4)
(5)
Maximumaantal
opnamen