5.14 Stillegging en herinbedrijfstelling
Voorlopige stillegging
BA ET18, 20, 24 nl * 1.5 * et18_20_24b510.fm
De aangegeven maatregelen hebben betrekking op het stilleggen en
opnieuw in bedrijf stellen van het voertuig na meer dan 30 dagen.
Het voertuig moet opgeslagen worden in een gesloten ruimte.
Indien het voertuig moet neergezet worden in de openlucht, dan moet het
zo mogelijk op een houten bodem worden geplaatst en afgedekt worden
met een waterdicht dekzeil om het te beschermen tegen vocht.
1. Voertuig
neerzetten.– zie "Voertuig neerzetten" op pagina 5-8
2. Motor op een geschikte plaats met een hogedrukreiniger
hoofdst. "7.5 Reinigings- en verzorgingswerkzaamheden" op
pagina 7-20
3. Voertuig controleren op uittredende vloeistoffen en op loszittende
moeren, schroeven en verbindingen.
4. Gehele voertuig zorgvuldig reinigen en drogen.
5. Blanke metalen delen van het voertuig (bijv. zuigerstangen van de
hydraulische cilinder) met anticorrosiemiddel insproeien.
6. Alle smeerpunten insmeren.
7. Brandstoftank geheel vullen.
8. Peil van de hydraulische olie en het koelmiddel controleren en
eventueel aanvullen.
9. Motorolie vervangen.
10.Accu demonteren en voldoende beschermd opslaan. Accu regelmatig
onderhouden en opladen.
11.Brandstoffilter op OFF zetten.
12.Luchtaanzuigopeningen van de luchtfilterinstallatie en de uitlaatbuis
afsluiten.
Bediening
5
reinigen.– zie
5-63