4 Ingebruikneming
afb.83Buitenspiegels instellen
4-16
Spiegels instellen
De spiegels moeten zo worden ingesteld, dat:
•
vanaf de bestuurdersstoel voldoende zicht op het rij- en werkgebied is.
•
het zichtbereik zo ver mogelijk naar achteren reikt;
•
de linker achterkant van het voertuig in de linker spiegel zichtbaar is;
•
de rechter achterkant van het voertuig in de rechter spiegel zichtbaar
is.
Informatie
Alvorens de spiegel in te stellen moet u het voertuig in rijstand brengen
zie "Rijstand" op pagina
Informatie
Wij raden aan het instellen van de spiegel door een tweede persoon te
laten uitvoeren.
Informatie
Er mogen geen veranderingen / modificaties worden uitgevoerd, die tot
beperkt zicht leiden. Anders vervalt de conformiteit en vergunning.
5-3.
BA ET18, 20, 24 nl * 1.5 * et18_20_24i400.fm
–