Download Print deze pagina

Advertenties

A B B M E A S U R E M E N T & A N A L Y T I C S | I N B E D R I J F S T E L L I N G I N S T R U C T I E | C I / A O 2 0 0 0 - N L R E V . C
AO2000
Continue gasanalysators
Inleiding
AO2020, AO2040
De Advance Optima Serie gasanalysators zijn
modulair opgebouwd en bieden zo zekerheid voor
uw investering op lange termijn.
Analysatormodules kunnen flexibel worden
gecombineerd tot een oplossing op maat,
geüpgraded of uitgebreid met nieuwe functies.
Decentrale modules kunnen eenvoudig worden
aangesloten en centraal worden bediend.
Geïntegreerd analysesysteem
Measurement made easy
Meer informatie
Aanvullende documentatie over AO2000 kan gratis
worden gedownload op www.abb.com/analytical.
U kunt ook gewoon deze code scannen:

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor ABB AO2000

  • Pagina 1 Inleiding Meer informatie AO2020, AO2040 De Advance Optima Serie gasanalysators zijn Aanvullende documentatie over AO2000 kan gratis modulair opgebouwd en bieden zo zekerheid voor worden gedownload op www.abb.com/analytical. uw investering op lange termijn. U kunt ook gewoon deze code scannen:...
  • Pagina 3 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Inhoud Voorafgaande opmerkingen ............................ 5   Handleiding voor installatie en inbedrijfstelling ....................7   Veiligheidsaanwijzingen ............................8   Beoogd gebruik ......................8   Bijzondere eisen voor de operator ................8   Veiligheidsaanwijzingen .................... 9  ...
  • Pagina 4 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Caldos27: Gasaansluitingen ..................77   Fidas24: gasaansluitingen ..................78   Limas11 IR, Limas21 UV, Limas21 HW: gasaansluitingen ........79   Magnos206: gasaansluitingen ................83   Magnos28: Gasaansluitingen ................. 84   Magnos27: Gasaansluitingen .................. 86  ...
  • Pagina 5 Informatie over de producten en diensten van ABB-Analysentechnik is te vinden op internet op "http://www.abb.de/analysentechnik". Service-contact Indien de informatie in deze handleiding niet voldoende is, zal ABB-service u graag meer informatie verstrekken. Neem contact op met uw lokale servicepartner. Neem in noodgevallen...
  • Pagina 6 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Symbolen en notaties in deze gebruiksaanwijzing OPGEPAST geeft veiligheidsaanwijzingen aan die moeten worden opgevolgd bij het hanteren van de gasanalysator om gevaar voor de gebruiker te voorkomen. LET OP geeft aanwijzingen over speciale functies, zowel bij het gebruik van de gasanalysator als bij het gebruik van deze handleiding.
  • Pagina 7 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Handleiding voor installatie en inbedrijfstelling Noodzakelijke stappen De belangrijkste stappen die moeten worden genomen bij de installatie en inbedrijfstelling van de gasanalysator zijn de volgende: Neem de informatie over het beoogde gebruik in acht (zie pagina 8).
  • Pagina 8 CI/AO2000-NL REV. C Veiligheidsaanwijzingen Beoogd gebruik Beoogd gebruik De gasanalysators van de AO2000 serie zijn ontworpen voor het continu meten van de concentratie van individuele componenten in gassen of dampen. Elk ander gebruik valt onder niet-beoogd gebruik. Het in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing maakt ook deel uit van het beoogde gebruik.
  • Pagina 9 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Veiligheidsaanwijzingen Voorwaarde voor een veilig gebruik De probleemloze en veilige werking van het apparaat vereist dat het op de juiste wijze wordt getransporteerd en opgeslagen, correct wordt geïnstalleerd en in bedrijf wordt genomen, en zoals beoogd wordt bediend en met zorg wordt onderhouden.
  • Pagina 10 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gevaar bij het openen van afdekkingen Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen, tenzij dit mogelijk is zonder gereedschap, kunnen spanningvoerende onderdelen worden blootgesteld. Ook kunnen aansluitende onderdelen spanningvoerend zijn. Gevaar bij het werken aan het geopende apparaat Werkzaamheden aan het open apparaat onder spanning mogen alleen worden uitgevoerd door een specialist die vertrouwd is met de gevaren.
  • Pagina 11 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Aanwijzingen voor de veilige werking van de gasanalysator OPGEPAST De gasanalysator gebruikt waterstof als brandstofgas! Voor de veilige werking van de gasanalysator is het van essentieel belang dat alle aanwijzingen en instructies in deze handleiding worden opgevolgd!
  • Pagina 12 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C  De dichtheid van de brandstofgasleiding (zie pagina 135) buiten de gasanalysator en het brandstofgastraject (zie pagina 137) in de gasanalysator moet regelmatig worden gecontroleerd.  De maximale druk van het brandstofgas en de verbrandingslucht (zie pagina 44) mag niet worden overschreden.
  • Pagina 13 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Versie in beschermingsklasse II 3G voor het meten van onbrandbare gassen en dampen Beoogd gebruik De analysatormodules Uras26, Magnos206, Magnos27, Caldos25 en Caldos27 in beschermingsklasse II 3G zijn getest op explosieveiligheid en zijn geschikt voor gebruik in gevaarlijke gebieden, mits de technische gegevens (zie pagina 32) en de speciale voorwaarden voor gebruik (zie hieronder) in acht worden genomen.
  • Pagina 14 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Bijzondere voorwaarden voor het gebruik in een potentieel explosieve omgeving  Als het duidelijk is dat de gasanalysator defect is (geen storingsvrije werking), moet deze worden uitgeschakeld.  De connectoren mogen niet worden losgekoppeld terwijl de stroom is ingeschakeld.
  • Pagina 15 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Versie in beschermingsklasse II 3G voor het meten van brandbare en onbrandbare gassen Beoogd gebruik Beoogd gebruik De gasanalysators voor het 'Safety Concept' zijn ontworpen en geschikt voor continue meting van de concentratie van de afzonderlijke componenten ...
  • Pagina 16 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Belangrijke informatie voor de operator Beperking van de spoelgasdruk Het spoelsysteem van de gasanalysator heeft geen ontlastingsopening. Daarom moet de maximale interne druk door de operator worden beperkt. De norm EN 60079-2 vereist de veilige beperking van de spoelgasdruk, zelfs in de single-foutmodus.
  • Pagina 17 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Eisen van EN 60079-2 Bijlage D  Temperatuur van het ontstekingsbeschermingsgas bij de spoelgasingang: Indien nodig moeten er metingen worden uitgevoerd om condensatie en bevriezing te voorkomen.  Als de toevoerleiding van het beschermingsgas naar een compressor...
  • Pagina 18 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Beschrijving Gasanalysators voor het 'Safety Concept' De gasanalysators voor het 'Safety Concept' bestaan uit de analysatormodule  Limas11 IR, Uras26 (zie pagina 23) in de uitvoering met veiligheidscuvette en gespoelde meetcuvetten,  Caldos25, Caldos27, Magnos206 (zie pagina 25) in de uitvoering met directe meetkameraansluiting en gespoelde thermostaatkamer, elk geïnstalleerd in de 19-inch behuizing (model AO2020) of in de...
  • Pagina 19 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Interne en externe explosiebeveiliging Geen vrijkomen van brandbaar meetgas De volgende maatregelen voorkomen op betrouwbare wijze het vrijkomen van brandbaar meetgas uit het meetgastraject ("containment system") in de systeembehuizing:  De meetgastrajecten van de analysatormodules zijn technisch dicht ontworpen, heeft metalen leidingen en is getest op lekkage.
  • Pagina 20 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Technische gegevens Elektrische gegevens Energievoorziening Systeembehuizing met centrale eenheid en analysatormodule: 100...240 V AC (− 15 %, + 10 %), 2.2...0.7 A, 47...63 Hz; Systeembehuizing met 2 analysatormodules: 24 V DC, max. 95 W per module, functionele extra-lage spanning "PELV"...
  • Pagina 21 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Debiet max. 40 l/u Druk bij de meetgasingang: max. 3 hPa overdruk, bij de meetgasuitgang: atmosferisch Meetgasafsluiting door de operator bij buitengebruikstelling van de gasanalysator en in geval van alarm (uitval van de overdrukbehuizing) overeenkomstig de aanvullende...
  • Pagina 22 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Specifieke voorwaarden bij de werking Bijzondere voorwaarden  Alle kabels moeten op de juiste manier in de kabelwartels worden gestoken en worden afgedicht volgens IP54 door de wartelmoeren aan te draaien. Ongebruikte kabelwartels moeten met een afdichtplug worden afgesloten.
  • Pagina 23 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas11 IR, Uras26: Versie voor het 'Safety Concept'. Spoelen van het meetcuvette-venster Het meetcuvette-venster van de veiligheidscuvette worden onder lichte overdruk gespoeld met spoelgas. In het geval van een lek in het meetgastraject, bijv. bij breuk van het meetcuvette-venster, stroomt het spoelgas in de meetcuvetten, zodat er geen brandbare gassen uit de analysatormodule kunnen ontsnappen.
  • Pagina 24 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gasaansluitingen Limas11 IR Meetgasingang Meetgasuitgang Spoelgasingang behuizing Spoelgasingang meetcuvette-venster "Analyzer Purge In". Het naaldventiel voor de spoelgasstroom op 15...20 l/u voorschakelen. Spoelgasuitgang debietbewaking "Analyzer Purge Out" Spoelgasuitgang behuizing Druksensor (optie) Uras26 Meetgasingang straalbaan 1 Meetgasuitgang straalbaan 1 Spoelgasingang meetcuvette-venster "Analyzer Purge In".
  • Pagina 25 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Caldos25, Caldos27, Magnos206: Versie voor het 'Safety Concept'. Het doorspoelen van de thermostaatkamer De thermostaatkamer, die de eigenlijke analysator omringt, wordt onder lichte overdruk gespoeld met spoelgas. Het aldus gerealiseerde spoelgordijn omsluit alle onderdelen van het meetgastraject. In het geval van een lek in het meetgastraject stroomt het spoelgas in de analysator, waardoor brandbare gassen niet uit de analysatormodule kunnen ontsnappen.
  • Pagina 26 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gasaansluitingen Caldos25, Caldos27 Analyzer Purge Out Analyzer Purge In Magnos206 Analyzer Purge Out Analyzer Purge In Meetgasingang Meetgasuitgang Spoelgasingang thermostaatkamer "Analyzer Purge In". Het naaldventiel voor de spoelgasstroom op 15...20 l/u voorschakelen. Spoelgasuitgang thermostaatkamer, in de fabriek bevestigd met 13...
  • Pagina 27 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Bewaking van de spoelgasstroom Bewaking van de spoelgasstroom De spoelgasstroom wordt continu gemeten met een flowsensor. Het signaal van de flowsensor wordt met een functiebloktoepassing bewaakt en geëvalueerd. Deze functiebloktoepassing is in de fabriek geconfigureerd.
  • Pagina 28 Versie voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden van klasse I, deel 2 - CSA Beoogd gebruik De AO2000-serie gasanalysators met Caldos25, Caldos27, Limas21 UV, Limas21 HW, Magnos206, Magnos28, Magnos27 en Uras26 zijn gecertificeerd voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden van klasse 1, divisie 2, groepen A, B, C en D, temperatuurcode T4.
  • Pagina 29 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Voorbereiding voor installatie Levering Standaard-levering  Gasanalysator model AO2020 (19-inch behuizing) of model AO2040 (wandbehuizing)  Schroefverbinding met slangmondstukken voor de aansluiting van slangleidingen  Stroomkabel, lengte 5 m, met apparaatstekker en aparte geaarde stekker ...
  • Pagina 30 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Materiaal dat voor de installatie nodig is (niet meegeleverd) Gasaansluitingen  Schroeffittingen met ⅛-NPT-schroefdraad en PTFE-afdichttape Fidas24: Gebruik alleen metalen schroeffittingen gebruiken! Fidas24: gasleidingen Bedrijfsgassen, testgassen en afvoerlucht  PTFE- of roestvrijstalen buizen met een binnendiameter van 4 mm en PTFE- of roestvrijstalen buis met een binnendiameter van ≥...
  • Pagina 31 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Signaalleidingen  Kies het benodigde kabelmateriaal afhankelijk van de lengte van de kabels en de te verwachten stroombelasting.  Aanwijzingen voor de aderdoorsnede voor de aansluiting van de I/O-modules:  Het klembereik voor gestrande draad en massieve draad is max.
  • Pagina 32 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Installatieplaats Eisen voor de installatieplaats De gasanalysator is alleen bedoeld voor installatie binnenshuis. De technische gegevens van de gasanalysator (zie gegevensblad) zijn geldig tot een hoogte van 2000 m boven zeeniveau. Bij een installatieplaats meer dan 2000 m hoogte, graag navragen.
  • Pagina 33 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Klimatologische omstandigheden Relatieve max. 75 %, geen condensatie luchtvochtigheid Omgevingstemperatuur tijdens opslag en transport −25…+65 °C met ingebouwde zuurstofsensor −25…+60 °C Omgevingstemperatuur bij in bedrijf bij inbouw van de analysatormodule in een systeembehuizing in een systeembehuizing...
  • Pagina 34 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Druksensor In welke analysatormodule is een druksensor ingebouwd? Analysatormodule Druksensor Uras26, Limas11 IR, Limas21 UV, standaard in de fabriek gemonteerd Limas21 HW, Caldos27 Magnos206, Magnos28, Magnos27 als optie in de fabriek gemonteerd Caldos25, Fidas24, ZO23 Niet vereist De informatie of een druksensor in een analysatormodule is geïnstalleerd,...
  • Pagina 35 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Behuizingspoeling Wanneer is een behuizingspoeling nodig? De behuizingspoeling is nodig als het meetgas brandbare, corrosieve of giftige componenten bevat. Voorwaarde voor de behuizingspoeling Behuizingspoeling is mogelijk als de systeembehuizing de beschermingsklasse IP54 (met aansluitkast) of IP65 (zonder voedingseenheid) heeft.
  • Pagina 36 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Centrale eenheid met behuizingspoeling Een centrale eenheid, waarin geen analysatormodule is geïnstalleerd, kan ook worden besteld in de versie "met behuizingspoeling". In dit geval worden de spoelgasaansluitingen in de fabriek in de eindplaat geïnstalleerd, die de systeembehuizing naar achteren of naar beneden sluit in plaats van de analysatormodule.
  • Pagina 37 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Spoelgasstroom tijdens bedrijf Spoelgasstroom bij de ingang van de eenheid max. 20 l/u (constant), spoelgasoverdruk p = 2…4 hPa. Bij een spoelgasstroom aan de ingang van het apparaat van 20 l/u, bedraagt de spoelgasstroom aan de uitgang van het apparaat ca. 5...10 l/u door lekverliezen.
  • Pagina 38  Als er slechts 1 analysatormodule in de (aparte) systeembehuizing is geïnstalleerd, dan kan een AO2000 voedingseenheid in dezelfde systeembehuizing worden geïnstalleerd voor de energievoorziening.  Als er 2 analysatormodules in de (aparte) systeembehuizingen zijn geïnstalleerd, moet er een voedingseenheid buiten de systeembehuizing...
  • Pagina 39 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Vermogensopname van de modules Module Vermogensopname Systeemcontroller ca. 15 W I/O-modules ca. 10 W elk Caldos25 max. 25 W Caldos27 max. 17 W Fidas24 max. 40 W Fidas24 NMHC max. 40 W Limas11 IR max.
  • Pagina 40 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Caldos25: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+45 °C zonder elektronische module +5…+45 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid Vibraties/trillingen max. ±0,04 mm bij 5...30 Hz...
  • Pagina 41 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Stromend referentiegas Gasingangscondities zoals voor meetgas Testgassen Nulpuntkalibratie Bedrijfsgas vrij van meetcomponenten of vervangingsgas Eindpuntkalibratie Bedrijfsgas met bekende meetgasconcentratie of vervangingsgas Dauwpunt Het dauwpunt van de testgassen moet ongeveer gelijk zijn aan het dauwpunt van het meetgas.
  • Pagina 42 , HCl, HF, SO , NH S of andere corrosieve componenten bevat, moet ABB Analytical worden geraadpleegd. Als het meetgas NH bevat, mogen geen FPM-slangen worden gebruikt; in plaats daarvan moeten slangen van FFKM worden gebruikt. In dit geval kan de pneumatische module niet worden aangesloten op de analysatormodule.
  • Pagina 43 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Bij het meten van brandbare gassen en dampen moet de behuizing worden gespoeld met stikstof. Vlamdovers kunnen als optie worden gebruikt (met uitzondering van de versie 'Safety Concept', zie pagina 15). Drukval bij de vlamdovers ca.
  • Pagina 44 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+45 °C zonder elektronische module +5…+45 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid Vibraties/trillingen max. 0,5 g, max. 150 Hz...
  • Pagina 45 25 l/h /He-mengsel. Daartoe neemt de operator passende maatregelen buiten de gasanalysator om. ABB raadt het gebruik aan van een schotfitting met geïntegreerde debietbegrenzer aan. Deze moet in de brandstofgastoevoerleiding worden geïnstalleerd. Deze schotfitting is verkrijgbaar bij ABB: ...
  • Pagina 46 Lekkage in het brandstofgastraject binnen de gasanalysator. Deze afsluitventiel moet buiten de analyseruimte worden geïnstalleerd in de buurt van de brandstofgastoevoer (cilinder, leiding). ABB raadt het gebruik van een pneumatische afsluiter aan die door de instrumentlucht wordt bediend. Dit afsluitventiel is verkrijgbaar bij ABB: Onderdeelnummer 0769440.
  • Pagina 47 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24 NMHC: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+40 °C zonder elektronische module +5…+40 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid Vibraties/trillingen max. 0,5 g, max. 150 Hz...
  • Pagina 48 25 l/h /He-mengsel. Daartoe neemt de operator passende maatregelen buiten de gasanalysator om. ABB raadt het gebruik aan van een schotfitting met geïntegreerde debietbegrenzer aan. Deze moet in de brandstofgastoevoerleiding worden geïnstalleerd. Deze schotfitting is verkrijgbaar bij ABB: ...
  • Pagina 49 Lekkage in het brandstofgastraject binnen de gasanalysator. Deze afsluitventiel moet buiten de analyseruimte worden geïnstalleerd in de buurt van de brandstofgastoevoer (cilinder, leiding). ABB raadt het gebruik van een pneumatische afsluiter aan die door de instrumentlucht wordt bediend. Dit afsluitventiel is verkrijgbaar bij ABB: Onderdeelnummer 0769440.
  • Pagina 50 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas11 IR, Limas21 UV: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+45 °C zonder elektronische module +5…+45 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid +5…+40 °C...
  • Pagina 51 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Brandbare, corrosieve of giftige gassen Afhankelijk van welke meetcuvette in de analysatormodule is geïnstalleerd, moeten de volgende toepassingsbeperkingen en -aanwijzingen in acht worden genomen: Standaard cuvette Kwartscuvette Veiligheidscuvette Bestand tegen niet-corrosieve gassen corrosieve gassen, zoals corrosieve gassen, zoals, de meting in ...
  • Pagina 52 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Testgassen Nulpuntkalibratie stikstof of lucht of gas vrij van meetcomponenten Eindpuntkalibratie Kalibratiecuvetten of testgas voor elke meetcomponent Dauwpunt Het dauwpunt van de testgassen moet ongeveer gelijk zijn aan het dauwpunt van het meetgas. LET OP Neem de instructies voor het kalibreren in acht.
  • Pagina 53 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas21 HW: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur +15...+35 °C bij inbouw in een systeembehuizing met of zonder elektronische module Vibraties/trillingen max. ±0,04 mm / 0,5 g bij 5…150 Hz Meetgas Meetgassamenstelling Afvalgas van verbrandingsinstallaties zonder zwavelgehalte, -concentratie <...
  • Pagina 54 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gasaansluitingen zie paragraaf "Limas11 IR, Limas21 UV, Limas21 HW: gasaansluitingen" (zie pagina 79) Eisen voor de bemonstering Meetgastoevoer De verschillende toepassingen vereisen dat het meetgas bij 150...190 °C naar de gasanalysator wordt geleid. De vorming van condensatie en sublimatie...
  • Pagina 55 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Magnos206: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+50 °C zonder elektronische module +5…+45 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid Vibraties/trillingen max. ±0,04 mm bij 5...20 Hz...
  • Pagina 56 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C De analysatormodule is geschikt voor het meten van brandbare gassen en dampen onder atmosferische omstandigheden (p ≤ 1,1 bar, zuurstofgehalte ≤ 21 Vol.-%). Temperatuurklasse: T4. Het meetgas mag tijdens normaal bedrijf niet explosief zijn; als het explosief is in het geval van storingen in de meetgasvoorziening, dan is dat slechts zelden en voor korte tijd (overeenkomend met zone 2).
  • Pagina 57 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Magnos28: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+50 °C zonder elektronische module +5…+45 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid Vibraties/trillingen max. ±0,04 mm bij 5…20 Hz...
  • Pagina 58 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Het meetgas mag tijdens normaal bedrijf niet explosief zijn; als het explosief is in het geval van storingen in de meetgasvoorziening, dan is dat slechts zelden en voor korte tijd (overeenkomend met zone 2).
  • Pagina 59 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Magnos27: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+45 °C zonder elektronische module +5…+45 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid +5…+50 °C zonder elektronische module of Uras26 en uitvoering met...
  • Pagina 60 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Druksensor De druksensor is als optie in de gasanalysator ingebouwd (zie pagina 34). Hij wordt via een FPM-slang op een aansluitbus aangesloten. Gasaansluitingen Zie paragraaf "Magnos27: Gasaansluitingen" (zie pagina 86)
  • Pagina 61 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Uras26: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+45 °C zonder elektronische module +5…+40 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid Vibraties/trillingen max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz;...
  • Pagina 62 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Stromend referentiegas Gasingangscondities zoals voor meetgas Testgassen Nulpuntkalibratie Stikstof- of lucht- of IR-meetcomponentloos gas Eindpuntkalibratie Kalibratiecuvetten of testgas voor elk meetcomponent of testgasmengsel voor meerdere meetcomponenten, als er geen sprake is van kruisgevoeligheid. Concentratie van het eindpuntgas 70...80 % van de eindwaarde van het grotere meetbereik.
  • Pagina 63 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C ZO23: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij het installeren van de analysatormodule in een systeembehuizing +5…+45 °C zonder elektronische module +5…+45 °C met elektronische module of alleen met voedingseenheid Vibraties/trillingen max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz...
  • Pagina 64 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Invloed van begeleidende gassen Inerte gassen (Ar, N ) hebben geen invloed. Brandbare gassen (CO, H , CH in stoichiometrische concentraties tot zuurstofgehalte: Omzet O < 20 % van de stoichiometrische omzet. Als er hogere concentraties brandbare gassen aanwezig zijn, moet een hogere O -omzet worden verwacht.
  • Pagina 65 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Voorbeeld voor monstervoorbereiding Bemonsteringspunt met initiële afsluiting Meerwegkogelkraan 3/2-weg kogelkraan Regel- en afsluitventiel Debietmeter met naaldventiel en alarmcontact 2-weg kogelkraan 2-weg kogelkraan Luchtfilter Gasanalysator Debietmeter zonder naaldventiel, met alarmcontact Spoelgasfles met N Testgasfles met bijv. 2 ppm O...
  • Pagina 66 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Meetgasafname Vanaf het bemonsteringspunt tot aan de eerste omschakelarmatuur moet de nominale diameter van de leiding 4 mm bedragen. Om een snellere analyse te verkrijgen, kan een bypass worden ingesteld vóór de eerste omschakelarmatuur. De bypass moet langer zijn dan 3 m bij een nominale diameter van 4 mm om verspreiding van de lucht uit de omgeving te voorkomen.
  • Pagina 67 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Zuurstofsensor: Voorbereiding voor installatie Installatieplaats Omgevingstemperatuur in bedrijf bij inbouw van de zuurstofsensor +5…+35 °C in wandbehuizing +5…+40 °C in 19-inch behuizingen LET OP De zuurstofsensor is altijd toegewezen aan een analysatormodule en moet in dezelfde behuizing als deze analysatormodule worden geïnstalleerd.
  • Pagina 68 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Testgassen Nulpuntkalibratie Het nulpunt is niet gekalibreerd, omdat het door het principe stabiel is. Eindpuntkalibratie (Afstandelijke) omgevingslucht met een constant zuurstofgehalte (20,96 volumeprocent) of synthetische lucht Dauwpunt Het dauwpunt van de testgassen moet ongeveer gelijk zijn aan het dauwpunt van het meetgas.
  • Pagina 69 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Uitpakken en monteren van de gasanalysator Uitpakken van de gasanalysator OPGEPAST De gasanalysator weegt 18–25 kg, afhankelijk van de uitvoering! Voor het uitpakken en transporteren zijn twee personen nodig! Uitpakken Haal de gasanalysator samen met de schuimrubber delen of de buitenverpakking uit de transportverpakking.
  • Pagina 70 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Afmetingstekeningen 19-inch behuizing (model AO2020) Afmetingen in mm (in.) Wandbehuizing (model AO2040) Afmetingen in mm (in.)
  • Pagina 71 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aanvullende aanwijzingen  De in de maatschetsen getoonde aansluitkast is in de IP54-uitvoering geflensd met de behuizing.  Let op de Vereisten voor de installatieplaats (zie pagina 32).  Houd rekening met de extra ruimte die nodig is voor de aansluitkabels (ca.
  • Pagina 72 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gasaansluitingen installeren Ontwerp van de gasaansluitingen De gasaansluitingen van de analysatormodule zijn voorzien van ⅛-NPT binnenschroefdraad (voor aansluitschema's, zie hoofdstuk "Aansluiten van gasleidingen", zie pagina 75). Fidas24: De meetgasingang is ontworpen als een schroefaansluiting voor PTFE- of roestvrijstalen buis met een buitendiameter van 6 mm.
  • Pagina 73 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Controleer de dichtheid van de gastrajecten De dichtheid van het meetgastraject en indien nodig van het referentiegastraject, wordt in de fabriek gecontroleerd. Aangezien de dichtheid van de gastrajecten tijdens het transport van de gasanalysator kan zijn aangetast, wordt aanbevolen de dichtheid op de plaats van installatieplaats te controleren (zie pagina 133).
  • Pagina 74 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Montage van de gasanalysator OPGEPAST De gasanalysator weegt 18–25 kg, afhankelijk van de uitvoering! Voor de montage zijn twee personen nodig! De installatieplaats (bijv. kast, 19-inch rek, wand) moet voldoende stabiel zijn om het gewicht van de gasanalysator te kunnen dragen!
  • Pagina 75 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gasleidingen aansluiten Caldos25: Gasaansluitingen Gasaansluitingen Standaarduitvoering De meetkamer is direct aangesloten op de gasaansluitingen. Versies voor corrosief meetgas of voor stromend referentiegas De meetkamer is direct aangesloten op de gasaansluitingen.
  • Pagina 76 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Meetgasingang Meetgasuitgang Spoelgasingang analysator Spoelgasuitgang analysator Referentiegasingang Referentiegasuitgang Spoelgasingang behuizing Spoelgasuitgang behuizing (ook met flowsensor) Druksensor 1 Druksensor 2 Pneumatische module 1) 2) Meetgasingang Eindpunt gasingang (met 3 magneetventielen) Testgas/nulpunt gasingang (met 1 of 3 magneetventielen)
  • Pagina 77 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Caldos27: Gasaansluitingen Gasaansluitingen De meetkamer is direct aangesloten op de gasaansluitingen. Meetgasingang Meetgasuitgang Spoelgasingang analysator Spoelgasuitgang analysator Spoelgasingang behuizing Spoelgasuitgang behuizing (ook met flowsensor) Druksensor 1 Druksensor 2 Pneumatische module Meetgasingang Eindpunt gasingang (met 3 magneetventielen)
  • Pagina 78 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: gasaansluitingen Gas- en elektrische aansluitingen Energievoorziening 115 V AC of 230 V AC voor het verwarmen van de detector en de meetgasingang (4-pins stekker, aansluitkabel meegeleverd) Elektrische aansluiting op de verwarmde meetgasingang (permanent...
  • Pagina 79 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas11 IR, Limas21 UV, Limas21 HW: gasaansluitingen Gasaansluitingen Limas11 IR, Limas21 UV: Standaardcuvette met FPM- of PTFE-buizen, Kwartscuvette met FPM-buizen, Middenaansluiting-cuvette van aluminium met FPM- of Cr-buizen (60 °C), Middenaansluiting-cuvette van kwarts met PTFE/FPM of PTFE/Cr-buizen (60 °C)
  • Pagina 80 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas11 IR, Limas21 UV: Kwartscuvette met PFA-buizen Meetgasingang (PFA-buis 6/4 mm) Spoelgasingang behuizing Meetgasuitgang (PFA-buis 6/4 mm) Spoelgasuitgang behuizing Druksensor Optie Uitvoering van de gasaansluitingen, indien niet anders vermeld: ⅛-NPT binnendraad voor schroeffittingen (niet meegeleverd)
  • Pagina 81 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas11 IR, Limas21 UV: Veiligheidscuvette Meetgasingang (roestvrijstalen buis met 4 mm buitendiameter) Meetgasuitgang (roestvrijstalen buis met 4 mm buitendiameter) Spoelgasingang behuizing Spoelgasingang meetcuvette (FPM-slang 4x1,5) Spoelgasuitgang meetcuvette (FPM-slang 4x1,5) Spoelgasuitgang behuizing Druksensor Optie Uitvoering van de gasaansluitingen, indien niet anders vermeld:...
  • Pagina 82 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas21 HW: Kwartscuvette Meetgasingang Spoelgasingang behuizing Meetgasuitgang Spoelgasuitgang behuizing Druksensor Uitvoering van de gasaansluitingen, indien niet anders vermeld: ⅛-NPT binnendraad voor schroeffittingen (niet meegeleverd)
  • Pagina 83 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Magnos206: gasaansluitingen Gasaansluitingen De meetkamer is direct aangesloten op de gasaansluitingen Meetgasingang Meetgasuitgang Spoelgasingang analysator Spoelgasuitgang analysator Spoelgasingang behuizing Spoelgasuitgang behuizing (ook met flowsensor) Druksensor 1 Druksensor 2 Pneumatische module Meetgasingang Eindpunt gasingang (met 3 magneetventielen)
  • Pagina 84 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Magnos28: Gasaansluitingen Gasaansluitingen 19-inch behuizing (model AO2020) De meetkamer is direct aangesloten op de gasaansluitingen. Wandbehuizing (model AO2040) De meetkamer is direct aangesloten op de gasaansluitingen...
  • Pagina 85 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Meetgasingang Meetgasuitgang Spoelgasingang analysator Spoelgasuitgang analysator Spoelgasingang behuizing Spoelgasuitgang behuizing (ook met flowsensor) Druksensor 1 Druksensor 2 Pneumatische module Meetgasingang Eindpunt gasingang (met 3 magneetventielen) Testgas/nulpunt gasingang (met 1 of 3 magneetventielen) Meetgasuitgang - aan te sluiten op ingang 1 Optie.
  • Pagina 86 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Magnos27: Gasaansluitingen Gasaansluitingen Meetkameraansluiting met FPM-slangen Meetkamer directe aansluiting De meetkamer is direct aangesloten op de gasaansluitingen (alleen in de wandbehuizing). Toepassing bijv. bij het aansluiten van een externe gastoevoer en voor korte tijd T90.
  • Pagina 87 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Spoelgasingang behuizing Spoelgasuitgang behuizing (ook met flowsensor) – Meetgasingang Spoelgasingang analysator Spoelgasuitgang analysator Meetgasuitgang – Druksensor 1 Druksensor 2 Pneumatische module Meetgasingang Eindpunt gasingang (met 3 magneetventielen) Testgas/nulpunt gasingang (met 1 of 3 magneetventielen)
  • Pagina 88 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Uras26: gasaansluitingen Gasaansluitingen De volgende afbeelding toont de aansluiting van de gasaansluitingen voor de drie varianten 1 gastraject met 1 meetcuvette, 1 gastraject met 2 meetcuvetten in serie en 2 aparte gastrajecten met elk 1 meetcuvette.
  • Pagina 89 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Druksensor voor externe drukmeting – Meetgasingang A of B of C gastraject 1 Meetgasuitgang A of C gastraject 1 Spoelgasingang behuizing Spoelgasuitgang behuizing (ook met flowsensor) Meetgasingang C gastraject 2 Meetgasuitgang B of C gastraject 2...
  • Pagina 90 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C ZO23: Gasaansluitingen Gasaansluitingen De meetkamer is aan de ingangszijde via een roestvrijstalen buis verbonden met de meetgasingang en aan de uitgangzijde via een FPM-slang met de meetgasuitgang. Meetgasingang (3 mm Swagelok®) Meetgasuitgang Spoelgasingang behuizing (alleen IP54-versie)
  • Pagina 91 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gasleidingen aansluiten OPGEPAST De buizen en hulpstukken moeten schoon zijn en vrij van materiaalresten (bijv. van bewerkingen)! Onzuiverheden kunnen in de analysator terechtkomen en deze beschadigen en ze kunnen het meetresultaat beïnvloeden! LET OP De installatie van de gasaansluitingen wordt beschreven in paragraaf "Gasaansluitingen installeren"...
  • Pagina 92 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Gasleidingen aansluiten OPGEPAST De relevante veiligheidsvoorschriften voor de omgang met brandbare gassen moeten in acht worden genomen. De schroefaansluitingen van de gastrajecten in de gasanalysator mogen niet worden geopend! Daarbij kunnen de gastrajecten lek raken!
  • Pagina 93 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Instrumentluchtaansluiting Instrumentlucht wordt gebruikt als stuwstoflucht voor de luchtstraalinjector en als spoellucht voor de behuizingspoeling (zie pagina 35). Sluit de instrumentluchtleiding aan met een drukregelaar (0...6 bar) op de luchtingang van de gasanalysator (zie pagina 78).
  • Pagina 94 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Brandstofgasleiding aansluiten Aansluiting van de brandstofgasleiding Brandstofgasleiding reinigen Reinigingsmiddel (alkalische reiniger, roestvrijstalen beitsoplossing) door de roestvrijstalen buis pompen. Spoel de buis grondig door met gedestilleerd water. Spoel de buis gedurende enkele uren bij een temperatuur van > 100 °C met synthetische lucht of stikstof (10...20 l/u).
  • Pagina 95 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Sluit de meetgasleiding aan (verwarmde meetgasaansluiting) OPGEPAST Als er in de fabriek een plastic afdichtplug in meetgasingang is geplaatst, is het essentieel om deze te verwijderen voordat de analysator in bedrijf wordt genomen!
  • Pagina 96 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Verwarmde meetgasaansluiting Testgasuitgang Aansluiting testgasuitgang – meetgasaansluiting Elektrische aansluiting op de verwarmde meetgasaansluiting Verwarmde meetgasaansluiting Verwarmde meetgasleiding (voorbeeld) Opmerking: Op de afbeelding is de helft van het deksel van de verwarmde meetgasaansluiting verwijderd.
  • Pagina 97 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aansluiting van de meetgasleiding op de verwarmde meetgasaansluiting Wandbehuizing (zicht van rechtsonder) 19-inch behuizing (zicht van linksboven)
  • Pagina 98 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aansluiting van de meetgasleiding Verwarmde meetgasleiding (buis met binnen/buitendiameter 4/6 mm) O-ring 6,02 x 2,62 O-ring 12,42 x 1,78 Aansluiting van een extra meetgasleiding (buis met een buitendiameter van 6 mm): ofwel met Schroefverbinding G¼"...
  • Pagina 99 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Sluit de meetgasleiding aan (onverwarmde meetgasaansluiting) OPGEPAST Als er in de fabriek een plastic afdichtplug in meetgasingang is geplaatst, is het essentieel om deze te verwijderen voordat de analysator in bedrijf wordt genomen! Aansluiting van de meetgasleiding De onverwarmde meetgasaansluiting heeft slechts één meetgasingang.
  • Pagina 100 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aansluiting van de meetgasleiding Meetgasleiding (verwarmd of onverwarmd, PTFE of roestvrijstalen buis met een binnen/buitendiameter van 4/6 mm) Verbinding met O-ring 6,02 x 2,62 O-ring 12,42 x 1,78 of met Schroefverbinding G¼" of met...
  • Pagina 101 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Elektrische leidingen aansluiten Bedradingsschema van de elektronische module Bedradingsschema van de elektronische module -X01 Voedingsaansluiting (zie pagina 118) -X07 Systeembusaansluiting (zie pagina 112) Ethernet 10/100/1000BASE-T-poorten -X08, -X09 I/O-modules (5 aansluitingen), opties: -X20...-X29 – Profibus-module (zie pagina 102) –...
  • Pagina 102 MBP-interface (niet intrinsiek veilig) Signaal Afscherming − niet bezet Versie: 4-polige insteekbare klemmenstrook. Let op de informatie over het benodigde materiaal (zie pagina 110)! LET OP Gedetailleerde informatie over het onderwerp "profibus" is opgenomen in de technische informatie "AO2000 Profibus DP/PA Interface".
  • Pagina 103 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Elektrische aansluitingen modbus-module RS232-interface Signaal Versie: 9-polige sub-D mannelijke connector RS485-interface Signaal RTxD− RTxD+ Versie: 9-polige sub-D-contrastekker LET OP Voor gedetailleerde informatie over "modbus", zie de technische informatie "AO2000 Modbus en AO-MDDE".
  • Pagina 104 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Elektrische aansluitingen analoge uitgangsmodules Signaal AO1+ AO1− AO2+ AO2− AO3+ AO3− AO4+ AO4− Analoge uitgangen AO1...AO4 0/4...20 mA (af fabriek ingesteld op 4...20 mA), gemeenschappelijke negatieve pool, galvanisch gescheiden van de massa, kan naar behoefte worden geaard, waardoor de lokale beschermende aardpotentiaal tot max.
  • Pagina 105 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Elektrische aansluitingen analoge ingangsmodule Analoge ingangen AI1...AI4 0...20 mA , belasting 50 Ω Stroomuitgang +24 V +24 V DC voor de voeding van een externe sensor, gezekerd met 100 mA (zelfherstellende zekering) Uitvoering 2x5-polige insteekbare klemmenstrook. Let op de informatie over het...
  • Pagina 106 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Elektrische aansluitingen digitale I/O-module Digitale ingangen DI1...DI4 Optocoupler met interne voeding 24 V DC. Aansturing met potentiaalvrije contacten, met externe spanning 12...24 V DC of met open collectordrivers PNP of NPN. Digitale uitgangen DO1...DO4 Potentiaalvrije wisselcontacten, contactbelastbaarheid max.
  • Pagina 107 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Pinbezetting van de standaard functiebloktoepassingen Statussignalen/uitwendig geregelde kalibratie Enkelvoudige statussignalen: Som-statussignaal: Uitval Som-status Functiecontrole Grenswaarde Onderhoudsbehoefte Grenswaarde Extern magneetventiel Extern magneetventiel Autokalibratie starten Autokalibratie starten Vergrendeling autokalibratie Vergrendeling autokalibratie Nulpuntaanpassing Nulpuntaanpassing Eindpuntaanpassing Eindpuntaanpassing Meetbereikregeling...
  • Pagina 108 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Standaard terminalaansluitingen Grondbeginselen De klemaansluitingen zijn als volgt toegewezen  in de volgorde van de geregistreerde analysatormodules en  binnen een analysatormodule in de volgorde van de meetcomponenten. De volgorde van de analysatormodules en de meetcomponenten wordt zowel in de apparaatpas als op het typeplaatje gedocumenteerd.
  • Pagina 109 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Standaard toepassing meetbereikbesturing Voor alle meetcomponenten met meer dan één meetbereik kan een meetbereikbesturing worden gerealiseerd. Elke digitale I/O-module bevat  4 digitale ingangen (DI) voor meetbereikomschakeling en  4 digitale uitgangen (DO) voor meetbereikterugkoppeling.
  • Pagina 110 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Signaalleidingen aansluiten LET OP Neem de nationale voorschriften voor het leggen en aansluiten van elektrische kabels in acht. Leg de signaalkabels gescheiden van de voedingskabels. Leg analoge en digitale signaallijnen apart van elkaar. Label kabels of contrastekkers zodat deze duidelijk aan de betreffende I/O-module kunnen worden toegewezen.
  • Pagina 111 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Signaalleidingen aansluiten Alleen bij systeembehuizing met aansluitkast: Voer de kabels door de kabelwartels en strip ze over een lengte van ca. 20 cm. M20: Verwijder de stekker uit het inzetstuk; laat de ring in de wartel als afdichting en schroefaansluiting zitten.
  • Pagina 112 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aansluiting van de systeembus Systeembus De functionele eenheden van de gasanalysator, d.w.z. de elektronische module, de externe I/O-apparaten en de analysatormodules, communiceren met elkaar via de systeembus. De systeembus heeft een lijnstructuur; de maximale lengte is 350 m.
  • Pagina 113 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Vereist materiaal De benodigde systeembuskabels, T-stukken en afsluitweerstanden zijn bij de levering inbegrepen. OPGEPAST Voor de systeembusverbindingen mogen alleen de gele systeembuskabels, T-stukken en afsluitweerstanden worden gebruikt! De lilakleurige verbindingselementen zijn uitsluitend bedoeld voor...
  • Pagina 114 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Het toevoegen van een analysatormodule aan de systeembus In de gasanalysator moet de interne systeembusverbinding tussen de bestaande analysatormodule en de elektronische module worden losgekoppeld. Bevestig een T-stuk aan elke module (elektronische module en analysatormodule) op de systeembusaansluiting met de aanduiding "BUS".
  • Pagina 115 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aansluiten van voedingskabels - Veiligheidsaanwijzingen OPGEPAST De relevante nationale veiligheidsvoorschriften voor de installatie en het gebruik van elektrische systemen en de volgende veiligheidsaanwijzingen moeten in acht worden genomen. De verbinding tussen de aansluiting voor de aardeaansluiting en een aardedraad moet voor alle andere verbindingen tot stand worden gebracht.
  • Pagina 116 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aansluiting van voedingskabels op een analysatormodule LET OP De volgende informatie en instructies moeten in acht worden genomen bij het aansluiten van de 24 V DC-voeding op een analysatormodule die niet in de centrale eenheid maar in een aparte systeembehuizing is geïnstalleerd.
  • Pagina 117 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C 24 V DC-voeding aansluiten Sluit de meegeleverde aansluitkabel met de contrastekker aan op de 24 V DC-aansluiting van de analysatormodule. Sluit de draden aan het vrije uiteinde van de aansluitkabel aan op het netfilter -Z01 in de centrale eenheid of op een externe voedingseenheid.
  • Pagina 118 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Sluit de voedingskabels aan op de voedingseenheid Vereist materiaal Met de gasanalysator is een stroomkabel en een aparte geaarde stekker meegeleverd. De stroomkabel is 5 m lang en heeft aan één uiteinde een 3-pins apparaatstekker voor aansluiting op de voedingseenheid.
  • Pagina 119 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Sluit de voedingskabels AC 115/230 V aan. OPGEPAST De gasanalysator en de analysatormodule moeten spanningsloos worden gemaakt voordat de AC-115/230 V voedingsaansluiting voor het verwarmen van de detector en de verwarmde meetgasaansluiting worden aangesloten of losgekoppeld.
  • Pagina 120 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Het in werking stellen van de gasanalysator Installatie testen Installatie testen Controleer voor het in gebruik nemen van de gasanalysator of deze correct is geïnstalleerd. Testen  Is de gasanalysator goed vastgezet (zie pagina 74)? ...
  • Pagina 121 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Gastrajecten en -behuizing voorspoelen Spoelen voor de inbedrijfstelling Voordat de gasanalysator in gebruik wordt genomen, moeten de gastrajecten en, indien nodig, de systeembehuizing worden voorgespoeld. Enerzijds om ervoor te zorgen dat de gastrajecten en de systeembehuizing vrij zijn van onzuiverheden, bijv.
  • Pagina 122 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Energievoorziening inschakelen LET OP Het is zinvol om het meetgas pas na afloop van de opwarmfase en na de kalibratie in te schakelen. Energievoorziening inschakelen Schakel de energievoorziening van de gasanalysator in met de extern geïnstalleerde netscheider.
  • Pagina 123 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Fidas24: Het in werking stellen van een gasanalysator LET OP Ongebruikte meetgasleidingen en bemonsteringssondes kunnen na de eerste ingebruikname nog gedurende een lange periode koolwaterstoffen vrijgeven. Hierdoor kan het veel langer duren voordat de meetwaardeafwijking een aanvaardbare waarde bereikt.
  • Pagina 124 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C kiezen van het menu-item en dan ca. elke 10 s geactualiseerd. De drukregeling loopt op de achtergrond door. Afhankelijk van de instelling van de toevoerdruk kan het instellen van de druk enige tijd duren.
  • Pagina 125 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Ontsteken van de vlam 12 Het ontsteken van de vlam loopt automatisch af: het ontsteken van de vlam kan – afhankelijk van het aantal van de ontstekingspogingen – tot 10 minuten duren. Bij de eerste ingebruikname van de gasanalysator kan het gebeuren, dat...
  • Pagina 126 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Het weer in gebruik nemen van de gasanalysator Schakel de instrumentlucht en verbrandingslucht in en spoel de gasanalysator gedurende minstens 20 minuten. Schakel de energievoorziening van de gasanalysator in. Open de brandstofgastoevoer en controleer de brandstofgasdruk.
  • Pagina 127 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Limas21 HW: Het in werking stellen van de gasanalysator Het in werking stellen van de gasanalysator Schakel de energievoorziening van de gasanalysator in. Wacht op de opwarmfase. Wacht ten minste 2 uur totdat de temperatuur van de verwarmde meetgasleiding zich heeft gestabiliseerd op 180 °C.
  • Pagina 128 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C ZO23: Het in werking stellen van de gasanalysator De gasanalysator in werking stellen, eerste kalibratie op de installatieplaats Schakel de energievoorziening van de gasanalysator in. De bedrijfstemperatuur van de cel wordt na ca. 15 minuten bereikt.
  • Pagina 129 30 minuten zonder, ca. 2 uur met thermostaat ZO23 ongeveer 15 minuten 1) Voor classificatie zie gegevensblad "Advance Optima AO2000 Series". LET OP De opwarmfase kan langer duren als de gasanalysator nog niet op kamertemperatuur was voordat de energievoorziening werd ingeschakeld.
  • Pagina 130 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Bedrijf Klaar om te meten Aan het einde van de opwarmfase is de gasanalysator klaar voor de meting. Kalibratie controleren De gasanalysator is in de fabriek gekalibreerd. De transportbelastingen en de druk- en temperatuursomstandigheden op de installatieplaats kunnen echter van invloed zijn op de kalibratie.
  • Pagina 131 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Aanpassen van de spoelgasstroom Bij gasanalysators met behuizingspoeling moet de spoelgasstroom worden aangepast: Spoelgasstroom bij de ingang van het instrument max. 20 l/u (constant), spoelgasoverdruk p = 2…4 hPa. Bij een spoelgasstroom aan de ingang van het apparaat van 20 l/u, bedraagt de spoelgasstroom aan de uitgang van het apparaat ca.
  • Pagina 132 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C De menustructuur De menustructuur Voor de duidelijkheid worden alleen de eigenlijke parameters en functies getoond; voor de meeste menupunten vertakt het menu zich verder, bijv. naar de verschillende meetcomponenten of naar de keuze en instelling van de waarden.
  • Pagina 133 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Inspectie en onderhoud OPGEPAST Het werk dat in dit hoofdstuk wordt beschreven vereist speciale kennis en kan werkzaamheden aan een open en onder spanning staande gasanalysator vereisen! Daarom mogen ze alleen worden uitgevoerd door...
  • Pagina 134 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Controleer de dichtheid van het meetgastraject Voorbeeld: Meetgastraject in Magnos27 50 hPa Luft / Air Sluit de uitgang van het te controleren gastraject gasdicht af (7 in het voorbeeld). Gebruik de slang om het T-stuk met afsluitkraan aan te sluiten op de ingang van het te controleren gastraject (4 in het voorbeeld).
  • Pagina 135 Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan of indien de voorgeschreven arbeidsmiddelen niet beschikbaar zijn, moet de lektest worden uitgevoerd door de ABB-service. Controleer regelmatig de dichtheid van de brandstofgastoevoerleiding. De dichtheid van de brandstofgastoevoerleiding moet regelmatig worden...
  • Pagina 136 Als er geen lek is in de brandstofgasleiding dan lekt het brandstofgasingangsventiel van de gasanalysator. In dit geval mag de gasanalysator niet meer in gebruik worden genomen! Het brandstofgasingangsventiel moet door ABB-service worden vervangen. Stel na afloop van de lektest de brandstofgasdruk weer in op de normale...
  • Pagina 137 Als er een lek is geconstateerd in het brandstofgastraject in de gasanalysator, moet de gasanalysator buiten werking worden gesteld; deze mag onder geen beding weer in werking worden gesteld! De oorzaak van de lekkage moet door ABB-service worden vastgesteld en hersteld.
  • Pagina 138 ABB-service mogelijk is. Dit helpt de responstijden te verkorten in het geval van een storing en daardoor de beschikbaarheid van de gasanalysators te vergroten. Dynamic QR Code is compatibel met de ABB-app "my Installed Base" en met Standard-QR-Code-Scanner-Apps. Behandeling De QR-Code wordt in het diagnose-menu van de gasanalysator opgeroepen en op het display weergegeven.
  • Pagina 139 De QR-code kan worden opgeroepen in de externe HMI en kan dan worden gescand vanaf het computerscherm. Aanbevolen QR-code-scanner-apps ABB raadt het gebruik van de volgende QR-code-scannerapps aan (gratis beschikbaar voor iOS en Android): "my Installed Base" van ABB Te downloaden in de App Store: Te downloaden bij Google Play: "QR Scanner"...
  • Pagina 140 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Stel de gasanalysator buiten bedrijf en verpak het apparaat Stel de gasanalysator buiten bedrijf Stel de gasanalysator buiten bedrijf Voor tijdelijke buitengebruikstelling: Sluit de toevoer van meetgas en, indien nodig, de toevoer van referentiegas af.
  • Pagina 141 AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS CI/AO2000-NL REV. C Verpakking van de gasanalysator OPGEPAST De gasanalysator weegt 18–25 kg, afhankelijk van de uitvoering! Voor de demontage zijn twee personen nodig! Verpakking van de gasanalysator Verwijder de systeembusafsluitweerstand van de elektronische module en bevestig deze bijv. met plakband aan de systeembehuizing. Als de afsluitweerstand op de elektronische module blijft zitten, kan deze tijdens het transport breken;...
  • Pagina 142  Indien u niet over de mogelijkheid beschikt om het oude apparaat op de juiste manier af te voeren, is ABB-Service bereid de terugname en milieuverantwoorde verwerking tegen vergoeding over te nemen. Uw ABB-servicecontact vindt u op abb.com/contacts of +49 180 5 222 580.
  • Pagina 144 Wij behouden ons alle rechten op dit document en de daarin verwerkte informatie en afbeeldingen voor. Vermenigvuldiging, bekendmaking aan derden of gebruik van de inhoud, ook in de vorm van uittreksels, is zonder vooraf verleende toestemming van ABB verboden. © ABB 2020 3KXG111001R4429 === Ende der Liste für Textmarke Cover ===...