Download Print deze pagina

ABB AO2000 Handleiding Voor Inbedrijfstelling pagina 8

Continue gas

Advertenties

8
Veiligheidsaanwijzingen
Beoogd gebruik
Beoogd gebruik
Bijzondere eisen voor de operator
Bijzondere eisen voor de operator
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
De gasanalysators van de AO2000 serie zijn ontworpen voor het continu
meten van de concentratie van individuele componenten in gassen of
dampen.
Elk ander gebruik valt onder niet-beoogd gebruik.
Het in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing maakt ook deel uit van het
beoogde gebruik.
De gasanalysators AO2000-Fidas24 en AO2000-Fidas24 NMHC mogen niet
worden gebruikt voor het meten van operationeel ontvlambare mengsels. Bij
het meten van brandbare gassen die een brandbaar mengsel met lucht of
zuurstof kunnen vormen, moeten speciale maatregelen worden genomen
om het ontploffingsgevaar te voorkomen.
De gasanalysators van de serie AO2000 in de niet-explosieveilige uitvoering
en in de uitvoering met beschermingsklasse II 3G voor de meting van
onbrandbare gassen en dampen mogen niet worden gebruikt voor de
meting van ontvlambare mengsels. Voor deze toepassing zijn explosieveilige
versies van de gasanalysators beschikbaar.
Lees de aanwijzingen voor het juiste gebruik van de
versie in beschermingsklasse II 3G voor het meten van onbrandbare
gassen en dampen (zie pagina 13),
Versie in beschermingsklasse II 3G voor het meten van brandbare en
onbrandbare gassen (zie pagina 15) en de
Versie voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden van klasse I, deel 2
(zie pagina 28).
De operator moet ervoor zorgen dat de gasanalysator alleen met een
meetgasmengsel wordt gebruikt als de concentratie van het brandbare
meetgas onder de LEL ligt.
Er mag geen explosief gasmengsel in de gasanalysator worden gebracht
- rekening houdend met de druk, de temperatuur en de gasmatrix.
Voordat de gasanalysator in werking wordt gesteld, moet het
meetgastraject worden gespoeld om eventuele explosieve gasmengsels
uit het meetgastraject te verwijderen.
De operator is verplicht om de gasanalysator met regelmatige
tussenpozen, ten minste eenmaal per jaar en vervolgens tijdens
werkzaamheden aan het meetgastraject, aan een lektest te
onderwerpen.
De operator moet ervoor zorgen dat bij buitengebruikstelling van de
gasanalysator de toevoer van het meetgas wordt onderbroken en dat
het meetgastraject wordt gespoeld met perslucht of een inert gas.
|
CI/AO2000-NL REV. C

Advertenties

loading