134
Controleer de dichtheid van het meetgastraject
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
Voorbeeld: Meetgastraject in Magnos27
50 hPa
Luft / Air
1
Sluit de uitgang van het te controleren gastraject gasdicht af (7 in het
voorbeeld).
2
Gebruik de slang om het T-stuk met afsluitkraan aan te sluiten op de
ingang van het te controleren gastraject (4 in het voorbeeld).
3
Sluit het vrije uiteinde van het T-stuk aan op de drukmeter.
4
Blaas lucht of stikstof door de afsluitkraan totdat het gastraject onder
een overdruk van p
e
Maximale overdruk p
Limas11 IR, Limas21 UV, Limas21 HW met kwartsglas-meetcuvette:
overdruk p
400 hPa (= 400 mbar), maximale overdruk p
e
(= 500 mbar).
5
De druk mag niet merkbaar veranderen in 3 minuten (drukval ≤ 3 hPa).
Een grotere drukval is een indicatie van een lek binnen het geteste
gastraject.
Limas11 IR, Limas21 UV, Limas21 HW met kwartsglas-meetcuvette:
Testduur 15 minuten.
6
Herhaal stap 1-5 voor alle gastrajecten in de gasanalysator.
|
CI/AO2000-NL REV. C
10
14
9
11
8
12
13
50 hPa (= 50 mbar) staat. Sluit de afsluitkraan.
= 150 hPa (= 150 mbar).
e
1
2
3
7
6
5
4
= 500 hPa
e