12
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
De dichtheid van de brandstofgasleiding (zie pagina 135) buiten de
gasanalysator en het brandstofgastraject (zie pagina 137) in de
gasanalysator moet regelmatig worden gecontroleerd.
De maximale druk van het brandstofgas en de verbrandingslucht (zie
pagina 44) mag niet worden overschreden.
Het maximale brandstofgasdebiet (zie pagina 44) mag niet worden
overschreden.
Het brandstofgasdebiet is beperkt tot een maximum van 10 l/h H
25 l/h H
/He-mengsel. Hiervoor moet de operator passende
2
maatregelen (zie pagina 44) nemen buiten de gasanalysator om.
Om de veiligheid in de volgende bedrijfsomstandigheden te verhogen,
moet een afsluitventiel (zie pagina 44) in de brandstofgastoevoerleiding
worden geïnstalleerd:
Buitengebruikstelling van de gasanalysator,
Uitval in de luchttoevoer van het instrument,
Lekkage in het brandstofgastraject binnen de gasanalysator.
Deze afsluitventiel moet buiten de analyseruimte worden geïnstalleerd
in de buurt van de brandstofgastoevoer (cilinder, leiding).
Als de brandstofgastoevoer naar de analysatormodule niet automatisch
wordt afgesloten bij een storing in de luchttoevoer van het instrument,
moet in dit geval een voor de operator zichtbaar of hoorbaar alarm
worden geactiveerd.
Bij het meten van brandbare gassen moet ervoor worden gezorgd dat in
het geval van een storing in de luchttoevoer van het instrument of in de
analysatormodule zelf, de toevoer van het meetgas naar de
analysatormodule wordt afgesloten en het meetgastraject wordt
gespoeld met stikstof.
Rondom de gasanalysator moet een onbelemmerde luchtuitwisseling
met de omgeving mogelijk zijn. De gasanalysator mag niet direct
worden afgedekt. De openingen in de behuizing aan de boven- en
zijkanten mogen niet worden afgesloten. De afstand tot objecten aan de
zijkant moet ten minste 4 mm bedragen.
Als de gasanalysator in een gesloten kast is geïnstalleerd, moet de kast
voldoende worden geventileerd (minimaal 1 luchtwisseling per uur). De
afstand tot aangrenzende objecten aan de boven- en zijkanten moet ten
minste 4 mm bedragen.
|
CI/AO2000-NL REV. C
of.
2