wAfdrukken
De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer
verschillen. Bepaalde instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Pictogram aangesloten printer
Scherm met
afdrukinstellingen
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld, worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer zijn bepaalde instellingen, bijvoorbeeld het afdrukken
van de datum en het bestandsnummer en bijsnijden, mogelijk niet beschikbaar.
178
Selecteer de opname die u wilt
1
afdrukken.
Controleer of linksboven in het LCD-
scherm het pictogram <w> wordt
weergegeven.
Druk op de toets <U> om de
opname te selecteren die u wilt
afdrukken.
Druk op <
2
Het scherm met afdrukinstellingen
wordt weergegeven.
Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 180).
Hiermee schakelt u het afdrukken van datum
of bestandsnummer in of uit.
Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in.
Hiermee stelt u het bijsnijden in (pag. 183).
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in.
Hiermee gaat u terug naar het scherm in stap 1.
Hiermee start u het afdrukken.
Selecteer [Papier inst.].
3
Selecteer [Papier inst.] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met papierinstellingen
wordt weergegeven.
>.
0