128
ZO23: Het in werking stellen van de gasanalysator
De gasanalysator in werking stellen, eerste kalibratie op de installatieplaats
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
1
Schakel de energievoorziening van de gasanalysator in.
De bedrijfstemperatuur van de cel wordt na ca. 15 minuten bereikt.
Indien nodig kan de gasanalysator op het referentiepunt (zie stap 3) en
op het eindpunt (zie stap 5) worden gekalibreerd voordat met de meting
wordt begonnen.
2
Voor het instellen van het referentiepunt (= elektrisch nulpunt)
omgevingslucht, wacht u tot de gemeten waarde zich stabiliseert (duur
ca. 2 uur). Ondertussen moeten de testgasventielen en de
gastoevoerleiding worden voorgespoeld met zuurstofvrij gas (bijv. met
stikstof uit een ringleiding) of met meetgas (debiet 5...10 l/u).
3
Referentiepunt op 20,6 Vol.-% O
4
Breng het eindpuntgas in en wacht tot de meetwaarde zich stabiliseert
(duur max. 2 uur).
5
Stel de eindpuntwaarde in volgens het analysecertificaat van de
gebruikte testgasfles.
6
De gasanalysator is klaar om te meten; voer het meetgas in.
LET OP
Informatie over de testgassenzijn in paragraaf "ZO23: Voorbereiding voor
installatie" (zie pagina 63) te vinden.
|
CI/AO2000-NL REV. C
instellen.
2