5 Bediening
5.13 Opties
Overbelastingsalarm (optie)
5-56
Het overbelastingsalarm waarschuwt de bestuurder optisch en akoestisch
wanneer de waarden uit de standzekerheidstabel overschreden worden.
GEVAAR
Omkiepgevaar door het niet naleven van het overbelastingsalarm!
Het omkiepen van het voertuig kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
► De reikwijdte of heflast verminderen tot het akoestische signaal stopt
en het controlelampje op het signaleringselement uitgaat.
► Standzekerheidstabel in acht nemen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen door uitgeschakeld of defect
overbelastingsalarm!
Het omkiepen van het voertuig kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
► In hefinrichtingsmodus het overbelastingsalarm inschakelen.
Functiecontrole drukschakelaar overbelastingsalarm
Voor elk hefaanbouwgereedschapbedrijf moet er een functiecontrole van
het overbelastingsalarm worden uitgevoerd.
1. Start het voertuig.
2. Rijd op een groot terrein.
3. Zet de gevarenzone af.
4. Voertuig stoppen.
5. Overbelastingsalarm inschakelen.
6. Hefarm tot de eindaanslag omhoog heffen en stuurhendel in deze
positie houden.
➥ Het geluidssignaal moet klinken en het controlelampje moet
aangaan.
➥ Voertuig mag tot hefaanbouwgereedschapbedrijf worden gebruikt.
7. Geluidssignaal klinkt niet of controlelampje gaat niet branden.
➥ Voertuig mag tot hefaanbouwgereedschapbedrijf niet worden
gebruikt.
➥ Neem contact op met een geautoriseerde vakwerkplaats en laat de
storing verhelpen.
Functiecontrole stuurhendelarmsteun uitvoeren.
– zie hoofdst. " Functiecontrole stuurhendelarmsteun" op pagina 4-17
BA ET18, 20, 24 nl * 1.5 * et18_20_24b510.fm