A Opnamen maken met het LCD-scherm
Het informatiedisplay
Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay
vernieuwd.
Witbalans
Beeldstijl
Auto Lighting
Optimizer (Auto
Helderheid Optimalisatie)
Opnamekwaliteit
Transportmodus
AF-modus
•d : Live mode
•c : Live mode met
gezichtsherkenning
•f : Quick mode
Sluitertijd
AE-vergrendeling
Flitser gereed
Als <g> wit wordt weergegeven, is de helderheid van het Live view-
beeld bijna gelijk aan de helderheid van de daadwerkelijke opname.
Wanneer <g> knippert, geeft dit aan dat de Live view-opname niet wordt weergegeven
met de juiste helderheid vanwege te donkere of te lichte lichtomstandigheden. De
belichtingsinstelling is zichtbaar in het daadwerkelijk opgenomen beeld.
Als de flitser wordt gebruikt of bulb is ingesteld, worden het pictogram
<g> en het histogram grijs weergegeven (ter referentie). Mogelijk wordt
het histogram bij weinig of juist heel fel licht niet goed weergegeven.
110
Diafragma
AF-punt (Quick mode)
Vergrotingskader
ISO-snelheid
Resterende opnamen
Flitsbelichtingscompensatie
Indicator belichtingsniveau/
AEB-bereik
Histogram
AEB
FEB
Belichtings-
simulatie
Batterijniveau
Lichte tonen
prioriteit