Inhoudsopgave
Advertenties
Transport
6
Transport
6.1
Voertuig wegslepen
Belangrijke aanwijzingen voor het wegslepen
BA ET18, 20, 24 nl * 1.5 * et18_20_24t600.fm
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen door het wegslepen!
Kan tot ernstige verwondingen of de dood leiden.
► Het voertuig enkel wegslepen met geschikte sleepmiddelen
(sleepstang of -touw) in verbinding met geschikte sleepinrichtingen,
zoals sleepkoppeling, haken, ogen.
► Langzaam beginnen te rijden en wegslepen.
► Bij het wegslepen mogen zich geen personen tussen de voertuigen
bevinden.
► Eventueel een wegsleepdienst of een geautoriseerde vakwerkplaats
hiertoe opdracht geven.
► Zie hoofdstuk Veiligheid punt 2.8.
► Er mogen zich geen personen in het bereik van de wegsleepstang of -
kabel ophouden. Als veiligheidsafstand opzij geldt de 1,5-voudige
lengte van de wegsleepmiddelen.
AANWIJZING
Voertuig alleen dan wegslepen als het beslist noodzakelijk is.
► Voertuig mag alleen met draaiende motor en werkende rijaandrijving
worden weggesleept. Een defect voertuig moet met een kraan
verladen worden.
► Neem voor het wegslepen eventueel contact op met een
geautoriseerde vakwerkplaats.
► Wegsleepmiddelen alleen aan de daarvoor voorziene wegsleepogen
aanbrengen.
► Het maximaal toegestane draagvermogen voor het sleepoog bedraagt
het 1,5-voudige van het maximale voertuiggewicht.
► Als trekvoertuig moet een voertuig worden gebruikt dat minstens van
dezelfde gewichtsklasse is.
Verder moet het trekvoertuig met een veilig remsysteem en voldoende
trekkracht zijn uitgerust.
Transport
6
6-1
Advertenties
Inhoudsopgave
