62
Stromend referentiegas
Testgassen
Druksensor
Gasaansluitingen
AO2000 CONTINUE GASANALYSATORS
Gasingangscondities zoals voor meetgas
Nulpuntkalibratie
Stikstof- of lucht- of IR-meetcomponentloos gas
Eindpuntkalibratie
Kalibratiecuvetten of testgas voor elk meetcomponent of testgasmengsel
voor meerdere meetcomponenten, als er geen sprake is van
kruisgevoeligheid. Concentratie van het eindpuntgas 70...80 % van de
eindwaarde van het grotere meetbereik. Met onderdrukte meetbereiken:
concentratie van het eindpuntgas binnen het onderdrukte meetbereik,
indien mogelijk gelijk aan de eindwaarde.
Dauwpunt
Het dauwpunt van de testgassen moet ongeveer gelijk zijn aan het
dauwpunt van het meetgas.
LET OP
Neem de instructies voor het kalibreren in acht.
De druksensor is in de fabriek in de gasanalysator geïnstalleerd (zie pagina
34).
De druksensor bevindt zich in het meetgastraject als de interne gasleidingen
zijn ontworpen als FPM-slangen. De aansluiting van de druksensor wordt via
een FPM-slang naar buiten geleid als de interne gasleidingen als leidingen
zijn uitgevoerd. De aansluiting van de druksensor is gedocumenteerd in het
pneumatische schema dat in de apparaatpas is opgenomen.
Zie paragraaf "Uras26: Gasaansluitingen" (zie pagina 88)
|
CI/AO2000-NL REV. C