Klimatologische omstandigheden
Vibraties/trillingen
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
Relatieve
max. 75 %, geen condensatie
luchtvochtigheid
Omgevingstemperatuur tijdens opslag en transport
met ingebouwde zuurstofsensor
Omgevingstemperatuur bij in bedrijf bij inbouw van de
analysatormodule
in een systeembehuizing
zonder elektronische
module
Caldos25
+5...+45 °C
Caldos27
+5...+50 °C
Fidas24
+5...+45 °C
Fidas24 NMHC
+5...+40 °C
Limas11 IR
+5...+45 °C
Limas21 UV
+5...+45 °C
Limas21 HW
+15...+35 °C
Magnos206
+5...+50 °C
Magnos28
+5...+50 °C
Magnos27
+5...+45 °C
Uras26
+5...+45 °C
ZO23
+5...+45 °C
Zuurstofsensor
in 19-inch behuizing
+5...+40 °C
in wandbehuizing
+5...+35 °C
1)
+5...+40 °C, als er I/O-modules zijn geïnstalleerd.
2)
+5...+50 °C met directe aansluiting van de meetkamer en inbouw in
behuizing zonder elektronische module of Uras26
Indien de gasanalysator in een kast is geïnstalleerd, mag de versnelling niet
−2
hoger zijn dan 0,01 ms
Als de gasanalysator niet in een kast is geïnstalleerd, geldt de volgende
informatie voor de afzonderlijke analysatormodules.
Analysatormodule
Vibraties/trillingen
Caldos25
max. ±0,04 mm bij 5...30 Hz
Caldos27
max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz
Fidas24
max. 0,5 g, max. 150 Hz
Fidas24 NMHC
max. 0,5 g, max. 150 Hz
Limas11 IR
max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz
Limas21 UV
max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz
Limas21 HW
max. ±0,04 mm / 0,5 g bij 5...150 Hz
Magnos206
max. ±0,04 mm bij 5...20 Hz
Magnos28
max. ±0,04 mm bij 5...20 Hz
Magnos27
max. ±0,04 mm bij 5...60 Hz
Uras26
max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz;
Lage tijdelijke invloed op de gemeten waarde in de
buurt van de stralermodulatiefrequentie
ZO23
max. ±0,04 mm bij 5...55 Hz; 0,5 g bij 55...150 Hz
Opmerking: Voor de naleving van de meetgegevens kan een
trillingsdempende/ontkoppelde installatie van de gasanalysator noodzakelijk
zijn, afhankelijk van de trillingsinvloeden op de plaats van installatie.
|
CI/AO2000-NL REV. C
2)
in het frequentiegebied 0,1...200 Hz.
−25...+65 °C
−25...+60 °C
in een systeembehuizing
met elektronische module
of alleen met
voedingseenheid
+5...+45 °C
+5...+45 °C
+5...+45 °C
+5...+40 °C
1)
+5...+45 °C
1)
+5...+45 °C
+15...+35 °C
+5...+45 °C
+5...+45 °C
+5...+45 °C
+5...+40 °C
+5...+45 °C
+5...+40 °C
+5...+35 °C
33