64
Testgassen
Spoelgas
Gasaansluitingen
Installatie en monstervoorbereiding
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
Invloed van begeleidende gassen
Inerte gassen (Ar, N
) hebben geen invloed. Brandbare gassen (CO, H
2
in stoichiometrische concentraties tot zuurstofgehalte: Omzet O
de stoichiometrische omzet. Als er hogere concentraties brandbare gassen
aanwezig zijn, moet een hogere O
Meetgasuitgangsvoorwaarden
De uitgangsdruk moet gelijk zijn aan de atmosferische druk.
Referentiepunt (= elektrisch nulpunt)
Schone omgevingslucht; de zuurstofconcentratie wordt berekend aan de
hand van de waarde voor droge lucht en de factor van het
waterdampgehalte.
Voorbeeld:
Waterdampgehalte bij 25 °C en 50 % relatieve vochtigheid = 1,56 Vol.-% H
factor 0,98
zuurstofconcentratie = 20,93 Vol.-% O
Eindpunt
Testgas met zuurstofconcentratie in het kleinste meetbereik (bijv. 2 ppm O
in N
)
2
LET OP
De druk op het referentiepunt en het eindpunt moeten identiek zijn.
Let op de instructies voor het controleren van het referentiepunt en het
eindpunt.
Als de behuizingspoeling wordt gekozen (alleen IP54-versie), is alleen
ontluchting toegestaan (geen stikstof), omdat de omgevingslucht als
referentiegas dient.
Zie paragraaf "ZO23: Gasaansluitingen" (zie pagina 90)
OPGEPAST
Het binnendringen van vloeistoffen in de analysatormodule kan leiden tot
ernstige of blijvende schade aan de meetcel.
LET OP
De volgende instructies voor installatie en monstervoorbereiding moeten in
acht worden genomen tijdens de meting en bij het uitvoeren van gestuurde
kalibraties (handmatige, automatische en extern gestuurde kalibratie).
Handbediende kranen en ventielen moeten zo nodig worden vervangen door
regelbare ventielen die geschikt zijn voor het meten van zuurstof.
|
CI/AO2000-NL REV. C
-omzet worden verwacht.
2
0,98 = 20,6 Vol.-% O
2
, CH
)
2
4
< 20 % van
2
O
2
2
2