Opnametips
Wijzig de ISO-snelheid of gebruik de ingebouwde flitser.
Om de belichting af te stemmen op het omgevingslicht en het
onderwerp, kunt u de ISO-snelheid wijzigen (pag. 62) of de
ingebouwde flitser gebruiken (pag. 64). In de modus <d> gaat
de ingebouwde flitser niet automatisch af. Bij weinig licht drukt
u daarom op de flitsknop <I>, zodat de flitser omhoog komt.
U kunt het programma aanpassen (programmakeuze).
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, draait u aan het
instelwiel <6> om de combinatie van sluitertijd- en diafragma-
instelling (het programma) te wijzigen. Nadat u de opname hebt
gemaakt, wordt de programmakeuze geannuleerd.
Programmakeuze is niet mogelijk wanneer u de flitser gebruikt.
Verschillen tussen <d> en <1> (Automatisch)
Met <1> worden veel functies, zoals de AF-modus, de transportmodus en
de ingebouwde flitser automatisch ingesteld om slechte opnamen te
voorkomen. U kunt slechts een beperkt aantal functies instellen. Met <d>
worden alleen de sluitertijd en het diafragma automatisch ingesteld. U kunt
de AF-modus, de transportmodus en de ingebouwde flitser naar wens
instellen (pag. 210).
Wanneer u bij zeer weinig of fel licht de ontspanknop half
indrukt, knipperen de waarden voor de sluitertijd en het
diafragma (zie afbeelding). Verhoog bij weinig licht
(30" 3.5) de ISO-snelheid (pag. 62) of gebruik de flitser
(pag. 64). Verlaag de ISO-snelheid bij fel licht (4000 22).
d: Program AE
61